Voorbeschouwing: wie zegeviert in de Hoogmis, de Ronde van Vlaanderen?

Het is weer zover. We zijn op de vooravond van de veertiende zondag van het jaar en dat kan maar één ding betekenen: de Ronde van Vlaanderen staat op het programma. Wieler Revue blikt vooruit op misschien wel de mooiste wielerklassieker van het jaar.

Ronde van Vlaanderen

‘De processie van de kleurrijke rupsen.’ Met die woorden beschrijft VRT-commentator Michel Wuyts graag het peloton dat jaarlijks begin april de Ronde van Vlaanderen rijdt. En dat is niet voor niets, want koers is religie voor de Vlamingen. Op die veertiende zondag van het jaar zijn voor één dag alle kerken bij onze zuiderburen leeg.

De Ronde, nee, Dé Ronde, leeft enorm in het Vlaamse land. De combinatie van historie, heroïek en tragiek komt nergens zo goed tot zijn recht als in de Hoogmis. Of, zoals de geestelijk vader van Vlaanderens Mooiste, Karel ‘Koarle’ Van Wijnendaele, het prachtig verwoordt: ‘De Ronde van Vlaanderen miek zooveel invloed, en verwekte zooveel belangstelling en begeestering onder de massa, dat men er van lieverlede is gaan van maken, een symboliek beeld van Vlaamsche spierkracht en Vlaamsche sportweelde. Geen enkele koers in 't land, die de massa in zulke mate beroeren, en op de beenen brengen kon.’

 

Historie

Het tweede Monument van het wielerjaar viert dit jaar zijn 105e verjaardag. En in die ruim honderd jaar aan Ronde van Vlaanderen-historie gaven de organisatoren er slechts driemaal forfait aan, tijdens de Eerste Wereldoorlog die België teisterde. In de 101 episodes die het verhaal van de Ronde voorlopig completeren, kwamen al vaak heroïsche winnaars bovendrijven. Gebeurt dat op een wel hele bijzondere manier, dan katapulteren de Vlamingen de renner in kwestie tot flandrien, door het wielerwoordenboek van Frank Heinen gedefinieerd als ‘Mensensoort met voorkeur voor slecht weer, slecht wegdek, slechte overnachtingsomstandigheden, slecht materiaal en slecht eten.’

Flandriens zijn er maar zat. Maar de opperflandrien moet wel Briek Schotte zijn. IJzeren Briek won in zijn lange carrière twee keer de Ronde van Vlaanderen. De grootste der legendarische flandriens kon afzien bij de beesten. Ook werd hij in 1948 en in 1950, in zijn eigen provincie West-Vlaanderen, wereldkampioen. Toen hij in Moorslede juichend over de finish kwam en zo zijn wereldtitel prolongeerde (in ’49 was er geen WK), sprak hij over de radio gelukzalig zijn moeder toe. ‘Moeder, moeder, hoort gij mij? Ik heb gewonnen en ben wereldkampioen!’ Sinds 1997 is er in zijn geboortedorp Kanegem een standbeeld te vinden, dat Schotte uitbeeld in de voor hem zo kenmerkende hoekige stijl van fietsen.

Briek Schotte na materiaalpech: ‘Ik heb mijn deel van de tegenslag gehad, maar ik ben daar niet bitter om. Het leven is geven en nemen.’



De man die de term flandrien bedacht, was de al eerder genoemde Karel Van Wijnendaele. De man uit het West-Vlaamse Torhout wilde de wereld ontdekken en werd na de eeuwwisseling scheepsjongen. Hij keerde echter al snel terug en ging in zijn geboortestreek literatuur studeren. De liefde die hij voor taal en de nog jonge wielersport had, verbond hij toen hij in 1912 de eerste journalist bij het net opgerichte dagblad SportWereld werd. Een jaar later organiseerde Van Wijnendaele namens de sportkrant voor het eerst een wielerkoers dwars door het Vlaamse land. Met de legendarische woorden ‘Heeren, vertrekt’ bracht hij de koers op gang: de Ronde van Vlaanderen was geboren.

