Arnaud De Lie over Van der Poel en Van Aert: 'Kijk meer op naar Mathieu'

Samen met Olav Kooij was Arnaud De Lie de revelatie van het vorige seizoen als het aankomt op de snelle mannen. Nog meer dan Kooij is De Lie een man die we naast sprints ook gaan zien in de Vlaamse klassiekers. De jonge Waal legt de lat niet bepaald laag.

De Lie versus Van der Poel/Van Aert

Hij is namelijk echt de uitgesproken kopman bij zijn ploeg Lotto-Dstny in 2024. Om koersen te winnen in de kasseienklassiekers zal hij alleen wel moeten afrekenen met de twee grote namen: Mathieu van der Poel en Wout van Aert.

De Lie heeft uiteraard bewondering voor ze, maar is wel strijdvaardig. "Het zou klasse zijn om als klein Waaltje van zo’n kleppers te winnen. Dat is zeker een droom. Met hen op een podium staan als winnaar, niet mis. Alleen zal ik heel hard moeten trainen en slim zijn. Enkel met de pedalen ga ik hen nog niet kunnen kloppen. Als ik weet aan te klampen, moeten ze mij er maar af rijden. Als ik het op een sprint kan laten uitdraaien, dan maak ik kans", klinkt het in Het Nieuwsblad.

Hoewel De Lie zijn spreekwoordelijke ballen eraf draaide voor Wout van Aert tijdens het afgelopen EK in Drenthe gaat zijn bewondering toch meer uit naar Mathieu van der Poel. "Hij laat toch dingen zien die geen enkele andere renner laat zien. Als hij een doel heeft, dan maakt hij het ook af. Dat is straf."

Cadans

De Stier van Lescheret leert gezien z'n leeftijd nog steeds heel veel bij en afgelopen winter werkte hij aan een belangrijk aspect om nog beter te worden. We zagen hem in 2023 nog weleens rondrijden met een verzet waarbij je plaatsvervangend pijn in de knieën kreeg. Dat zal dit jaar anders zijn. Hij werkte aan zijn cadans.

"Ik trap nog niet zo soepel als Van Aert of Van der Poel, maar er zit toch al verbetering in. Ik heb nog geduld. Vorig jaar moest ik me echt forceren om lichter te trappen. Intussen ligt mijn gemiddelde cadans een stuk hoger op training. In de finale moet je op kracht koersen en groot stampen, maar tijdens de wedstrijd kan je wel wat sparen met een kleiner verzet. Dat lukt al aardig."

Maar dat wil niet zeggen dat we die machtige benen van De Lie niet meer naar boven zien gaan beuken met de grote plaat op de hellingen in Vlaanderen. Hij lijkt ervan te genieten. "Dat is toch klasse, op mijn grote plateau naar boven op de Muur, haha."