Luik-Bastenaken-Luik is anders dan alle andere voorjaarsklassiekers. Geen driehonderd duffe kilometers langs de Ligurische kust, geen korte kasseienklimmetjes door Vlaanderen, geen ellenlange secteurs pavés in het kille Noord-Frankrijk en ook geen ontelbare korte, steile beklimmingen door de Nederlandse heuvels. Nee, Luik-Bastenaken-Luik zoekt de échte hellingen op, in de Belgische Ardennen die ook eind april nog weleens in winterse omstandigheden gehuld kunnen zijn. De Stockeu, Rosier, Saint-Nicolas en natuurlijk de illustere Redoute: allemaal zijn ze even beroemd of berucht bij iedere wielerliefhebber. En wat te denken van de vele heroïsche koersverlopen die de historie van La Doyenne kleuren? Een oude dame, dat wel, maar Luik-Bastenaken-Luik is meer dan terecht één van de mooiste wielerkoersen op aarde.
Historie
De eerste editie van Luik-Bastenaken-Luik vond plaats in 1892. Enkel voor Milaan-Turijn moeten we nóg verder de geschiedenis in, die Italiaanse koers kende haar eerste episode al in 1876, weliswaar als eenmalige gebeurtenis, om vanaf 1893 weer terug op de wielerkalender te keren. Al met al kan dus gesteld worden dat L-B-L de oudste wielerkoers op de huidige kalender is.
In de eerste levensjaren van De Oude Dame werd de race tussen Luik, Bastenaken en Luik georganiseerd als wielerkoers voor amateurrenners. Oorspronkelijk was het plan om vanuit de Belgische Ardennenstad naar Parijs te rijden, om bij de gloednieuwe Eiffeltoren te keren en weer terug naar Luik te fietsen. Men wilde echter eerst testen of dat ambitieuze idee wel mogelijk was, en dus werden eind mei 33 renners op gang geschoten voor de proefeditie van Luik-Parijs-Luik. Bastenaken werd gekozen als keerpunt, omdat organisatoren daar gemakkelijk met de trein naartoe konden reizen om te controleren of alle dertig renners ook daadwerkelijk de ommekeer passeerden.
In Bastenaken bleken er echter nog maar drie renners over te zijn. Drie lokale fietsfanaten die luisterden naar de namen Léon Houa, Louis Rasquinet en Léon Lhoest bleken dapper genoeg om in Zuidoost-België hun draai richting Luik te maken, en vele uren later ook daadwerkelijk te finishen. Houa toonde zich de sterkste, door met een voorsprong van 22 minuten op Lhoest de finish in Luik te passeren. Louis Rasquinet kwam als derde en laatste binnen, dik drie kwartier achter zijn streekgenoot Houa.
De race naar Parijs kwam er uiteindelijk niet meer en zo volgde in 1893 de tweede editie van Luik-Bastenaken-Luik. Opnieuw was Houa de topfavoriet, een rol die hij - zeker in de eerste helft van de koers - meer dan waar maakte. In de eerste 130 kilometer naar Bastogne ging hij zo hard, dat bij het keerpunt de koerscommissaris zelfs moest meerennen om Houa af te stempelen. De instorting volgde in het tweede deel van de koers, maar Houa had al zo'n grote voorsprong op de rest opgebouwd, dat van spanning al lang geen sprake meer was.
Ook het volgende jaar zegevierde Houa, op exact dezelfde onoverwinnelijke wijze. Het wegwielrennen verdween vervolgens bijna helemaal in België, waardoor een vierde editie van Liège-Bastogne-Liège er niet meer leek te komen. Pas in 1908 organiseerde de Luikse wielersportvereniging weer een wedstrijd in de Ardennen. Ditmaal waren ook profs zonder ploeg toegestaan om deel te nemen aan de vierde episode van Luik-Bastenaken-Luik. André Trousselier - broer van Louis Trousselier die in 1905 de Tour op zijn naam schreef - profiteerde daarvan door als eerste Fransman de Ardennenkoers op zijn naam te schrijven. In 1909 zegevierde de Luikenaar Victor Fastre, die vijf jaar later tijdens de Eerste Wereldoorlog sneuvelde aan het front in Rotselaar.
Gebrek aan belangstelling verhinderde de editie van 1910, maar in 1911 keerde Luik-Bastenaken-Luik weer terug, met de Vlaming Joseph Van Daele als gelukkige winnaar. Het was de laatste keer dat amateurrenners ook toegelaten werden tot het deelnemersveld in de koers. In 1912 vertrokken slechts 22 professionele deelnemers vanuit Luik voor 250 kilometer koers in de regen, sneeuw en harde wind. In eerste instantie leek iedereen de barre weersomstandigheden wel te kunnen trotseren, want bij de draai in Bastogne kwamen alle starters langs het controlepunt. 120 kilometer later zagen de wedstrijdofficials echter nog maar twee deelnemers over de meet komen op het vliegveld van Ans. De West-Vlaming Omer Verschoore pakte als eerste fulltime-profrenner de winst in Luik-Bastenaken-Luik.
