Wat Parijs voor de Tour de France is, is Madrid voor de Vuelta a España. Traditioneel finisht de laatste etappe in de hoofdstad van het land. Toch wil de organisatie van de Vuelta heel sporadisch het einde weleens ergens anders leggen. De laatste keer dat er niet in Madrid werd gefinisht was in 2014, want toen was er een tijdrit uitgetekend in Santiago de Compostela. Het was eenmalig, want alle andere keren deze eeuw was Madrid ‘gewoon’ het decor van de laatste kilometers van de Ronde van Spanje.
De slotetappe in Madrid werd deze eeuw onder meer gewonnen door Alessandro Petacchi (2x), Erik Zabel, André Greipel, John Degenkolb, Michael Matthews, Matteo Trentin en vorig jaar Elia Viviani. Allemaal sprinters dus. De laatste jaren is de Ronde van Spanje meer en meer de Tour achternagegaan en is er gekozen voor een halve parade op de slotdag. Begin deze eeuw werd er juist regelmatig afgesloten met een race tegen de klok, net als in 2014 in Santiago de Compostela. De laatste keer dat er met een tijdrit werd geëindigd in Madrid was in 2004. De zege ging toen naar Santiago Pérez, de eendagsvlieg die dat jaar drie ritten won, tweede werd in het eindklassement en uiteindelijk werd betrapt op het gebruik van verboden middelen. De tijdritzege van Perez had geen invloed meer op de posities in het eindklassement.
Dit in tegenstelling tot twee jaar eerder. Het duel Fignon-LeMond in de Tour de France van 1989 werd in de Vuelta van 2002 dunnetjes overgedaan. Toegegeven, de ontknoping was minder spannend, maar toch werd leider Roberto Heras in de slottijdrit uit de leiderstrui gereden. Aitor González Jiménez begon met een achterstand van 1 minuut en acht seconden aan de ruim veertig kilometer lange tijdrit, maar had na de race tegen de klok een voorgift van liefst 2 minuten en veertien seconden op nummer twee Heras. Het was zijn moment of fame in de wielerwereld. Na zijn wielerloopbaan raakte González aan de drank en drugs en werd hij veroordeeld voor meerdere criminele delicten.
De renner die onder meer voor Kelme en Fassa Bortolo reed is in de vergetelheid geraakt in het wielercircuit. Dat zal niet voor de overwinnaar van de slotetappe gelden, want die staat bij winst in het middelpunt van de aandacht. De rit wordt in gang geschoten in Fuenlabrada, dat twee keer eerder een start mocht organiseren. Het stadje ligt op twintig kilometer van Madrid en eenmaal in de wereldstad aangekomen rijden de renners nog elf lokale rondes van 5,9 kilometer. Onderweg zijn geen noemenswaardige hindernissen, waardoor je er vergif op kunt innemen dat er aan het eind van de dag wederom een sprinter met de bloemen staat te zwaaien.
Favorieten
Het is kijken naar de sprinters die nog over zijn. De meest aansprekende is dan zonder meer Sam Bennett, die in de slotweek met twee tweede plekken liet zien nog steeds over goede benen te beschikken. De renner van Bora-Hansgrohe werd echter twee keer in de luren gelegd door Deceuninck-Quick Step. In de waaierrit moest hij Philippe Gilbert voorlaten, terwijl hij in Toledo zijn meerdere moest erkennen in Rémi Cavagna.
De grootste concurrent van Bennett komt weer uit het kamp van de Belgische ploeg, namelijk Fabio Jakobsen. Hij geldt samen met Fernando Gaviria als de voornaamste renners die de Iers kampioen eventueel zouden kunnen kloppen. Andere sprinters om op te letten zijn onder anderen Jon Aberasturi, Max Walscheid, Marc Sarreau en Edward Theuns.
**** Sam Bennett
*** Fabio Jakobsen & Fernando Gaviria
** Marc Sarreau, Jon Aberasturi, Edward Theuns
* Max Walscheid, Philippe Gilbert, Rémi Cavagna, Szymon Sajnok