Jumbo Visma: hoe FC Vlijmen Ajax werd

Wat een seizoen voor Jumbo Visma! 47 overwinningen tot dusver, waaronder de Vuelta. Waar komt dit succes vandaan en waar eindigen de ambities? Afgelopen zomer sprak Jaap Stalenburg namens ons met Merijn Zeeman, om antwoorden te krijgen op die vragen.

Jumbo Visma

“De jacht op INEOS is geopend. Er moet nog wel een tandje bij, maar volgend jaar hopen we ze van de troon te stoten en de Tour te winnen.” De architect van de succesformatie Jumbo-Visma Merijn Zeeman kijkt trots naar het podium op de Champs-Élysées waar Steven Kruijswijk zelfbewust naast Tourwinnaar Egan Bernal en de Brit Geraint Thomas plaatsneemt. Nu nog is er bij de bus van Jumbo-Visma champagne, maar volgend jaar ligt de lat hoger en gaat er met Primoz Roglic, Kruijswijk en Tom Dumoulin gejaagd worden op het geel. In gesprek met Wieler Revue vertelt Zeeman over de lange weg naar succes en de interne revolutie in 2016 die tot het huidig succes heeft geleid. FC Vlijmen werd Ajax…

Het grootste compliment komt op de tweede rustdag in Nîmes uit de mond van de general-manager van de INEOS-ploeg Dave Brailsford. Hij neemt alle tijd om het succes van Jumbo Visma te duiden. “Ze doen een imponerende Tour. Zij hebben zich de afgelopen drie seizoenen sneller ontwikkeld dan welk ander team ook. Dat gaat de komende jaren de te kloppen ploeg worden, zeker als Dumoulin er ook nog bijkomt.” 

Ruim 20 kilometer verder in het Middeleeuwse stadje Sommières is er een persbijeenkomst van Jumbo-Visma. Kruijswijk is bijna niet te zien achter alle microfoons, want ook voor de internationale media is hij op dat moment nog een serieuze kandidaat voor de eindzege in Parijs.De stemming in het prachtige oude station dat tot hotel is omgebouwd is ondanks de overwinningen en de prima positie van Kruijswijk in het algemeen klassement toch bedrukt. De zware val van Wout Van Aert heeft er stevig ingehakt. Aan de andere kant signaleren de wielervolgers een ongekend zelfvertrouwen en zelfs een tikkie bluf, de voorgangers van Jumbo-Visma, Rabo en Belkin, waren toch altijd een beetje FC Vlijmen.

Brabantse voorzichtigheid van staf en een deel van de renners die voor een groot deel rond het Brabantse dorp Vlijmen woonden. De nestor van de Nederlandse wielerpers Jeroen Wielaert zette de discussie over de Tourkansen van Steven Kruijswijk meteen op scherp door na een politiek correct en voorzichtig verhaal over dat hij best de Tour zou willen winnen, keihard de vraag op tafel of hij de Tour ook zou KUNNEN winnen. En dan het antwoord dat de ontwikkeling van de ploeg het beste weergeeft. “Natuurlijk, kan ik winnen. Waarom niet?”

Even verder neemt Zeeman uitgebreid de tijd voor ons eb reageert nog even op het optimisme van Kruijswijk. “INEOS had deze Tour het voordeel van twee kopmannen. Daarmee zorgden ze steeds voor het scenario dat andere renners moesten reageren. Het was de sleutel tot hun succes, want hun helpers waren niet zo heel goed.”

Daarom ook heeft de Jumbo-leiding samen met de sponsoren alles gedaan om Dumoulin los te weken van Team Sunweb. De ontbrekende schakel in een winnend plaatje. “Naast Kruijswijk en Roglic is een extra kopman voor grote ronden nodig om in de Tour INEOS te verslaan. Het is dus niet ‘of’, maar ‘en’. Tegenover Thomas, Chris Froome en Bernal moet je renners opstellen die gelijkwaardig zijn. Met Roglic en Kruijswijk hebben we die. En als Tom erbij komt, is het plaatje helemaal compleet”, aldus Zeeman.

Had jij voorzien dat jullie meteen al in Brussel de Tour zouden domineren, met eerst de etappezege van Mike Teunissen en daarna de overwinning in de ploegentijdrit?

