In de slotfase viel Tadej Pogacar nog eens aan. Vingegaard probeerde het gat te overbruggen, maar kwam niet tot het wiel. Hij moest zelfs Remco Evenepoel laten gaan. In de afdaling kwam hij nog terug, maar op de slotklim reed Evenepoel weer weg. Met hulp van Wout van Aert en Tiesj Benoot kon hij de schade beperken.
Het tijdverlies op Evenepoel: 12 seconden. Op Pogacar: 2 seconden. Sportief directeur Merijn Zeeman na afloop tegen de NOS: "De conclusie is dat we twaalf seconden verliezen op Evenepoel, en twee op Pogacar", begint hij met een wrang lachje.
"Het wedstrijdbeeld is dat Jonas het voor het eerst lastig had om naast Pogacar ook Remco te volgen. Het was een andere verhouding dan we eerder hebben gezien. Vrijdag is de eerste grote bergetappe van deze week en we moeten vooral kijken hoe ze zich dan verhouden."
De zeventiende etappe was weer loodzwaar, omdat het geen moment stilviel. Zeeman: "Jonas heeft niet gezegd dat hij zich kwetsbaar voelde, maar het was zo slopend. Dan wordt het automatisch een lastige finale. Bij Jonas kroop het overduidelijk in de benen."
Van Aert
Veel hoeft het ook niet te betekenen, want in de Alpen wachten heel andere etappes. "Kijk, het verlies is nog minimaal en vrijdag gaan we het echte hooggebergte in. Boven de tweeduizend meter, een heel ander parkoers. Evenepoel en Pogacar waren heel sterk, maar laten we hopen dat vrijdag de verhoudingen anders liggen."
Zeeman had nog lovende woorden over voor Tiesj Benoot, Wout van Aert en Christophe Laporte, die hielpen met het beperken van de schade. "Een geweldige etappe van ze. Ze waren nog goud waard. De ploeg was supergoed en de tactiek was goed. In een grote ronde voel je je soms net iets sterker, terwijl je op ander moment moet verdedigen."
Gaan ze vrijdag nog eens all-in? "Dat hangt echt van Jonas af. Je kunt van alles bedenken, maar hij moet aanvoelen of hij het nog kan en er nog eens voor wil gaan. Maar morgen wacht ook weer een zware dag en daarna gaan we de balans opmaken. Dit weekend is zo zwaar dat iedereen uiteindelijk op zijn plek terechtkomt."
- Cor Vos