In de jaren nadien bleven de Belgen Luik-Bastenaken-Luik domineren. Vaak was de hele top 10 gevuld met renners die de Belgische driekleur vertegenwoordigden. Tegelijkertijd ging het de organisatie van de koers niet altijd voor de wind. De concurrentie van de Vlaamse variant, de Ronde van Vlaanderen, werd alsmaar groter en in Luik werd keer op keer gevreesd dat het benodigde aantal deelnemers niet behaald werd. Pas tegen de jaren '30 begon de status van Luik-Bastenaken-Luik te groeien. En na een pauze tijdens de Tweede Wereldoorlog maakte de koers zelfs langzaam een internationalisering door. In '49 pakte de Breton Camille Danguillaume de winst, waarna de legendarische Ferdi Kübler in 1951 en 1952 zegevierde in Luik. Zijn tweede overwinning spreekt het meest tot de verbeelding, omdat het parkoers zwaarder was gemaakt doordat de toen nog onverharde Côte de Wanne een plekje kreeg in het begin van de finale. Kübler profiteerde van een lekke band bij koploper Louison Bobet, om vervolgens in de laatste kilometers Jean Robic en Henri Van Kerckhove uit zijn wiel te kletsen door flink aan te zetten op een klimmetje net buiten Luik.
In 1960 werd Ab Geldermans de eerste Nederlander die Luik-Bastenaken-Luik wist te winnen. Middels een prachtige solo kwam hij met dik twee minuten voorsprong als winnaar uit de bus in Luik. Eddy Merckx maakte een kleine tien jaar later de wedstrijd eigen door hem liefst vijf keer te winnen. In 1969 deed hij dat voor het eerst. Merckx begon zijn zegetocht op de Stavelot, waar hij met zijn Faemaploegmaat Vic Van Schil wegreed. Op de Haute Levée breidden de twee zijn voorsprong uit en met liefst acht minuten voorsprong op de rest kwamen Merckx en Van Schil honderd kilometer later aan in de Luikse deelgemeente Rocourt.
Nadat Roger de Vlaeminck in 1970 La Doyenne won, was het in '71, '72 en 1973 opnieuw de beurt aan Merckx. Daarvan is zijn winst in 1972 de strafste. De Kannibaal begon opnieuw op de Stockeu aan zijn solo, waarna hij vijftig kilometer door barre weersomstandigheden richting de finish in Verviers laveerde. Niemand kwam ook maar in de buurt van Merckx' tempo en met 2'40'' voorsprong op nummer 2 Wim Schepers bewees hij absoluut de beste te zijn.
Een andere memorabele editie van Luik-Bastenaken-Luik is die van 1980. Het was die dag, 20 april 1980, zó koud dat renners in hun broek plasten om het warm te krijgen. Volgens commentator van dienst Mart Smeets is het 'weer om in bed te blijven.' Maar de 174 deelnemers aan die bewuste Luik-Bastenaken-Luik konden simpelweg niet in bed blijven.
Na honderd kilometer had al meer dan de helft van de deelnemers opgegeven. Meerdere topfavorieten hielden het voor gezien. Maar Bernard Hinault hield vol, hoewel dat bij hem ook niet zonder tegenzin ging. Om het nog een beetje warm te krijgen demarreert Hinault op de Stockeu. Niemand gaat hem achterna, wat Hinaults voorsprong al snel doet oplopen tot uitendelijk negen minuten. Hennie Kuiper wordt tweede achter de blije Hinault. Blij, omdat hij ein-de-lijk binnen was.
Of La Doyenne tegenwoordig nog steeds zo heroïsch is als in de periode met Merckx en Hinault, valt te betwijfelen. Wat wel zeker is, is dat het parkoers van de Ardennenklassieker er niet minder zwaar op is geworden. Met dik 4000 hoogtemeters en 260 kilometer door de Waalse landschappen is mag Luik-Bastenaken-Luik met recht bestempeld worden als één van de zwaarste wielerklassiekers ter wereld.
Parkoers
Luik-Bastenaken-Luik is de enige voorjaarsklassieker die ook interessant is voor de klimgeiten. Dat komt door de Ardense beklimmingen, die in tegenstelling tot de côtes in de Waalse Pijl en de Amstel Gold Race relatief lang en meest regelmatig zijn. Zo zijn de Côte de Mont-le-Soie, Col du Rosier en de Col du Maquisard voorbeelden van dergelijke lopers.
De race start, zoals de naam al verklapt, in Luik. In het stadscentrum van de grootste stad van Wallonië worden alle 175 deelnemers op gang geschoten. Via het keerpunt in Bastenaken rijden de renners vervolgens langs tien beklimmingen terug richting Luik, om na de slotklim in Ans te finishen bij een groot parkeerterrein voor de Pizza Hut en de Carrefour.