De Ronde was nog jong toen de verwoestende Groote Oorlog, WOI, roet in het eten gooide. Tussen 1915 en 1918 werd er geen Ronde van Vlaanderen georganiseerd. De derde editie, die van 1919, was niet zoals de twee voorgaande episodes. Het parkoers was flink ingekort vanwege de door de oorlog beschadigde wegen. Daarvoor in de plaats waren de Tiegemberg en de Kwaremont opgenomen in de Ronde. Ex-soldaat Henri Van Leerberghe verscheen dat jaar aan de start met slechts één versnelling die tevens volkomen ongeschikt was voor de twee nieuwe kasseienklimmen in het Vlaamse land. Maar Van Leerberghe maakte zijn bijnaam ‘De Doodsrenner van Lichtervelde’ volledig waar door de rest van het rennersveld naar eigen zeggen ‘een halve dag’ achterstand op te leggen. Zijn prijs: drie kilo vlees en twee flessen Franse wijn.

Tot de Tweede Wereldoorlog leek het hoogteprofiel van de Ronde van Vlaanderen allesbehalve op dat van nu. Ieder jaar maakten slechts vier beklimmingen deel uit van de koers: de Kruisberg nabij Ronse, de Edelare ten oosten van Oudenaarde en ook de al eerder bijgevoegde Kwaremont en de Tiegemberg vlakbij het dorpje Anzegem. In 1938 werd de route van de Ronde flink ingekort, naar 230 kilometer. Dit om de Vlaamse deelnemers na de koers tijd te geven om hun stem uit te brengen; het waren immers verkiezingen in België. Een jaar later, toen België zich voorbereidde op een tweede Groote Oorlog, werd het parkoers nog verder verkort, maar er werden wel enkele beklimmingen toegevoegd aan het parkoers. De Bergdries, een puistje vlakbij de Tiegemberg, en de Steenstraat nabij Zwalm, maakten hun intrede in de koers.

De Ronde van Vlaanderen van 1938, bij de bevoorrading in Roeselare



Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd in het neutrale België de Ronde van Vlaanderen ‘gewoon’ georganiseerd. Weliswaar op een lager pitje, want de buitenlandse renners bleven uit. Niet dat er tot dan toe veel niet-Belgen meededen aan Vlaanderens Mooiste, want de Ronde viel steeds op dezelfde dag als Milaan-San Remo, een koers die indertijd veel populairder was bij de Fransen en Italianen dan die koers onder barre omstandigheden in het kille Vlaanderen. Daar kwam in 1948 verandering in. Henri Desgrange, koersdirecteur van de Tour de France, kwam toen met de Desgrange-Colombo Challenge, een soort UCI WorldTour. Renners werden gestimluleerd om aan negen verschillende eendagswedstrijden deel te nemen, en de Ronde van Vlaanderen was daar één van. Briek Schotte won dat jaar de Ronde én de Desgrange-Colombo Challenge, maar met 70 niet-Belgen in een peloton van liefst 265 renners was de 1948-editie van de Hoogmis internationaler dan ooit.

Op Zwitser Heiri Süter, die in ’23 de Ronde van Vlaanderen (en tevens Parijs-Roubaix) binnensleepte, na, was Fiorenzo Magni de eerste niet-Belg die de Ronde van Vlaanderen won. Dat gebeurde in 1949. De twee jaren daarop won hij ook. In 1950 reed hij op zeventig kilometer van de finish in Gent weg bij de Fransman André Mahé en de Sint-Willebrorder Wim van Est. Ondanks de snijdende kou en snoeiharde wind fietste Magni met opgestroopte mouwen en in korte broek solo naar de finish. Dat kunstje herhaalde hij het jaar daarop, met als enige verschil dat het in 1951 nóg kouder was. Terwijl de bloemknoppen doodvroren, snelde de Italiaanse ‘Leeuw van Vlaanderen’ alsof het niets was, in z’n eentje naar de finish. De heroïsche overwinningen van Magni trok de aandacht van diverse internationale wielerhelden, zoals Louison Bobet. De Fransman had al tweemaal de Tour gewonnen toen hij in 1955 de Ronde won. Later dat jaar hield hij de Belg Jean Brankart van de Tourwinst af en sleepte zo nummer 3 van La Grande Boucle binnen.

