KNWU luidt noodklok voor komende generaties: 'Nieuwe Van der Poel of Pieterse zit nu misschien in het roeien of het hockey'

De KNWU luidt de noodklok wat betreft het Nederlandse wielrennen, en steekt daarbij ook de hand in eigen boezem. 

Nieuws Tim Beck

In gesprek met Wieler Revue vertelde Thijs Zonneveld onlangs dat hij de toekomst van de Nederlandse wielersport niet bijzonder rooskleurig inschat. Het aantal licentiehouders loopt terug, (jeugd)koersen vallen bij bosjes om en bij de profs ziet hij al een kentering plaatsvinden. Uitzonderingen zullen er altijd zijn, maar voorlopig is de vijver achter Mathieu van der Poel behoorlijk opgedroogd.

Hoe anders is dat in België, al luidde Kurt Van de Wouwer, teammanager van Lotto-Dstny, onlangs óók de noodklok. Hij stelt dat onze zuiderburen moeten opletten dat ze niet dezelfde kant opgaan als Nederland. Daar is de ontwikkeling namelijk eerder gekomen, stelt Joost van Wijngaarden van de KNWU in gesprek met Sporza.

"Op dit moment doen we het fantastisch, maar we maken ons zorgen over de generaties die er over vijf of tien jaar aankomen. Amper vijf procent van het potentieel aan renners heeft in Nederland een koersvergunning. Daardoor hebben we in Nederland een alsmaar kleiner wordende vijver om onze hengel in uit te slaan."

De KNWU steekt de hand ook in eigen boezem. "De Wielerbond was de voorbije jaren vooral gefocust op de wedstrijdsporter, en minder op de breedtesporter. Er werden vooral wedstrijden en evenementen ingericht voor het topje van de piramide, maar voor de brede onderkant van de piramide was het aanbod minder aantrekkelijk."

"We hebben de breedtesporter nodig om de topsport te bekostigen en om ons wedstrijdaanbod op peil te houden. De nieuwe Mathieu van der Poel of Puck Pieterse zit momenteel misschien in het roeien en het hockey. Gewoon omdat we de koers de voorbije jaren niet interessant genoeg hebben gemaakt voor die doelgroep."

Klimmers

De KNWU wil komende jaren koersen gaan aanbieden op lager niveau. Op afgesloten routes van zo'n 1,5 tot 2 kilometer lang. "Het zijn rondjes met weinig scherpe bochten zonder kasseien en drempels. Op die wegen kunnen renners op een veilige manier hun eerste stap in de wielersport zetten."

Op topsportniveau wil Nederland meer klimtalent gaan ontdekken. Hoofd talentenontwikkeling van de KNWU Martin Truijens: "Er zijn zeker nóg getalenteerde jonge klimmers in Nederland. Alleen duurt het wat langer voordat ze naar boven komen. In jeugdkoersen zijn klimmers vaak de types die ondergesneeuwd geraken omdat ze op omlopen rijden waarop ze zich minder kunnen onderscheiden."

Komend jaar zet toch een aantal talentvolle Nederlandse klimmers de stap naar de WorldTour, zoals Max van der Meulen (Bahrain-Victorious), Darren van Bekkum (Astana Qazaqstan Team), Menno Huising en Tijmen Graat (beiden Team Visma | Lease a Bike). Tom Veelers vertelde onlangs lovend over hen.

Nieuws
  • Cor Vos
Bekijk het originele bericht