'Het was zo erg dat ik dacht dat ik ging sterven': Vingegaard blikt terug op akelige val in Baskenland

Sinds die valpartij probeert Jonas Vingegaard veel meer te genieten van het koersen.

Vingegaard

Jonas Vingegaard klimt op dit moment vrolijk mee met de allerbesten in de Ronde van Frankrijk. Dat mogen we gerust een klein mirakel noemen, want drie maanden geleden kwam de Deen erg zwaar ten val in de Ronde van het Baskenland.

Minutenlang bleef hij roerloos liggen, waarna hij op een brancard en met zuurstofmaker in de ambulance gedragen werd. Het verdict was hard: een gebroken sleutelbeen, meerdere gebroken ribben, een klaplong én een longkneuzing. Vingegaard werd een tijdje op intensieve zorgen bewaakt.

Op de eerste rustdag in de Tour blikte hij voor het eerst uitgebreid terug op die akelige val. "Het was zo erg dat ik dacht dat ik ging sterven", zei de tweevoudige Tourwinnaar aan onder meer Het Nieuwsblad. "En moest ik het toch overleven, dan dacht ik bij mezelf om te stoppen met fietsen.”

De Deen heeft ook effectief overwogen om te stoppen met koersen. “Na zo’n zware valpartij is het zeker iets waar je over nadenkt. Dan vraag je je af of het wel de moeite waard is om jezelf bloot te stellen aan de risico’s van het wielrennen."

In overleg met zijn vrouw en familie, besloot Vingegaard om toch weer een rugnummer op te spelden. "Ze hebben alles voor mij betekend tijdens het proces. Ze stonden altijd achter mij. Ook Trine (Hansen, zijn vrouw) dacht dat ik dood ging, maar we hebben het nu achter ons kunnen laten.”

Meer genieten

Vingegaard koerst sinds die val wel met een andere mentaliteit. "Ik was een beetje nonchalant geworden, denkend dat het mij wel niet zou overkomen. Dat kwam door het feit dat ik altijd goed was in het vermijden van zware valpartijen en steeds op tijd kon remmen."

Hij geniet nu ook meer van zijn job. "Ik ben vooral blij dat ik nog leef. Dat ik elke dag op mijn fiets kan stappen. Ik geniet nu meer en sta meer ontspannen in het grote Tour-circus. Het maakt minder uit hoe goed het gaat, het feit dat ik aan de start sta is het belangrijkste."