Eind vijftiger jaren veranderde er het een en ander in het parkoers van de Ronde. Steeds meer wegen in Vlaanderen werden geasfalteerd, en om de moeilijkheid in de koers te houden, besloot de organisatie de heuvels van de Vlaamse Ardennen op te zoeken. Dit tot de vreugde van Rik Van Looy. De Vlaming keek het kunstje af van zijn naam- en stadsgenoot Rik van Steenbergen. Van Steenbergen wedijverde nog een aantal wielerseizoenen met zijn jonge opvolger, waarna het niet lang duurde voordat Rik II het klassiekerrennersgilde volledig overnam. Van Looy won in totaal 493 wedstrijden. Twee daarvan zijn overwinningen in de Ronde van Vlaanderen, in 1959 en 1962. In '59 demarreerde de 26-jarige Van Looy zó vaak, dat zijn enige overgebleven concurrent Fred De Bruyne, de winnaar van 1957, noodgedwongen en met immense pijn in de benen moest lossen. Van Looy deed het daarna iets rustiger aan, met als gevolg dat hij weer bijgehaald werd door een twintigkoppige achtervolgende groep. Frans Schoubben en Gilbert Desmet konden in de eindsprint Van Looy onmogelijk nog bijbenen. Met grote overheersing pakte Van Looy dat jaar zijn eerste Ronde van Vlaanderen.

Drie jaar later deed Van Looy het iets rustiger aan. Maar opnieuw kon niemand reageren op de versnelling die hij in de laatste kilometers op de vélodrome van Gentbrugge plaatste. In 1962 won hij ook nog Gent-Wevelgem en Parijs-Roubaix, een prestatie die pas vijftig jaar later door Tom Boonen kon worden geëvenaard.

De volgende Vlaamse held die zich aandiende in de Hoogmis, was Eddy Merckx. De Kannibaal won de Ronde twee keer, in 1969 en 1975. Zijn overwinning in 1969 spreekt het meest tot de verbeelding, toen reed Merckx op zeventig kilometer van de meet weg uit een groepje van elf man. Op de Valkenberg ging Merckx zo hard tekeer, dat geen van zijn medevluchters in staat was de grootste allertijden bij te benen. Ploegleider Lomme Driessens wilde Merckx nog tegenhouden, maar de enige reactie die de stoempende Vlaming gaf, was 'Kus mijn kloten.' Ondanks de harde wind en de koude regen en tegen iedereens verwachtingen in, volmaakte Merckx zijn solo van zeventig kilometer. 

Na Merckx dienden zich nóg een Vlaamse supergeneratie aan. Walter Planckaert, Roger de Vlaeminck, Michel Pollentier... allemaal wonnen ze Vlaanderens Mooiste op grootse wijze. Maar onze eigen Jan Raas was ongetwijfeld één van de weinige niet-Vlamingen die in de smaak gevallen zou zijn bij Ronde van Vlaanderen-bedenker Karel Van Wijnendaele. Raas had een goede relatie met de Koppenberg. Op de steile kasseienklim boven Melden reed hij zijn collega-wielrenners compleet in de vernieling. In 1979 en 1983 pakte hij op deze manier de zege in de Ronde. 

De Koppenberg kreeg steeds meer faam. Ieder jaar weer werd het complete pak in de frieten gereden, door toedoen van een select groepje geweldenaars. In 1987 kwam er echter een abrupt einde aan het verhaal van de Bult van Melden. Jesper Skibby werd op de steile kasseienhelling overreden door een volgauto. Zeventien jaar lang werd de klim verbannen uit Vlaanderens Mooiste, maar in 2004 keerde de Koppenberg terug. Even later werd hij er weer uitgehaald, om een renovatie te krijgen. Sinds 2008 zit de hernieuwde berg weer in de Ronde van Vlaanderen, tot genoegen van de lokale bewoners, die in 1997 nog zo geprotesteerd hadden tegen de asfaltering van de Koppenberg. 

