Tibor del Grosso blijft bescheiden, met een knipoog: 'Ben beetje hetzelfde type renner als Mathieu van der Poel. Maar dan wat minder goed…'

De laatste Wieler Revue van het jaar ligt weer in de winkels. Race snel naar de winkel, of nog beter: sluit hier een abonnement af en je ontvangt onze volgende nummers op de deurmat! In het nummer hebben we ook een uitgebreid verhaal met Robert Gesink, die zijn droomploeg samenstelt. Maar er is ook ruimte voor aanstormend talent: Tibor del Grosso.

Del Grosso me zelfspot

De jonge Drent werd wereldkampioen veldrijden bij de beloften en sluit in 2025 aan bij het WorldTour-team van Alpecin-Deceuninck. We spraken hem uitgebreid voor het magazine. Je leest hier alvast een sneak preview van dat interview. Wil je het hele interview lezen, maak dan gebruik van de link in de eerste alinea.

Wat voor type wegrenner ben je?

"Ik neig toch wel naar de klassiekers hoor. Ook het lichte heuvelwerk kan ik nog wel aan. Een beetje hetzelfde type renner als Mathieu van der Poel. Maar dan wat minder goed…"

Blijf je net als Mathieu de weg en het veld combineren?

"Dat ben ik zeker van plan. Er zijn genoeg jongens die laten zien dat dat hartstikke succesvol kan. Ik vind het leuk om af te wisselen dus zal ik de komende jaren dat ook blijven doen. Af en toe is het mentaal wel een beetje zwaar om het hele jaar aan te staan. Maar ik vind het ook fijn om met een doel bezig te zijn en een hele winter zonder cross zie ik niet zitten."

Dromen van Vlaanderen en Roubaix

Wat zijn je ambities op de weg?

"Ik hoop ooit in de allergrootste koersen mee te doen voor de overwinning. Dan droom ik wel van koersen als de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Daar hoop ik binnen een paar jaar al wel vooraan mee te doen. Ik weet niet of het al een toegevoegde waarde is om daar volgend jaar aan de start te komen."

"We hebben met Mathieu natuurlijk een topfavoriet in huis en die moet zo goed mogelijk ondersteund worden. Als het komt dan komt het. En anders wacht ik nog een jaartje. Het klopt dat er steeds vaker jonge renners meteen doorbreken bij de profs maar het merendeel is gewoon op z’n best op z’n 28ste. Daar maak ik me dus niet druk om."