De finale wordt voor het tweede jaar op rij niet ingeluid door het trio Wanne - Stockeu - Haute-Lévee, maar door de Côte du Pont, de Bellevaux en de zeer steile Ferme-Libert, waar ijs en weder dienende 's winters ook geskied kan worden. Dan volgt op zestig kilometer van de meet de Col du Rosier, om na een lange afdaling de Col du Maquisard aan te doen. De echte hel moet dan nog komen, want La Redoute wordt pas op 36 kilometer beklommen. De bekendste klim van L-B-L overbrugt in twee kilometer 180 hoogtemeters, goed voor een gemiddeld stijgingspercentage van 9%.
Na La Redoute volgt de eveneens steile Roche-aux-Faucons, de Valkenrots, en na een grijze passage door de industrieële contreien van Luik beklimmen de coureurs de bekende Côte de Saint-Nicolas. Bij nummer 256 liet Franck Vandenbroucke in 1999 Michael Boogerd meedogenloos achter, op weg naar de door Eddy Merckx voorspelde winst in Luik-Bastenaken-Luik.
Na 258 kilometer koers komen de renners dan aan in Ans, na een eindsprint op de Rue Jean Jaurès. Mogelijk dat dat voor het laatst is, want het contract met Ans loopt af en er zijn geruchten dat vanaf 2019 de finish weer in het centrum van Luik plaatsvindt.
Favorieten
Ondanks een teleurstellende tweede plek in de Waalse Pijl, kunnen we Alejandro Valverde opschrijven als de absolute topfavoriet voor de zege in Luik. De Spanjaard mag dan wel in de herfst van zijn carrière zitten, de prestaties worden er niet minder op en de kans is rijkelijk aanwezig dat El Imbatido als eerste over de meet komt.
Maar de man die Valverde woensdag wist te verslaan, mogen we natuurlijk ook niet vergeten. Julian Alaphilippe is de man die Valverde in de komende jaren moet gaan vervangen als winnaar van de heuvelklassiekers en hij is hard op weg een hele grote te worden. In 2015 werd de 25-jarige Fransman al tweede in Luik-Bastenaken-Luik, achter winnaar Valverde. Alaphilippe ziet dat zondag natuurlijk het liefst omgedraaid.
Dan dient Daniel Martin zich aan. De Ier is altijd sterk in La Doyenne, met winst in 2013 als hoogtepunt. Het beste is er bij hem al vanaf, maar met een goede dag kan zege nummer 2 zomaar geschieden. Michal Kwiatkowski staat nog droog wat zeges in L-B-L betreft. De capaciteiten zijn er bij de Pool zeker om als winnaar uit de bus te komen in Luik, hoewel dit seizoen tot nu toe nog niet is om over naar huis te schrijven.
Kwiatkowski heeft Luik-Bastenaken-Luik nog nooit gewonnen, zijn ploeggenoot Wout Poels daarentegen wel. In 2016 versloeg hij Michael Albasini en Rui Costa in de eindsprint in Ans. Wie weet kan de Limburger zijn kunstje van dat jaar herhalen.
Ook Mikel Landa komt goed uit de bus in de heuvelklassiekers en mocht het plan-Valverde mislukken bij Movistar, kunnen ze altijd met Landa nog voor de winst gaan. Bij het Italiaanse kamp moet gekeken worden naar Bahrain-renners Vincenzo Nibali, Enrico Gasparotto en Domenico Pozzovivo. Een sterk trio, wat ook benadrukt werd door ploegleider Rik Verbrugghe.
Nog meer kanshebbers? Jazeker: let op Tim Wellens, Simon Gerrans, Dylan Theuns, Michael Matthews, Michael Woods, Bauke Mollema, Warren Barguil, Michael Valgren, Michael Albasini, Romain Bardet en Diego Ulissi.
Favorieten volgens Wieler Revue:
***** Alejandro Valverde
**** Julian Alaphilippe, Vincenzo Nibali
*** Daniel Martin, Michal Kwiatkowski, Mikel Landa, Romain Bardet
** Enrico Gasparotto, Michael Woods, Bauke Mollema, Simon Gerrans, Tim Wellens, Michael Valgren, Michael Albasini
* Diego Ulissi, Domenico Pozzovivo, Michael Matthews, Julien Simon, Tom-Jelte Slagter, Steve Cummings, Davide Formolo, Patrick Konrad, Davide Vilella, Sam Oomen, Rigoberto Uran, Jelle Vanendert, Roman Kreuziger, Alexis Vuillermoz
De 104de editie van Luik-Bastenaken-Luik verloopt opvallend warm. Met 18 graden bij de start in Luik, 21ºC in Bastenaken en aan de finish in Ans zo'n 25 graden zullen de renners het niet koud krijgen. De zon laat zich daarbij veel zien, dus aan het weer zal het niet liggen. Vanaf 13:30 zendt Sporza de koers uit, met commentaar van Michel Wuyts en José de Cauwer. Joris van den Berg en Maarten Ducrot zijn uw gastheren bij de NOS op TV, terwijl Gio Lippens en Sebastiaan Timmermans te horen zijn op NPO Radio 1. Eurosport start tegelijkertijd als de NOS met het uitzenden.