“We hadden er in ieder geval alles aan gedaan. Met het oog op het algemeen klassement wisten we dat de ploegentijdrit niet goed genoeg was, dat we daar wat extra’s moesten doen. We hebben toen met Tony Martin een hele belangrijke schakel binnen kunnen halen, die echt onze ploeg beter heeft gemaakt en niet alleen qua motor maar ook qua mindset. Ik denk dat alles al bij ons voorradig was: kennis over materiaal, kennis over strategie. Mathieu Heijboer heeft dat altijd tiptop voor de bril gehad, alleen Tony brengt daar nog een bepaald zelfbewustzijn bij. Bij de verkenningen zegt hij hele duidelijke dingen, op trainingskamp in januari al. Bijvoorbeeld: ‘Je moet het tempo constant houden en zo niet moet je meteen van kop.’ Dat weet iedereen wel, maar uiteindelijk is men soms nog wat te lief voor elkaar en hij is daar rigoureus in. Dat heeft zo’n switch gebracht bij alles en iedereen dat hij een bepaalde standaard heeft neergezet, waardoor we ook in die ploegentijdritten nu zo goed zijn geworden.”

Dan begin je in Brussel met een gele trui waarvoor je op voorhand niet getekend had. Verraste Mike Teunissen je in Brussel?

“Nee dat zou wel heel ver gaan om dat te zeggen, want ik vind het niet onlogisch wat er is gebeurd.  Toen hij bij ons bij de ploeg kwam zei hij: ‘Ik ben een team player, ik wil voor kopmannen rijden, maar als ik de kans heb om voor mijn eigen kans te gaan, dan zou ik dat graag doen, zodat er wat afwisseling is in mijn programma. Bij mijn vorige ploeg zien ze dat niet in mij zitten en dat is wat ik heel graag wil. Ik wil 90% van het jaar voor een kopman rijden, maar een paar wedstrijden wil ik voor mijn kansen gaan.’ Daar hebben wij heel serieus naar gekeken, ook omdat we het geloof daarin hebben dat hij dat echt kan. Als je dan bij Parijs-Nice komt, dan is het duidelijk en dan zeg je: ‘Daar is het voor Dylan.’

Overigens, als daar bepaalde sprints zouden zijn waar Dylan niet meer bij zou zijn, zou hij ook wel de kans krijgen. Heel nadrukkelijk in de lijn naar de Tour hadden we een paar wedstrijden voor hem staan waarin hij echt de kans zou krijgen om eigen kans te rijden en aan zijn zelfvertrouwen te werken. Dat heeft heel goed uitgepakt, in Duinkerken wint hij het eindklassement, In de ZLM-Tour wint hij een etappe. Daarna op hoogtestage alleen maar hetzelfde verhaal. Wat er in feite gebeurt, is dat hij een soort van andere renner is geworden die veel meer geloof heeft in zijn eigen kunnen en die samen met Amund Grøndahl Jansen en met Dylan echt een team vormt waarin ze elkaar van alles gunnen.

Dan is er een extreem geval in de Tour, waarbij hij 100% voor Dylan rijdt, alleen heel snel beseft: die is weg. Ik kan twee dingen doen, ik kan nu naast hem gaan staan en hem weer op zijn fiets zetten of ik volg mijn intuïtie, wat hij in die maanden daarvoor ook al heeft gedaan. Hij heeft dat ook echt ontwikkeld en dan kan dit er dus uitkomen.”

Hoe belangrijk is dan zo’n eerste weekend als de ploeg in een soort van flow terechtkomt, het hele land in een geel-zwarte roes is.

“Dat is heel mooi en heel belangrijk denk ik, want iedereen begint te voelen: wat gaaf om hier onderdeel van te zijn. Het is voor de staf heel motiverend, want die doen er nog een schepje bovenop. De renners geloven erin: wij hebben een topploeg en we kunnen hier alles doen wat we maar willen. Dat is net even dat extra’s wat je brengt.”

Er staat een wat andere ploeg dan twee, drie jaar geleden. Er zit veel meer zelfvertrouwen in, ze durven van overwinningen te spreken. Het is niet meer alleen maar meedoen. Wat heeft zich achter de schermen afgespeeld. Is pure winnaar en Jumbo-schaatser Sven Kramer wellicht een inspiratiebron geweest?

“Die waarneming klopt, dat denk ik ook, alleen waar ik wel op wil hameren, ik geloof er wel echt in dat dit iets is wat we eind 2016 zijn gaan opbouwen.”

