Velo d'Or | Dit zijn alle winnaars van de prestigieuze wielerprijs sinds 1992 (en hun prestaties dat seizoen)

De Velo d'Or is de prijs voor beste wielrenner van het jaar. We geven een overzicht van alle winnaars en hun prestaties dat seizoen. 

Jalabert en Pogacar winnaars Velo d'Or

Sinds 1992 wordt de Velo d'Or voor beste wielrenner van het jaar uitgereikt. De prijs werd bedacht door het Franse Vélo Magazine, dat onder dezelfde persgroep valt als L'Équipe, dat de prijsuitreiking tegenwoordig organiseert.

Ieder jaar bepaalt een samengestelde jury van wielerjournalisten wie de prestigieuze trofee verdient. Dit jaar ging de prijs naar Tadej Pogacar. Hieronder geven we een overzicht van alle winnaars van de Velo d'Or, inclusief hun prestaties in het seizoen dat zij verkozen werden tot 's werelds nummer één.

1992 - Miguel Indurain

De Spanjaard Miguel Indurain was in 1992 de eerste winnaar van de Velo d'Or. De ronderenner van Banesto bleefde dan ook een geweldig jaar. Hij won zowel de Giro d'Italia (inclusief twee tijdritten) als de Tour de France (inclusief de proloog en twee tijdritten). Bovendien werd hij Spaans kampioen op de weg en won hij de Ronde van Catalonië.

1993 - Miguel Indurain

In 1993 prolongeerde Indurain zijn titel in de Giro en de Tour. In Italië won hij opnieuw twee tijdritten, terwijl hij in Frankrijk de proloog en één tijdrit won. De Spanjaard deed ook een gooi naar de wereldtitel op de weg, maar kwam in Oslo niet verder dan het zilver. Zijn herhaling van de gewonnen dubbel leverde hem de Velo d'Or op.

1994 - Tony Rominger

De Zwitser Tony Rominger werd verkozen nadat hij in het voorjaar Parijs-Nice, de Ronde van het Baskenland en de Vuelta (die toen in april/mei georganiseerd werd) won. In Spanje was hij oppermachtig met zes gewonnen ritten. In de Tour moest hij vanaf plek twee in het klassement opgeven wegens buikgriep. In het najaar kwam Rominger sterk terug. Hij verbrak het werelduurrecord en won onder meer de GP Eddy Merkcx en de Grand Prix des Nations.

1995 - Laurent Jalabert

De Franse wielrenner Laurent Jalabert kende een prachtige carrière, maar 1995 was toch echt zijn beste jaar. Hij won Parijs-Nice, Milaan-Sanremo, Critérium International, de Waalse Pijl en de Ronde van Catalonië. Vervolgens reed hij een ijzersterke Tour; hij won de rit naar Mende, werd vierde in het eindklassement en veroverde de groene trui. Als kers op de taart won hij De Ronde van Spanje, waar huishield als nooit tevoren. Jalabert won vijf etappes, het algemeen-, punten- én bergklassement.

1996 - Johan Museeuw

In 1996 ging de Velo d'Or voor het eerst naar België. Johan Museeuw werd verkozen tot beste wielrenner van het jaar nadat hij weer een knallend voorjaar reed. Hij won de Brabantse Pijl en Parijs-Roubaix en werd derde in de Ronde van Vlaanderen en Amstel Gold Race. In het najaar blonk hij opnieuw uit. De Leeuw van Vlaanderen werd in het Zwitserse Lugano namelijk glansrijk wereldkampioen.

1997 - Jan Ullrich

In 1996 werd hij als knecht van winnaar Bjarne Riis nog tweede, maar jaar later oversteeg hij zijn kopman. Jan Ullrich won op 24-jarige leeftijd, als Duits kampioen, de Tour de France. Hij sloeg een dubelslag op Andorra Arcalis, won de tijdrit in Saint-Etienne en bracht het geel veilig naar Parijs. De Telekom-renner won na de Tour ook nog de wereldkbekerkoers in Hamburg, waarna hij aan het einde van 1997 verkozen werd tot winnaar van de Velo d'Or.

1998 - Marco Pantani

Tot 2024 stond het jaar 1998 bekend als het laatste jaar waarin een renner erin slaagde om de dubbel Giro-Tour te winnen. De Italiaan Marco Pantani deed dat destijds op glorieuze wijze. Il Pirata won de Giro d'Italia door toe te slaan in de bergen. Hij won op Piancavallo en op Montecampione. Ook de Tour won hij dankzij zijn klimmersbenen. Pantani profiteerde van een hongerklop van titelverdediger Ullrich. De Italiaan reed op de Col du Galibier weg van alles en iedereen en legde daar de basis van zijn eerste en enige Tourzege.

