In onze nieuwste nummer van de geprinte Wieler Revue (hierrr te bestellen) hebben we heel veel aandacht voor het vrouwenwielrennen – we geven ‘m zelfs de naam Vrouwenspecial mee. Louis Bovee sprak met de moeder van Roxane, vrouw van wijlen Gerrie, maar bovenal zelf ook een goede wielrenster: Gré Donker-Knetemann
Sterker met dank aan Keetie
“Mijn vader was slager en ik hielp vaak in de slagerij,” vertelt Gré, naast de moeder van Roxane ook die van Marnix en Elise - die eerste kennen we nog uit Boer Zoekt Vrouw. “Hij hield erg van wielrennen, het liefst op de baan. Gedurende de oorlog en de jaren erna reed hij veel in het Olympisch stadion."
"In 1969 maakte ik via hem kennis met de baan. Van de baan kwam de weg. Mijn ouders namen me mee in de auto, want ik had geen rijbewijs. De vedettes in die tijd waren Keetie Hage en haar zus Bella. Aan Keetie bewaar ik uitstekende herinneringen."
"Ze nam het voor ons op. Als je werd gedubbeld in een criterium, moest je eruit. Dat schoot mijn moeder in het verkeerde keelgat en ze zei dat tegen pa Hage. Keetie wist te bewerkstelligen dat je na te zijn gedubbeld weer kon aansluiten bij een groepje. Daardoor werd je sterker.”
Tekst gaat door onder de advertentie
WK in Barcelona
In 1973 mocht Gré mee naar het WK in Barcelona. Goud voor Nicole Van den Broeck, zilver voor Keetie Oosten-Hage. Gré: “Het WK eindigde in een massasprint. Ik werd dertiende. Mijn vader was daar met zijn buurman Gerard Mooij, eigenaar van een bouwbedrijf. Apetrots natuurlijk. En ik op hem, want hij had nog nooit gevlogen.”
Het 'vrouwenwielerwereldje' van toen valt niet te vergelijken met dat van nu. Gré verduidelijkt: “De afstanden zijn langer geworden. Wij reden 50 kilometer, hooguit 70-80 kilometer, tegenwoordig is dat 120 kilometer of meer. Het niveau is veel hoger geworden", analyseert ze als ware ze haar dochter.
- photo Anton Vos/Cor Vos © 2019