De zesde en voorlaatste etappe van de Tirreno-Adriatico bood de sprinters de laatste kans op een etappewinst. De etappe kende daarom een klassiek verloop. Een groep van 7 renners (Mirco Maestri, Davide Ballerini, Gijs Van Hoecke, Igor Bojev, José Rojas, Dayer Quintana en Ben King) koos het hazenpad, wellicht tegen beter weten in.
In de achtergrond hielden de sprintersploegen het verschil altijd onder controle, waardoor een sprint onvermijdelijk was. In de finale leek het nog even spannend te worden, maar mede dankzij werk van Deceuninck-Quick Step en BORA-hansgrohe werden de laatste twee vluchters (Rojas en Ballerini) op 4 kilometer van de meet ingerekend.
In de laatste kilometers was het dringen en wriemelen geblazen. Onder meer Sagan, Viviani, Mohoric en Van Avermaet probeerden zichzelf in positie te brengen. Met name Viviani had een indrukwekkende trein voor zich, maar dat kon niet voorkomen dat hij werd ingesloten. Sagan zat juist weer te ver voorin en moest positie kiezen.
Ondertussen reden Viviani zijn ploeggenoten Richeze en Alaphilippe op kop om schijnbaar de sprint aan te trekken. Het was Greg Van Avermaet die op de licht hellende aankomststrook de sprint als eerste aanging, maar hij had net als de rest geen antwoord op de tandem Richeze-Alaphilippe. De Fransman werd perfect gelanceerd door zijn ploeggenoot en kwam verrassend als eerste over de finish, gevolgd door Cimolai en een toch ietwat teleurgestelde Viviani.
Morgen sluit de Tirreno-Adriatico af met een tijdrit in San Benedretto del Tronto.