1999 - Lance Armstrong (geschrapt)

We weten dat het moeilijk is, maar als je jezelf probeert te verplaatsen in de tijdsgeest van toen, is het meer dan logisch dat Lance Armstrong in 1999 verkozen werd tot beste wielrenner van het seizoen. De Amerikaan had nog maar net de strijd tegen kanker overwonnen toen hij de Tour de France op zijn naam schreef. Er destijds geen maat op Armstrong, die de Tour ruimschoots won.

Na zijn dopingbekentenis van vele jaren later, werd Armstrongs gewonnen Velo d'Or geschrapt. Datzelfde geldt voor 2000, 2001, 2003 en 2004 vier. Ook toen werd de Amerikaan verkozen tot 's werelds beste wielrenner, maar ook die titels zijn uit de boeken verwijderd. Net als bij zijn geschrapte eindzeges in de Tour, werd er geen vervangend winnaar van de Velo d'Or uitgeropen.

2002 - Mario Cipollini

Te midden in de heerschappij van Lance Armstrong wist Mario Cipollini zich in 2002 te kronen tot beste renner van het seizoen. De Italiaanse sprinter kende dan zijn beste jaar uit zijn profloopbaan, terwijl hij niet eens deelnam aan de Ronde van Frankrijk. Cipollini won Milaan-Sanremo, Gent-Wevelgem, zes ritten in de Giro en drie etappes in de Vuelta. Als kers op de taart veroverde hij de wereldtitel door Robbie McEwen en Erik Zabel te verslaan in de massasprint in het Belgische Zolder.

2005 - Tom Boonen

Na Armstrongs laatste Tourzege in 2004 was het eindelijk de beurt aan een ander type renner om de Velo d'Or te winnen. Die eer kwam niemand minder dan Tom Boonen toe. Tornado Tom was dan ook uiterst succesvol in 2005. In het voorjaar won hij de E3 Prijs, Ronde van Vlaanderen én Parijs-Roubaix. Vervolgens won hij twee massasprints in de Tour, waarna hij zich op 25 september 2005 kroonde tot wereldkampioen in Madrid.

2006 - Paolo Bettini

De Italiaanse klassiekerrenner Paolo Bettini zag zijn geweldige seizoen van 2006 bekroond worden met de Velo d'Or. Hij maakte destijds furore door een rit en het puntenklassement in de Giro te winnen, maar vooral vanwege zijn kunststukje in het najaar. In het Oostenrijkse Salzburg werd hij namelijk wereldkamioen, om drie weken later in de regenboogtrui de Ronde van Lombardije op zijn naam te schrijven.

2007 - Alberto Contador

Als we terugdenken aan de Tour de France van 2007, denken we vooral aan Michael Rasmussen. Alberto Contador won uiteindelijk die Ronde van Frankrijk, wat zijn eerste Tourzege betekende. Dat terwijl hij eerder dat seizoen ook al Parijs-Nice op zijn naam schreef en hij nog 25 moest worden. Het zorgde ervoor dat hij aan het einde van het jaar verkozen werd tot de nummer één van het seizoen.

2008 - Alberto Contador

Het jaar erop mocht Contador aanvankelijk niet meedoen aan de Giro en de Tour. Zijn ploeg Astana kreeg geen startrecht omwille van eerdere dopingproblemen. Op het laatste moment mocht de ploeg tóch starten in de Ronde van Italië. Contador besloot onvoorbereid te starten, en met succes. De Spanjaard won de Giro en later in het jaar ook de Vuelta a España. Vooral zijn ritzege op de Alto del'Angliru maakte indruk. Zijn dubbele zege in de twee grote rondes leverde hem zijn tweede Velo d'Or op.

2009 - Alberto Contador

Ook in 2009 ging de Velo d'Or naar Contador. De beste klassementsrenner uit die tijd reed een sterk voorjaar, met onder meer winst in de Ronde van het Baskenland, waarna hij zich klaarstoomde voor de Tour de France. Hij had daar vooral te maken met een interne strijd, want binnen het kamp van Astana maakte Lance Armstrong zijn comeback. Contador wimpelde dat af door de vetereaan - tegen alle teamorders in - aan te vallen in de bergrit naar Verbier. Hij sloeg een dubbelslag en verdedigde het geel tot in Parijs.

