Na de opgave van de zieke Laurens De Plus en in een eerder stadium het afhaken van de geblesseerde Robert Gesink is Bouwman degene die het laatst overblijft om Roglič bij te staan in de lastige Giro-etappes. Tot grote tevredenheid van hemzelf. “Lange tijd was het de vraag of ik de Giro überhaupt wel zou halen, want ik kampte met serieuze rugklachten. Maar dat lukte en ik kon zeker in de bergen een heel degelijk niveau laten zien. Ik zat vaak in een groepje met jongens als Bob Jungels en Davide Formolo, dus voor mezelf kan ik spreken van een geslaagde Giro."
Voor de ploeg ligt dat anders. Bij Team Jumbo-Visma zijn ze vooraf duidelijk over het doel: eindwinst. Niets anders. “Voor de ploeg is het mislukt, simpel zat”, is Bouwman stellig. “Een samenloop van omstandigheden heeft ervoor gezorgd dat het niet lukte. Primož was een paar dagen ziek en heeft geluk gehad dat ze hem toen niet aanvielen. Laurens De Plus werd ziek, terwijl hij op hoogtestage zo verschrikkelijk hard reed. En in Luik viel Robert Gesink weg. Met die twee erbij was Richard Carapaz nooit zo ver weggereden. Maar goed, dat is ook het mooie; als telt niet in de wielersport. Uiteindelijk wordt Primož derde en daar waren we wel tevreden mee. Als hij vierde was geworden, dan was het anders geweest."
'Zelf winnen is mooi, maar als iemand anders van de ploeg wint, dan vind ik dat net zo mooi'
Hoewel Bouwman in de Giro van 2018 meer ruimte voor eigen succes kreeg, zal hij zich de komende jaren in grote rondes meer en meer richten op de helpersrol. Die taak bevalt hem. Het is dan ook geen moeilijke keuze om eerder dit jaar zijn contract met twee jaar te verlengen. “Het maakt voor mij geen verschil of ik wel of geen kansen krijg. Zelf winnen is hartstikke mooi, maar als iemand anders van de ploeg wint, dan vind ik dat net zo mooi."
"Voor mij is het geen enkel probleem om mijn kansen op te offeren voor iemand als Primož, die een grote ronde ook daadwerkelijk kan winnen. Ik ben ook met George Bennett als kopman naar de Giro geweest. Een steengoed renner natuurlijk, maar als hij een grote ronde wint, dan zou dat een hele grote verrassing zijn. In zo’n geval krijg je automatisch zelf ook iets meer kansen."
Groep 8-kamp
Na de Giro d’Italia rijdt Bouwman nog de Hammer Series, Ronde van Zwitserland en beide NK’s. Het beste is er dan echter wel af. De Achterhoeker heeft nood aan rust, zodat hij zich kan opladen voor het najaar. Tijdens de Tour de France start Bouwmans voorbereiding op het tweede gedeelte van het seizoen.
“Ik rijd onder meer de Rondes van Denemarken, Duitsland en Groot-Brittannië. De Vuelta niet. Ik zou graag eens twee grote rondes in een jaar rijden, maar onze ploeg is in de breedte te sterk op dit moment. De hoogtestage in het Oostenrijkse Kühtai verliep uitstekend. Ik was weer uitgerust en had onwijs veel zin om te trainen. Ik was thuis al begonnen met duurtrainingen en ik ben in Oostenrijk eigenlijk op dezelfde voet verdergegaan."
'Mijn pa is door mij gaan fietsen en niet andersom'
Tussen de trainingen door hebben Bouwman en zijn ploeggenoten meestal de tijd om de Tour de France te volgen. En om de teamgeest positief te beïnvloeden. “Het voelde soms echt als een groep 8-kamp. We hebben veel van de Tour gezien, supergaaf om de jongens zo bezig te zien. Dat gaf veel moraal. Na een training van zeven uur zocht iedereen zijn bed wel op, maar na iets kortere trainingen of op rustdagen zijn we na het eten wel blijven zitten met z’n allen. We hebben bijvoorbeeld veel kaartspellen gedaan, zoals UNO, Pesten of Pokeren. Er staat niets op het spel, maar toch gaat het er fanatiek aan toe. Heel gezellig. Helaas heb ik alleen vaker verloren dan gewonnen."
Badminton
Bouwman bouwt de laatste jaren gestaag aan zijn loopbaan. In 2017 baart hij opzien door een etappe en de bergtrui in het Critérium du Dauphiné te winnen. Het is tot nog toe de grootste individuele prestatie in zijn loopbaan, die al op zevenjarige leeftijd in gang wordt geschoten. “Ik kreeg toen mijn eerste racefiets en sloot me direct aan bij een wielervereniging. Ik werd gelijk weer weggestuurd, omdat ik eigenlijk nog te jong was."
"Maar ik was fanatiek en dat vonden de mensen leuk om te zien, waardoor ik uiteindelijk toch mocht blijven. Ik deed in mijn jeugd ook aan voetbal en badminton, maar vooral op voetbal was ik snel uitgekeken. Teamgenoten kregen een euro als ze een doelpunt maakten, terwijl voetbal juist een teamsport is."
Badminton en wielrennen combineert Bouwman nog een tijdje, maar uiteindelijk geeft het vrije karakter van de wielersport de doorslag. Hij wil niet gebonden zijn aan een sporthal met een minimaal speelveld. Bouwman wil namelijk iets van de wereld zien. “Je kunt gaan en staan waar je wil en als je bijvoorbeeld naar Amsterdam wil fietsen, dan houdt niemand je tegen. De fiets bleek mijn absolute passie, terwijl mijn ouders helemaal geen wielerfanaten zijn. Mijn pa is gaan fietsen door mij en niet andersom. Ik werd ook nooit gepusht door mijn omgeving. Op het moment dat veel jongens afhaakten, begon ik het juist alleen maar leuker te vinden."
Knikkende knietjes
Bouwman heeft niet de geijkte weg naar de profwereld gevolgd, zoals veel van zijn generatiegenoten dat wel deden. Namelijk via de Rabobank Development-ploeg. Bouwman werkt zich echter via het continentale Jo Piels en opleidingsploeg SEG Racing Academy naar de WorldTour. “Ik heb ook weleens een gesprek gehad met Rabobank, maar dat is uiteindelijk niets geworden. Het was een supergoede ploeg, maar niet per se de weg naar de profs. Zo zie je ook aan iemand als Taco van der Hoorn."
'Het had zomaar gekund dat ik nu voor Team Sunweb had gereden in plaats van Team Jumbo-Visma'
"Ik zat ook goed bij Jo Piels. In 2015 tekende ik wel voor het opleidingsteam van Giant-Alpecin, maar dat kwam er door budget technische redenen toch niet. Ik ben nog wel op stage geweest met de profs. Het had dus zomaar gekund dat ik nu voor Team Sunweb had gereden in plaats van Team Jumbo-Visma."
Na een geslaagde stage zet Bouwman eind 2015 desondanks zijn krabbel onder een contract bij de geel-zwarte WorldTour-ploeg, dan nog een van de mindere formaties van het peloton. “De eerste koers tijdens mijn stage was de Tour of Britain. Ik lag met Bram Tankink op de kamer en ging er met knikkende knietjes heen. Maar al na tien minuten valt die spanning van je af. Er is niemand die zich beter voelt dan een ander en dat maakt Team Jumbo-Visma zo’n goed team. Dat betaalt zich de laatste jaren uit met de ontwikkeling van de gehele ploeg, terwijl ook ieder individu beter wordt."