Erik Breukink: 'Ik bespeur een negatieve trend wat betreft Nederlanders in grote wedstrijden'

Buiten Mathieu van der Poel om gaat het volgens Erik Breukink niet goed met de top van het Nederlandse wielrennen.  

Erik Breukink bellen

Wie kijkt naar de Vuelta a España ziet spektakel alom. Een ouderwets florerende Wout van Aert, een vechtende Ben O'Connor en een Primoz Roglic die alles uit de kast haalt in de jacht op zijn vierde eindzege. Prachtige wielersport, maar met geen enkele Nederlander in de hoofdrol, ziet ook Erik Breukink.

'Grote afwezige'

De oud-renner en -ploegleider laat zich in zijn column in De Telegraaf kritisch uit over de staat van het Nederlandse wielrennen, te beginnen met de prestaties in La Vuelta.

"Er zijn verschillende nationaliteiten die ritten hebben gewonnen", ziet de Breuk. "Maar de grote afwezige in dit verhaal is Nederland. Geen enkele rit heb je het gevoel gehad dat er een landgenoot kans had op de zege."

Ook de nummer zes van de laatste Ronde van Italië kon niet imponeren. "Nederlands beste klassementsrenner Thymen Arensman zat er vanaf dag één niet lekker in. Uiteindelijk is hij ziek uitgestapt."

'Negatieve trend'

Het ondermaats presteren van de Nederlanders in de Vuelta is geen uitzondering, volgens Breukink. "Ik bespeur helaas een negatieve trend wat betreft resultaten van Nederlanders in grote wedstrijden", geeft de viervoudig ritwinnaar in de Tour de France aan.

"Laten we het fenomeen Mathieu van der Poel buiten beschouwing, dan zie ik alleen topresultaten van spinters Olav Kooij en Dylan Groenewegen. In de breedte wordt het allemaal wat minder."

Rabobank

De negatieve trend is volgens de inmiddels 60-jarige Breukink deels te wijten aan het feit Team Visma | Lease a Bike een van 's werelds beste ploegen is en zich daarom wereldwijd oriënteert. Aandacht voor de wielersport in eigen land is er te weinig, volgens de oud-renner uit Rheden.

In zijn tijd als ploegleider bij de Nederlandse ploeg ging het er compleet anders aan toe. Hoofdsponsor Rabobank had Breukink destijds andere intenties. "Die was er voor de breedte van de Nederlandse wielersport", weet hij. "Om veel kansen te geven aan jonge Nederlandse wielrenners."

"Juist dat is wat we nu missen", doelt Breukink op de internationalisering bij zowel de prof- als de U23-ploeg van Visma | LAB. "Nu valt het misschien allemaal nog niet zo op, maar op de lange termijn wordt het wellicht een probleem."

Lees ook: Renewi Tour | Waarom gaat 'de Ronde van de Lage Landen' bijna niet meer door Nederland?

België

Hoewel de prestaties in de breedte niet om over naar huis te schrijven zijn, staat Nederland nog altijd vijfde in de mondiale ranglijst van de UCI. Veel waarde moeten we daar overigens niet aan hechten, want het merendeel van de vergaarde punten is toe te schrijven op het conto van Mathieu van der Poel.

De Belgen doet het wat dat betreft beter, weet ook Breukink. "Ik kijk jaloers naar België, waar ze op dit moment op alle fronten succes hebben", ziet hij. Om die reden staan onze zuiderburen dan ook bovenaan op de UCI World Ranking.

"Ze hebben veel meer ploegen en daardoor veel meer ruimte om jonge talenten de kans te geven. Het organiseren van wielerwedstrijden zit bij onze zuiderburen in de genen", besluit hij.