'De aandacht voor Evenepoel zal voor jaloezie zorgen'

In januari slaat Deceuninck-Quick Step traditioneel haar tenten op in het Spaanse Calpe. Het stadje aan de Costa Blanca is voor veel profploegen de uitvalbasis om zich voor te bereiden om het naderende seizoen. We spraken er met Patrick Lefevere.

Patrick Lefevere
  • Afbeelding van Deceuninck-Quick Step Deceuninck-Quick Step

De Ronde van Vlaanderen, Luik-Bastenaken-Luik, de Waalse Pijl, E3 Harelbeke, Dwars door Vlaanderen, 5 etappes in de Giro, vier Touretappes, de bolletjestrui, vier etappes in de Vuelta, Clásica San Sebastián, het WK ploegentrijdrit, meerdere nationale kampioenen… We kunnen nog wel even doorgaan. Nog nooit won de ploeg van Patrick Lefevere zoveel als in 2018. Maar het was niet alleen de kwantiteit van de zeges die telde, ook de kwaliteit. Een groot deel van de overwinningen werd behaald op WorldTour niveau.Het succes brengt de nodige verwachtingen mee naar 2019. Lefevere heeft met Deceuninck een geldschieter gevonden waarmee de toekomst voorlopig verzekerd is. Maar het duurde wel vrij lang voordat deze zekerheid er was. Het gevolg daarvan was dat renners als Niki Terpstra, Fernando Gaviria en Jhonatan Narvaez andere oorden opzochten. Met het vertrek van met name Terpstra en Gaviria verliest de ploeg op papier een hoop mooie overwinningen.

Daar staat tegenover dat goudhaantjes als Julian Alaphilippe, Elia Viviani, Bob Jungels, Yves Lampaert, Enric Mas, Philippe Gilbert en Fabio Jakobsen bij de ploeg bleven. Zij moeten dit seizoen voor de zeges gaan zorgen. En dan is er nog Remco Evenepoel, het supertalent waar al heel veel over gezegd en geschreven is. Hoe gaat hij met de druk om en hoe wordt daar in de ploeg naar gekeken?

Met Deceuninck hebben jullie een nieuwe geldschieter. Wat was er gebeurd wanneer zij op een later moment vastgelegd werden? Had de ploeg er dan anders uitgezien?

“Eigenlijk is die vraag niet meer aan de orde, maar natuurlijk is alles gelieerd aan budgetten. Iedereen weet dat Quickstep een stapje teruggezet heeft, dat ze tweede sponsor worden omdat hun budget verminderd. Daarom moesten er op een bepaald moment keuzes gemaakt worden. Niki Terpstra is 34 jaar, heeft een nieuw huis en twee kleine kinderen. Hij kreeg een superaanbod van Direct Energie. Hij heeft heel lang gewacht en risico’s genomen, maar op een gegeven moment heb ik gezegd: ‘Niki, je moet niet wachten, want als je nu tussen wal en schip valt zul je kwaad zijn op mij, en terecht. Wacht daarom niet.’”

Het lijkt er vaak op dat je precies doorhebt wanneer renners minder goed worden en in een dalende curve komen. Geldt dat ook voor de vertrekkers van dit jaar?

“Ik hoop het niet voor hen, maar wel voor mij natuurlijk (lacht). We gaan Niki tegenkomen dit voorjaar. Hij kent onze tactiek, hij weet hoe we denken, hij weet alles van de ploeg. Hij zal natuurlijk proberen om wat hij hier heeft opgepikt heeft en meegeholpen heeft om op te bouwen meenemen naar zijn volgende ploeg. Gaviria zijn vertrek heeft ook echt met het budget te maken. Hij heeft een serieus palmares opgebouwd met puntentrui in de Giro, twee etappes in de Tour en een dag geel, noem maar op. Maar winnen heeft ook een keerzijde. Veel winnen moet ook betaald worden. Gaviria heeft vorig jaar negen koersen gewonnen en Terpstra drie. Als ze dat van ons totaal afhalen zijn we nog altijd de beste ploeg.”

‘Met twintig zeges minder staan we nog altijd bovenaan de zegeranking’

Zouden jullie met de huidige ploeg hetzelfde aantal overwinningen kunnen halen? Of is dat geen op zichzelf staand doel?

"Ik pin me niet graag vast op een bepaald aantal overwinningen. In mijn zes jaar bij Mapei vroeg Giorgio Squinzi (eigenaar Mapei, red.) me elk jaar: ‘Patrick, hoeveel koersen gaan jullie dit jaar winnen?’ Ik zei altijd: ‘Ik beloof niks, maar we gaan onze stinkende best doen.’ Meer dan dat kun je niet doen. Een ideaal scenario kun je in een boek beschrijven, maar in de werkelijkheid werkt het altijd anders. We werken met mensen, niet met machines.

