De race tegen de klok werd gehouden in Medellín, de geboorteplaats van ex-renner en voormalig-wereldkampioen tijdrijden Santiago Botero. Er werd een parcours van veertien kilometer uitgestippeld. Een van de eerste WorldTour-ploegen die finishten was Deceuninck-Quick Step met onder anderen Julian Alaphilippe, Bob Jungels en Alvaro Hodeg.
Het Belgische team zette de beste tijd neer, maar kon echter niet lang genieten van de eerste plaats. Niet veel later dook EF Education First namelijk met acht seconden onder de tijd van Deceuninck-Quick Step. De Amerikaanse ploeg werd vooral gedragen door Lawson Craddock, Taylor Phinney, Felipe Martinez en Rigoberto Urán, waarbij vooral die laatste een motor bleek te zijn.
UAE Emirates Team, Astana en Team Sky waren toen nog onderweg, maar konden niet tippen aan de tijd van de nummer een. Team Sky strandde op tien seconden. De grote verliezer was Movistar, dat liefst 44 seconden moest toegeven.