2010 - Fabian Cancellara

In 2010 ging de Velo d'Or naar de Zwitser Fabian Cancellara. De klassiekerspecialist en toptijdrijder won de E3 Prijs, de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix in het voorjaar en was ook in de Tour op de afspraak. Hij won de proloog in Rotterdam, reed enkele dagen in het geel en won de tijdrit op de voorlaatste dag. Om zijn wonderjaar te onderstrepen werd hij in Geelong (Australië) voor de vierde keer wereldkampioen tijdrijden.

2011 - Philippe Gilbert

Het jaar 2011 zal voor altijd in de geschiedenisboeken staan als hét jaar van Philippe Gilbert. De Waalse klassiekerspecialist was onverslaanbaar dat seizoen. In het voorjaar won hij achtereenvolgend Strade Bianche, Brabantse Pijl, Amstel Gold Race, Waalse Pijl, Luik-Bastenaken-Luik. Vervolgens werd hij Belgisch kampioen, won hij de openingsrit van de Tour en schreef hij de Classica San Sebastian op zijn naam. Alsof dat nog nite genoeg was, werd hij ook nog Belgisch kampioen tijdrijden en won hij de GP Quebec en GP de Wallonie.

2012 - Bradley Wiggins

Bradley Wiggins werd in 2012 verkozen tot beste wielrenner van het seizoen. De Britse kopman van Team Sky was onverslaanbaar in het rondewerk dat jaar. In aanloop naar de Tour won hij Parijs-Nice, de Ronde van Romandië en het Critérium du Dauphiné. Met behulp van zijn ploegmaats en twee geweldige tijdritten schreef hij vervolgens ook de Ronde van Frankrijk op zijn naam. Twee weken later volgde en volgend hoogtepunt: Wiggins won olympisch tijdritgoud in eigen land.

2013 - Chris Froome

Waar hij in 2012 Wiggins nog naar de Tourzege moest helpen, ging Chris Froome zelf met de eindzege aan de haal in de Ronde van Frankrijk. De geboren Keniaan drie etappes in de Tour, waaronder een rit naar de Mont Ventoux. Verder schreef hij de rittenkoersen Tour of Oman, Critérium International, Ronde van Romandië en Criteríum du Dauphinée op zijn naam.

2014 - Alberto Contador

Nadat hij in tussen 2007 en 2009 al drie keer de Velo d'Or won, ging de prestigieuze wielerprijs ook in 2014 naar Alberto Contador. Niet omdat hij de Tour won, want daar moest hij wegens een valpartij vroegtijdig opgeven. Wel omdat er geen maat op hem stond in La Vuelta. Hij won zijn thuisronde, inclusief de bergetappes naar La Farrapona en Puerto de Ancares. Verder was hij oppermachtig in Tirreno-Adriatico en won hij de Ronde van het Baskenland.

2015 - Chris Froome

Ook Froome moest door een valpartij de Tour van 2014 vroegtijdig verlaten. Een jaar later sloeg hij echter medogenloos terug. Hij won de Ronde van Frankrijk na een felle strijd met Nairo Quintana, die in de slotweek nog sterk kwam opzetten. Bovendien won de Britse ronderenner de Ruta del en het Critérium du Dauphiné van dat jaar.

2016 - Peter Sagan

Voorafgaand aan 2016 had Peter Sagan al meerdere Touretappes, vier groene truien en één wereldtitel op zijn naam staan. Dat jaar deed hij er echter nog een schepje boven op. In het voorjaar won met de Ronde van Vlaanderen zijn eerste monument, terwijl hij in de week ervoor Gent-Wevelgem al op zijn naam schreef. In de Tour won hij opnieuw het puntenklassement, inclusief drie ritten. In het najaar won hij de GP Cycliste de Quebec, werd hij Europees kampioen op de weg en prolongeerde hij zijn wereldtitel in Qatar.

2017 - Chris Froome

In 2017 won Chris Froome zijn derde Velo d'Or. De Brit was dat jaar opnieuw de sterkste in de Tour de France, ondanks dat hij niet één rit wist te winnen. Het verschil met concurrenten Rigoberto Urán en Romain Bardet was nooit groot, maar door het oppermachtige Team Sky reed Froome onbedreigd naar zijn vierde Tourzege. In augustus en september deed Froome iets unieks. Hij won namelijk de Vuelta en was daarmee de eerste renner die de dubbel Tour-Vuelta won sinds de verplaatsing van de Ronde van Spanje naar het najaar.