Tom Dumoulin komt Jumbo Visma vanaf volgend jaar versterken

Het jaar 2016 is eigenlijk de aanloop naar het huidig succes geweest. De ploeg presteerde in het voorjaar slecht, er was veel gedoe achter de schermen en de oude clan die er al sinds de Rabo-tijd zat, botste met ambitieuze nieuwelingen als Zeeman. Een scherp commentaar van Raymond Kerckhoffs in De Telegraaf waarin pijnlijk duidelijk de slechte sfeer werd neergezet en de oorzaak van het falen zette de zaak op scherp. Robbert van der Walle, succesvol Brabants zakenman, en de CFO van Jumbo Ton van Veen grepen in en organiseerden sessies met het management om een nieuwe route uit te stippelen met duidelijke stalorders voor ploegbaas Richard Plugge. Zeeman nu: “We hebben heel veel dingen veranderd. Vanuit de basis wilden we met alle 80 mensen die het team vormden de organisatie opnieuw opbouwen en inrichten. Daar hebben we heel veel tijd en energie in gestopt.”

Primoz Roglic won de Vuelta, na dit jaar al derde geworden te zijn in de Giro.

Was dat ook een afscheid van oude cultuur?

“Ja, misschien wel. Het was ook een lastig proces voor deze ploeg. Daar zit een enorm verleden aan vast. Rabo en Belkin stoppen, heel veel dingen stoppen daarmee worden heel veel dingen anders. Dat is ook voor veel mensen in onze staf moeilijk gebleken om daarmee om te gaan. Aan de andere kant deden wij bepaalde dingen ook niet goed. We slaagden er niet altijd in om iedereen betrokken te krijgen. Dat kon ook beter. Dat hebben we ook meteen opgepakt.”

Wat ging er niet goed volgens jou?

“Ik denk dat er binnen onze hele organisatie te weinig betrokkenheid was, te weinig duidelijkheid waar we voor stonden, waar we naartoe wilden, waar we het iedere dag voor doen, wat er allemaal voor nodig is om dat te bereiken en dan heb ik het in de basis over onze hele ploeg. Ik denk dat we op het gebied van training en voeding ons hebben gerealiseerd dat als je dat heel goed gaat doen, alles ter discussie stelt en er heel goed over na gaat denken: hoe kunnen we beter trainen, wat is er allemaal te koop, hoe zit het precies met voeding, hoe zit het met materiaal, met aerodynamica. Als je naar al dat soort dingen echt kritisch gaat kijken en niet gaat zeggen: ‘Nee, dat kunnen we niet, want we hebben die sponsor of: nee dat gaat niet.’ Vergeet even welke afspraken er allemaal liggen, ga gewoon kijken wat er allemaal wel kan.”

Heb jij het de eerste jaren moeilijk gehad in de oude constellatie? Je kwam in 2012 bij de ploeg.

“Zeker, het was totaal anders dan wat ik voor ogen had. In eerste instantie werd ik gehaald om de ploeg op te gaan bouwen en te gaan hervormen, maar dat was onder het Rabobank tijdperk en dat stopte toen. Die eerste paar jaren kwam er van bouwen gewoon niks. Dat waren voor mij hele leerzame jaren, want ik denk ook dat het me gevormd heeft en dat ik er heel veel van heb geleerd wat ervoor nodig is om een topsportorganisatie op te bouwen.”

Dan sta je nu hier met een topformatie en Steven Kruijswijk op het erepodium plus vier etappeoverwinningen.

“We hebben de laatste twee jaar wel gevoeld dat we echt naar de top aan het kruipen waren. Ik denk dat wij de komende jaren echt mee gaan doen voor de Touroverwinning.”

Hoe houden jullie elkaar scherp ondanks het succes. Is dat niet juist heel moeilijk als het goed gaat?

“Zeker, maar ik denk dat er genoeg voorbeelden zijn, ook in onze sport, van ploegen die dat te veel hebben gedaan en eigenlijk hebben gedacht: wij zijn er wel en wij zijn de top. Dat is volgens mij een hele belangrijke les; dat nooit, nooit denken. Ik doe niet anders, iedere dag nadenken: waar kunnen we nog beter worden. Wat dat betreft hoeven ze zich over mij geen zorgen te maken, ik ga zeker niet zweven.”