In gesprek met Wieler Revue liet Zonneveld eerder dit jaar al doorschemeren dat hij waarschijnlijk een punt achter zijn loopbaan ging zitten. De afgelopen twee seizoenen reed de Algemeen Dagblad-journalist voor het continentale BEAT Cycling. Nu schrijft hij in zijn column voor het Algemeen Dagblad dat hij het definitief mooi vindt geweest.
Lekker toetje
Zonneveld heeft genoten van zijn avontuur, zo schrijft hij. "Waar ik zeventien jaar geleden mijn fiets vol afschuw in een hoek smeet, is het gevoel deze keer totaal anders. De afgelopen seizoenen smaakten als een toetje dat veel lekkerder was dan ik van tevoren had durven hopen.”
Zijn doelen tijdens z'n comeback waren plezier inhalen, kijken hoe goed hij op zijn leeftijd nog kon zijn en als journalist ervaren hoe de sport veranderde. Dat is hem allemaal gelukt. "Het kostte de afgelopen twee jaar een hoop tijd, energie en opofferingen, ook van mijn gezin. Maar het was een voorrecht om ver boven mijn veertigste nog te mogen leven voor mijn sport."
Sportief bleek Zonneveld nog een hoop in zijn mars te hebben. Zeker op onverharde wegen kon hij regelmatig meedoen om de overwinning. "Sportief gezien bleek er nog best wat mogelijk. Ik haalde fysiek niet het niveau van een vorig wielerleven, maar ik kon nog best veel compenseren door tactisch uitgenaster te rijden en wielrennen meer te benaderen als denksport."
NK
In Unbound zat hij in een kopgroep met Lachlan Morton en Chad Haga, die uiteindelijk om de zege reden. Zonneveld: "Mijn hoogste niveau haalde ik in Unbound, de afgelopen zomer, waar ik alles goed deed en mijn droom net als mijn band leegliep op een scherp steentje."
"Maar er waren ook genoeg momenten dat ik tegen mijn grenzen op botste. Op het NK op de weg, afgelopen jaar, was ik zo slecht dat ik even overwoog er meteen mee te nokken. Door het jaar heen merkte ik aan mijn lichaam dat ik vaak op een dun randje balanceerde: ik had lang nodig om van zware koersen te herstellen, mijn weerstand had zoveel te verduren dat ik vaak kwakkelde met kleine blessures, verkoudheden en koortslippen."
Die mindere momenten waren er vooral op de weg, omdat daar zo anders wordt gekoerst. "Mijn explosiviteit botte af: zeker in wegkoersen merkte ik dat ik mijn piekwaardes tot één of twee minuten soms ranzig laag waren vergeleken met de jonge honden om me heen."
"Het is een van de belangrijkste redenen om niet nog een jaar verder te koersen: ik wil het moment voor zijn dat ik geen toegevoegde sportieve waarde meer heb voor mijn ploeg."
- Cor Vos