Bart Lemmen maakt indruk in 18de etappe: 'Ik had kunnen winnen, maar met Wout heb je 80 procent kans als het een sprint wordt'

De Nederlander maakte deel uit van een omvangrijke kopgroep. Samen met Wout van Aert hoopte de ex-militair het tot een sprint te laten komen, maar dat lukte uiteindelijk niet. Victor Campenaerts, Matteo Vercher en Michal Kwiatkowski sprintten voor de zege en die eerste ging met de zege aan de haal.

Lemmen, die op de zwaarste klim van de dag misschien wel de beste was van de kopgroep, deed na afloop zijn verhaal tegen de NOS. "Het plan was om Wout te beschermen. Ik was goed vandaag. Kan ik zelf winnen? Ja, maar dat had specifiek moeten gebeuren."

"Met Wout win je een sprint met tachtig procent zekerheid. Als ik vooruit was geraakt met dat groepje had ik een grote kans, want dan had ik minder werk hoeven doen."

Hoewel Lemmen nog dicht bij de koplopers kwam met zijn groepje, waar Van Aert nog verder achter zat, wisten ze het niet te overbruggen. "Ik had niet hoeven rijden als ik van voren zou zitten en Wout daarachter niet. Alleen die drie rijden weg in de afdaling."

Motor

Daar wilde Lemmen nog wel iets over zeggen. "Ik rem zelf ook niet, maar toch rijden ze weg. Dat komt door de motor. Twintig meter lijkt ver, maar dat is het niet. Rijd je er nog naartoe, dan komt het weer samen. Het is zuur. Ik zit nu ook in de emotie, want het laatste uur heb ik alleen het achterwiel bekeken en tegen mezelf gezegd dat ik me niet moest aanstellen."

Het tactisch steekspel samen met Van Aert was uiteindelijk te moeilijk om te spelen. "Je moet één op één springen. Ik deed in het begin het werk, daarna was het 50/50. Het was een leuke dag, tot de laatste veertig minuten, haha. Nu weer op naar het weekend. De tactiek voor morgen moeten we nog bespreken."