Riesebeek over de ochtend voor Parijs-Roubaix-winst Van der Poel: 'Ik ben net als Mathieu en Gianni iemand die vaak vroeg wakker is'

Mathieu van der Poel zegevierde dit voorjaar in Parijs-Roubaix. Met drie van zijn teamgenoten keken we terug op de voorbereiding op het Noord-Franse Monument.

Van der Poel

In onze eindejaarsspecial (die hier te bestellen is) staan we uitgebreid stil bij Parijs-Roubaix, waarin een dominante Mathieu van der Poel het overtuigende werk van zijn Alpecin-Deceunick-ploegmaten wist af te maken. Samen met Oscar Riesebeek, Gianni Vermeersch en Edward Planckaert keken we terug op die dag in april. Het ging onder meer over de ochtend voor de koers.

Doordat Parijs-Roubaix meer dan 250 kilometer lang is, zitten Van der Poel en zijn teamgenoten op zulke dagen al vroeg een de ontbijttafel. Oscar Riesebeek: "Ik was tussen zeven en acht uur op, denk ik. Vroeg, maar ik ben een ochtendmens. Mathieu is iemand die ook vaak vroeg wakker is, Gianni ook. Meestal zijn de sprinters iets meer van het uitslapen."

Riesebeek op kop

"Maar er is altijd een leuke en ontspannen sfeer. Mocht die eenling er zijn die ’s ochtends iets meer moeite heeft, zal die snel meegaan in de sfeer van de groep. Zelf ben ik iemand die zich nog even afsluit op zijn hotelkamer om de cruciale punten nog eens door te nemen. Ik maak wat aantekeningen van het parkoers, maar verder leven we in één groep en heel sociaal naar de koers toe."

Oppeppen

Vermeersch beaamt de woorden van Riesebeek. "Ik was rond half zeven wakker. Ik ben inderdaad iemand die snel wakker is. Niet iemand die nog een uur nodig heeft, want ik heb meteen energie. Ik was ook een van de eersten aan het ontbijt."

De sprinters hebben ook volgens hem het langst nodig in de ochtend. "Jasper (Philipsen, red.) is degene die het langste kan uitslapen, en het laatste aan het ontbijt komt. Een dag voor de wedstrijd kan hij in de namiddag ook redelijk lang slapen om volledig uitgerust aan de start te staan."

De briefing is over het algemeen vrij beknopt bij Alpecin-Deceuninck, zo vertelt Vermeersch. "Parijs-Roubaix is een makkelijke koers: je moet iedere kasseienstrook vooraan zitten. We hadden goed verkend, zaten ook de laatste drie dagen voor de koers al op hotel. Dat zorgt ervoor dat je in de briefing precies weet hoe of wat."

"Doordat ik meer ervaring heb, valt het mee met de zenuwen, maar materiaal is zo belangrijk in die koers. Daardoor ben ik iets nerveuzer. Op de bus peppen we elkaar op, met een beetje muziek, maar sowieso is iedereen extra gemotiveerd voor een koers als Roubaix. Zeker doordat onze klassiekerkern zo hecht is."

Nieuws
  • Cor Vos