Kruijswijk over Vuelta-deelname na zware val in Dauphiné: 'Ik wilde wéér terugkomen, mezelf wéér nieuwe doelen stellen'

Hij is al 37 jaar, maar Steven Kruijswijk krabbelde opnieuw op na een zware valpartij en het missen van de Tour de France. 

Steven Kruijswijk op kop

Alsof hij de laatste jaren nog niet genoeg pech had gekend, zag Steven Kruijswijk dit jaar opnieuw een Tourdeelname in het water vallen. De Nederlander was samen met ploeggenoot Dylan van Baarle betrokken bij een grote valpartij in de Dauphiné.

De twee raakten dusdanig geblesseerd dat er een streep door de Ronde van Frankrijk werd gezet. Vandaag staan zij beide aan de start van de Vuelta. Ondanks zijn leeftijd van 37 krabbelde Kruijswijk dus voor de zoveelste keer op. De Nederlander maakte zich klaar voor eindelijk weer een deelname aan een grote ronde; zijn favoriete bezigheid.

'Ik had er enorm de pest in'

"Mijn eerste gedachte was: waar doe ik het allemaal nog voor?", blikte Kruijswijk terug op zijn nieuwe pechgeval in gesprek met het AD. "Ik was goed, dus ik had er enorm de pest in. Het was zo'n enorme teleurstelling om de Tour niet te kunnen rijden."

De Tour eindigde dit jaar in Monaco, waar de Nederlander woont. "Mijn kinderen zouden me zo langs kunnen zien rijden", aldus de nummer drie van de Tour van 2019. "Daar verheugde ik me enorm op."

De Tour niet kunnen rijden door een valpartij in de voorbereiding is niet iets uitzonderlijks in het wielrennen. Dat het twee jaar op rij gebeurt is dan wel weer bijzonder. En zuur. Het overkwam Kruijswijk, die bovendien in de Tours van 2022 en 2021 vroegtijdig moest opgeven wegens een valpartij en ziekte.

Ook in de Giro en Vuelta was hij de laatste jaren ongelukkig. De Vuelta van 2019 moest hij vroegtijdig verlaten, terwijl hij als uitgesproken kopman de Giro van 2020 niet kon uitrijden na een positieve coronatest. Het lijkt er dus op dat Kruijswijk sinds dat hij derde werd in de Tour van 2019 - toch het hoogtepunt in zijn carrière - continu achtervolgd is door pech. En dan laten we het nachtmerriescenario van 2016 - toen hij in winnende positie de Giro alsnog verloor - nog achterwege.

37 jaar

Kruijswijk is inmiddels al op een leeftijd dat veel collega's er de brui aan geven. Toch besloot hij om door te gaan, ondanks het zoveelste drama. "Al snel kwam het besef dat ik wielrennen nog steeds veel te leuk vind", zei de geboren Nuenenaar.

"Ja, ik ben al 37, maar op deze manier wil ik geen afscheid nemen. Ik wilde wéér terugkomen, mezelf wéér nieuwe doelen stellen."

Na twee jaar afwezigheid rijdt Kruijswijk dus eindelijk weer een grote ronde. In de Vuelta maakt hij deel uit van een selectie zonder Jonas Vingegaard, maar wel met een paar andere toppers. De Nederlander weet dan ook wat zijn doel is. "Van Aert en Kuss van dienst zijn", blikt hij vooruit. "En wie weet eens meezitten in een ontsnapping."

Voorzichtiger

De vele valpartijen en blessures hebben effect op de rijstijl van Kruijswijk. "Ik kan niet ontkennen dat die valpartijen een aanslag zijn op je vertrouwen", geeft hij aan. "Vaak gebeurt het ook buiten je eigen macht om, zoals in de Dauphiné."

De Nederlander is kritisch op koersorganisatoren. "Er wordt veel gesproken, maar een parkoers veiliger maken gebeurt nauwelijks", klinkt het, terwijl hij ook zijn collega's een spiegel voorhoudt.

"Het is anders dan tien jaar geleden. Op beslissende momenten wil iedereen voorin zitten in een jagend peloton. Er is veel minder respect voor elkaar. Dat degene achter je valt maakt niet uit, zolang jij er maar voor zit, die mentaliteit... Dat helpt niet om het wielrennen veiliger te maken", concludeert Kruijswijk.