Al vroeg in de wedstrijd ontstond er een kopgroep van negen man. Daarbij zaten Anthony Delaplace, Dillier, Ricardo Vilela, Vaugrenard, Loïc Chetout, Paul Ourselin, Jérome Cousin, Mottier en Patrick Schelling. De sterke kopgroep zou een voorgift krijgen van ruim drie minuten. Even leek het erop dat de vlucht van de dag makkelijk ingerekend zou worden, maar twijfeling in het peloton deed de koers weer veranderen.
Schelling en Chetout konden het tempo op een gegeven moment niet aan, waardoor Cofidis (de ploeg van Chetout) de kop pakte in het peloton. Toch lukte het de helpers van Hugo Hofstetter niet om het peloton terug te brengen tot de kop van de koers, want met nog negen kilometer te gaan had de vlucht van de dag nog liefst 1 minuut en 25 seconden.
In de slotfase demarreerde Dillier op een lastig stuk, maar net voor de laatste kilometer werd hij weer ingerekend door terugkerende leden uit de kopgroep. Vilela ging de sprint als eerste aan, maar uiteindelijk was het toch Dillier die de beste bleek. Voor de Zwitsers kampioen is het zijn eerste zege van het seizoen en een mooie opsteker nadat hij de voorjaarsklassiekers aan zijn neus voorbij zag gaan door een pinkbreuk.