Vorig jaar werd ook gezegd dat we minder zouden worden, na het vertrek van onder meer Kittel, Trentin, Daniel Martin en Brambilla. Toch pakten we in 2018 meer zeges dan in 2018. We hebben een juiste combinatie van ervaring en jonge, beloftevolle renners. Ik zeg nu niet dat we weer 73 zeges gaan halen, maar met 20 zeges minder staan we nog altijd bovenaan de zegeranking. Maar wanneer ik geconfronteerd wordt met beelden van vorig seizoen en alle trofeeën zie, vraag ik me soms wel af hoe het mogelijk is wat we gedaan hebben in 2018. Het was echt een bijzonder seizoen en dat zag je ook bij de renners. Iedereen wilde winnen. Op een moment zei Zdenek Stybar: ‘Als ik een koers had gewonnen, was het mijn beste seizoen ooit geweest.’ Je merkte het in de koers ook aan andere ploegen, ze wilden ons niet helpen en lieten ons het werk opknappen.”

Als je de ploeg van vorig jaar moet vergelijken, is die dan even sterk als in de Mapei-periode?

“Ik vergelijk periodes niet graag, want iedereen weet dat periodes anders zijn. Coppi kun je ook niet vergelijken met Van Looy en Van Looy niet met Merckx en Van Steenbergen. Er wordt heel anders gekoerst nu. In vergelijking met tien jaar geleden zelfs is de wielersport, de manier van koersen enorm veranderd. Ik was de eerste die met veel verschillende nationaliteiten werkte. Andere teams kopiëren dat, kijk maar hoe bijvoorbeeld Jumbo-Visma zich nu profileert. Andere ploegen proberen een middel te vinden om ons te kloppen.”

Wanneer je nu terugkijkt, zijn er dingen die beter konden of fout zijn gegaan afgelopen seizoen?

“Achteraf bekeken en zittend in je zetel kun je alle koersen winnen. Zoals ik al zei: We werken met mensen, dus worden er fouten gemaakt.”

‘Van mij mogen andere ploegen die overwinningen hebben, als het de mooie overwinningen maar niet zijn.’

Met de renners die vertrekken verlies je op papier zo’n 15 overwinningen ten opzichte van vorig jaar. Welke renners gaan dat opvangen?

“Is dat nodig? Van mij mogen andere ploegen die overwinningen hebben, als het de mooie overwinningen maar niet zijn (lacht). Nee serieus, iedere overwinning is natuurlijk mooi. Ook overwinningen in een kermiskoers.”

Philippe Gilbert wordt dit jaar 37. Vrees je niet er niet voor een scenario als met Tom Boonen, die op het einde van zijn carrière minder koersen won?

“Gilbert en Boonen kun je eigenlijk niet met elkaar vergelijken. Gilbert heeft veel gewonnen, maar Boonen was een echte veelwinnaar. Gilbert heeft in 2011 een exceptioneel jaar gehad, maar je kunt niet van hem verwachten dat hij vijf koersen per jaar wint. Hij is slim he? Hij zal echt niet tot de Tour de France wachten om te spreken over zijn toekomst. Als hij goed is in de klassiekers, kan ik moeilijk om hem heen. Maar anderzijds zal ik iemand van 37 ook niet een tweejarig contract geven. Voor Stybar geldt ook dat hij wordt betaald als een kopman, dus als iemand die koersen wint. Met hem zullen we ook pas na de klassiekers praten over een nieuw contract.”

Gilbert heeft aangegeven dat hij nog graag de twee ontbrekende monumenten, Milaan-San Remo en Parijs-Roubaix, aan zijn palmares wil toevoegen. Bestaat het risico dat jullie je uit een bepaald vorm van sentiment teveel laten meeslepen terwijl Viviani misschien een grotere kans heeft om Milaan-San Remo te winnen, om maar wat te zeggen?

“We hebben dat met Museeuw en Boonen ook gedaan, we zijn toen teveel meegegaan in dat sentiment. Maar we hebben anderzijds nooit de kaart van één coureur getrokken. Het was niet dat Tom toen alleen kopman was in Parijs-Roubaix. Uit respect hebben de anderen misschien meer gedaan dan ze voor Tom moesten doen. Maar vergeet niet dat Tom Boonen 15 seizoenen voor onze ploeg heeft gereden.”

Wanneer je kijkt naar het programma van de renners kijkt, valt het op dat Bob Jungels de voorjaarskern komt versterken. Is dat uit noodzaak?