2018 - Alejandro Valverde

Alejandro Valverde draaide al heel wat jaren mee aan de absolute wereldtop, maar pas in 2018 werd hij verkozen tot 's werelds beste renner. Dat kwam vooral omdat hij er in dat jaar in slaagde om eindelijk wereldkampioen te worden. De Spanjaard stond daarvoor al heel wat keren op het podium in de strijd om de regenboogtrui, maar won in Innsbruck de wereldtitel pas voor het eerst. Verder won hij dat jaar de Ronde van Catalonië en was hij met twee ritzeges en het groen opnieuw succesvol in de Vuelta.

2019 - Julian Alaphilippe

In het voorjaar van 2019 won Julian Alaphilippe Strade Bianche, Milaan-Sanremo én de Waalse Pijl. Maar vooral zijn optreden in de Tour van dat jaar zorgde ervoor dat hij de Velo d'Or won. Alaphilippe veroverde het geel op dag drie, heroverde de leiderstrui in rit acht en verdedigde hem met succes in de Pyreneeën. De Fransman won tot ieders verbazing de tijdrit in Pau en werd tweede achter Thibaut Pinot op de Col du Tourmalet. Pas in de door modderstromen-ontwrichte rit naar Tignes moest hij het geel afstaan, aan Egan Bernal. Alaphilippe werd uiteindelijk vijfde in zijn beste Tour de France ooit.

2020 - Primoz Roglic

In het coronajaar 2020 leek niemand Primoz Roglic in de weg te staan om de Tour de France te winnen. De Sloveense kopman van Jumbo-Visma was uitstekend op weg, tot die ene verschrikkelijke dag op La Planche des Belles Filles. Tadej Pogacar stootte zijn landgenoot van de troon en ging er met de eindzege vandoor. Roglic sloeg echter keihard terug. Hij won Luik-Bastenaken-Luik, dat doen ná de Tour werd gereden en was oppermachtig in de Vuela. Hij won vier etappes, het puntenklassement én het eindklassement in de Ronde van Spanje.

2021 - Tadej Pogacar

Na zijn verrassende Tourzege bevestigde Tadej Pogacar in 2021 zijn status als absolute wereldtopper. De Sloveen won de UAE Tour, Tirreno-Adriatico en schreef met Luik-Bastenaken-Luik zijn eerste monument op zijn naam. In de zomer slaagde hij erin om zijn titel te verdedigen in de Tour, waar hij een tijdrit en twee Pyreneeënritten won. In het najaar zette hij de kroon op zijn seizoen door de Ronde van Lombardije op zijn naam te schrijven.

2022 - Remco Evenepoel

In 2022 ging de Velo d'Or naar Remco Evenepoel. De Belgische renner beleefde destijds zijn definitieve doorbraak op het allerhoogste niveau. Hij won Luik-Bastenaken-Luik, schreef zijn tweede Clasica San Sebastian op zijn naam en veroverde de eindzege in de Ronde van Spanje. Hij won La Vuelta vooral dankzij zijn tijdritcapaciteiten, maar ook door een paar puike prestaties in de bergen. Twee weken na zijn gewonnen Vuelta bracht hij de wielerwereld opnieuw in veroering door in het Australische Wollongong wereldkampioen te worden na een solo van ruim 25 kilometer.

2023 - Jonas Vingegaard

Ondanks dat Pogacar stevig huishield in het voor- en najaar, ging de Velo d'Or in 2023 naar Jonas Vingegaard. Dat dankte de Deen vooral aan het feit dat hij diezelfde Pogacar voor het tweede jaar op rij versloeg in de Tour de France. Dat terwijl hij daarvoor al de Ronde van het Baskenland en het Critérium du Dauphiné had gewonnen. In het najaar maakte Vingegaard deel uit van de suprematie van Jumbo-Visma in de Vuelta. De Deen won twee bergritten en werd tweede, achter Sepp Kuss en voor Primoz Roglic.

2024 - Tadej Pogacar

In 2024 ging de Velo d'Or wél naar Tadej Pogacar. Logisch ook, want de Sloveen reed mogelijk het beste wielerjaar ooit. Hij won achtereenvolgend Strade Bianche, de Ronde van Catalonië, Luik-Bastenaken-Luik, de Giro, de Tour, GP de Montréal, het WK, de Giro dell'Emilia en de Ronde van Lombardije. Stuk voor stuk met geweldige en lange solos'.