Na de korte tijdrit op dag vier ging de Sloveen Primoz Roglic van Team LottoNL-Jumbo aan de leiding. Had de Sloveen in de eerste twee etappes nog een sprint verloren van Julian Alaphilippe, in de tijdrit bleek de Fransman niet bestand tegen de klasse van Rogla.
Nog twee hindernissen te gaan: een heuvelachtige etappe op dag vijf en de slotrit naar de Alto de Arrate - een klassiekertje voor de Baskische koers. In de voorlaatste rit probeerde de concurrentie alvast de gele trui aan te vallen.
Een grote groep vluchters reed de hele dag voorop, met daarbij Omar Fraile, Carlos Verona en José Herrada als voornaamste pionnen. José Joaquin Rojas van Movistar Team was ook meegeslopen, om een gewiekst plannetje van kopman Mikel Landa uit te voeren.
De Bask van de telefonieploeg viel aan met nog ruim 30 kilometer te gaan en zorgde bergop voor de nodige afscheiding. Enkel Ion Izagirre en leider Roglic konden volgen. Met hulp van Rojas maakte het drietal de oversteek naar de kopgroep, die nog uit vier man bestond.
Eens in Eibar ging het nog om de ritzege. Omar Fraile kende geen tegenstand in de sprint en boekte zo zijn eerste zege voor zijn nieuwe werkgever Astana. Roglic breidde zijn leiding flink uit en lijkt de eindwinst in de Ronde van het Baskenland niet meer te kunnen ontglippen.