“Nee, totaal niet. Wij zijn niet de ploeg die een programma opdringt aan haar renners. Ik denk dat je veel meer succes behaalt wanneer een renner koersen rijdt die hij graag wil rijden. Natuurlijk, ik kan niet ontkennen dat de plaatsen in onze ploeg erg duur zijn. Daarom heeft Jungels nu echt gekozen voor die koersen en zal hij de heuvelklassiekers, op Luik-Bastenaken-Luik na, niet rijden. Het rijden van een klassement in een grote ronde wordt ook wel wat geromantiseerd. Je moet er voor op hoogtestage gaan en drie weken in de Sierra Nevada zitten met een soigneur en een trainer… Dat is heel eentonig en Bob is iemand die graag leeft om het zo maar te zeggen.”

Jullie hebben nog nooit een grote ronde gewonnen. Is het realistisch om te verwachten dat kan met Enric Mas?

“Dat zal moeten blijken. Hij stak er bij de jeugd al bovenuit, net als Alaphilippe, maar in mijn ogen heeft Alberto Contador hem geen cadeau gedaan door Mas te bestempelen als zijn opvolger. Maar uiteindelijk was hij daar toch wel blij mee (glimlacht). De Vuelta is een andere koers dan de Tour natuurlijk. Ik wil zeker niet negatief zijn en zeker niet ten opzichte van Enric Mas, want coureurs hebben een heel goed geheugen wanneer je iets verkeerds zegt. Ik kon anders zeggen dat Peter Velits ook ooit tweede werd in de Vuelta.”

Hebben jullie wel de ploeg om een grote ronde te winnen? Met Laurens De Plus en Maximilian Schachmann verlies je twee renners die bergop goed uit de voeten kunnen.

“Had Yates de afgelopen Vuelta zo’n ploeg? Je kunt het wielrennen saai noemen, maar het is ook simpel. Sky en Movistar rijden op kop. Op het moment dat het nodig is, kom je uit hun wiel. Wanneer je dat kunt, win je”

‘Ze gaan vechten om Evenepoel terug te halen’

De meest opvallende transfer blijft natuurlijk die van Remco Evenepoel. Het supertalent slaat de beloftencategorie over en debuteert als 18-jarige als profrenner in de WorldTour. Bij Deceuninck-Quick Step blijven ze benadrukken dat ze hem geen druk opleggen en proberen ze hem wat uit de luwte te houden. Maar hoe wordt er in het peloton eigenlijk tegen Evenepoel aangekeken? Is er jaloezie omdat hij zoveel aandacht krijgt? Lefevere denkt van wel: "Ik heb daar al veel over nagedacht. Ik denk dat de exposure en aandacht die hij al gehad heeft wel voor jaloezie gezorgd heeft. Stel, hij demarreert straks in de Ronde van San Juan waar hij debuteert… Ze gaan er om vechten om hem terug te halen, daar ben ik 100% zeker van. Dat zal niet leuk zijn. Evenepoel lacht er nu om. Let op: Dat is niet negatief bedoeld en hij lacht andere renner niet uit, maar hij wil het eerst allemaal zien.”

Aan zelfvertrouwen geen gebrek. In de UAE Tour wil hij al kijken waar hij strandt en waar hij staat ten opzichte van de rest.

“Tussen iets willen en iets daadwerkelijk kunnen zit een verschil natuurlijk. Hij zegt ook tegen mij dat San Juan nog iets te vroeg is, maar dat hij er in de UAE Tour voor het eerst wil staan. Ik vind het goed dat hij zichzelf doelen stelt. Na de koers zullen we hem vast eens moeten opvangen omdat hij ontgoocheld zal zijn, maar hij weet dat dat erbij hoort en hij wou zelf heel graag prof worden dit seizoen. Zelf had ik graag een ander scenario voor hem voorzien, maar dat mocht niet van de UCI. Ik had graag gezien dat hij afgelopen seizoen na het Europees Kampioenschap voor Hagens Berman Axeon, de ploeg van Axel Merckx ging rijden. De UCI wilde geen uitzondering maken, zelfs niet voor iemand die de rest op 10 minuten reed.”

Zoals gezegd. Evenepoel is jong en er komt een hoop op hem af. Hebben jullie iemand die hem daar in begeleidt?

“Remco komt uit een warm nest. Hij is enig kind en ik voel dat daar veel liefde is. Niet dat dat bij anderen niet zo is overigens. Bij Deceuninck-Quick Step hebben we 50 mensen in dienst voor 25 renners, hij is en blijft zeker nederig naar iedereen en als hij eens in een dipje zit zijn er genoeg mensen bij ons die er voor hem zijn.”

Tot slot, wanneer is seizoen 2019 geslaagd voor Deceuninck-Quick Step?

“Als ik hier volgend jaar met dezelfde glimlach sta als nu is ons seizoen geslaagd.”