Patrick Lefevere zag Evenepoel liever voor geel gaan: 'Ik vind het dubbel'

De grote baas van Soudal Quick-Step heeft evenwel alle begrip voor de veilige keuze van zijn renners.

Lefevere

De tweede etappe in de Ronde van Frankrijk leverde een ietwat bizarre strijd om de gele trui op. Tadej Pogacar, Remco Evenepoel, Richard Carapaz en Jonas Vingegaard bolden broederlijk over de streep en sprongen met z'n vieren naar de leiderspositie. Maar er kan er natuurlijk maar ééntje in het geel rijden!

De (on)gelukkige was Tadej Pogacar. De Sloveen scoorde in het openingsweekend het best in de rituitslag en mag daarom de zoveelste gele trui om zijn schouders dragen. Maar daar had hij, in tegenstelling tot zijn drie concurrenten, helemaal geen zin in! Hij liet aan de finish zelfs een gaatje vallen om de trui aan Evenepoel te geven, maar dat gat was niet groot genoeg.

Voor de andere drie viel er dus een gele trui te rapen in de derde etappe. Richard Carapaz greep die (en is de eerste Ecuadoraanse geletruidrager). Moeilijk was dat overigens niet, want de regerende olympische kampioen was de enige die zich durfde mengen in de sprint.

Dubbel gevoel

Remco Evenepoel bleef weg uit het gewoel en liet dus een mooie kans op geel liggen. Grote baas Patrick Lefevere vindt dat een beetje jammer. "Ik vind het dubbel", zegt de CEO van Soudal Quick-Step aan Het Nieuwsblad. "Persoonlijk was ik voor het geel gegaan, maar wie ben ik om te zeggen wat ze moeten doen?"

"In de koers worden soms andere beslissingen genomen. Zo zit Casper Pedersen achteraan in het peloton en bij een rotonde ligt hij plots op de grond. De rest van de ploeg reed er gelukkig voor, maar ze hebben de val wel gehoord. En dan in de laatste vijf kilometer komen er opnieuw renners ten val. Er is dus altijd een risico. En Carapaz is een vechtertje, dus die ging er wel voor.”

Renners in shock

Lefevere heeft dan ook alle begrip voor de keuze van zijn renners om niet voluit voor geel te gaan. "De renners waren in shock door alle valpartijen en we hadden afgesproken dat we niet ten koste van alles voor het geel zouden gaan."

"Maar anderzijds, hoe vaak ga je nog zo een kans krijgen? Het komt misschien niet meer terug. In de ploeg denken ze van wel. Het komt wel goed, maar persoonlijk was ik voor geel gegaan. Maar goed, ik ken niets meer van de koers, he."