Terug naar de jaren '90. In die periode werd de Ronde van Vlaanderen gedomineerd door Johan Museeuw. In 1993 klopte Museeuw Frans Maassen in de eindsprint in Meerbeke, nadat ze 25 kilometer daarvoor met z'n tweeën weggereden waren uit het peloton. Een jaar later viel er voor Museeuw niets te lachen. Hij schatte de sprint verkeerd in en verloor op 2 milimeter na van zijn concurrent Gianni Bugno. Na de finish kon de Vlaming van de schrik geen woord uitbrengen.

In 1998 won Museeuw voor de derde keer. Voor de eerste maal vertrok de Ronde vanuit Brugge, in plaats van Sint-Niklaas. De Leeuw van Vlaanderen demarreerde op Tenbosse, 25 kilometer voor de meet. Niemand haalde de weggereden Museeuw nog bij, en na een solo over de Muur van Geraardsbergen en de Bosberg gooide hij in Ninove zijn handen van blijschap in de lucht. 

Museeuw klopte in 1993 Frans Maassen in Meerbeke

In de jaren daarop was Museeuw opnieuw tweemaal dicht bij een nieuwe overwinning in de Ronde van Vlaanderen. In 1999 moest hij Frank Vandenbroucke en winnaar Peter van Petegem voor laten gaan. Drie jaar later werd hij huilend tweede achter de Italiaan Andrea Tafi. 

Na Museeuw duurde het een tijdje voordat zich een nieuwe Vlaamse volksheld meldde. Tom Boonen werd in Madrid in 2005 knap wereldkampioen en sindsdien is Tornado Tom dé publiekslieveling onder de Vlamingen. Boonen won de Ronde van Vlaanderen in 2005, 2006 en 2012. Zeker zijn laatste overwinning spreekt tot de verbeelding, want in datzelfde jaar soleerde hij ook naar de zege in Parijs-Roubaix. Eerder had hij al Gent-Wevelgem en de E3 Prijs op zijn naam geschreven. In oktober werd hij door zijn collega-wielrenners terecht verkozen tot flandrien van het jaar. De vorige editie werd ook gewonnen door een Belg, zij het een Waal. Philippe Gilbert reed op vijftig kilometer van de finish weg op de Oude Kwaremont. Een uur later kwam hij met zijn fiets boven het hoofd, juichend over de meet in Oudenaarde. 

De Ronde van Vlaanderen heeft de afgelopen eeuw dus een enorme historie opgebouwd. En hoewel niet iedere overwinning even heroïsch is, mag iedere winnaar zich ongetwijfeld tot het illustere rijtje van winnaars van Vlaanderens Mooiste scharen. 

Het is altijd chaos op de Koppenberg



Laatste tien winnaars:

2008: Stijn Devolder

2009: Stijn Devolder

2010: Fabian Cancellara

2011: Nick Nuyens

2012: Tom Boonen

2013: Fabian Cancellara

2014: Fabian Cancellara

2015: Alexander Kristoff

2016: Peter Sagan

2017: Philippe Gilbert

Parkoers

Sinds 2012 finisht Vlaanderens Mooiste niet meer in Meerbeke, maar in Oudenaarde. De Muur van Geraardsbergen lag hierdoor te ver van de finish af om nog een beslissende rol te spelen in het parkoers. De legendarische Kapelmuur werd zodoende geschrapt. Dit tot onvreugde van heel wat fans, want een Romnde van Vlaanderen zonder Muur van Geraardsbergen, dat kan toch niet? In september 2011 liepen honderden mensen de beklimming op, als protest tegen koersdirecteur Wouter Vandenhaute.

Het protest tegen de nieuwe finishlocatie in Oudenaarde



Na vijf jaar afwezigheid keerde de Kapelmuur in 2017 terug in het parkoers van de Hoogmis. Antwerpen kreeg de voorkeur boven Brugge als startlocatie van de koers en op honderd kilometer van de finish lag de beklimming ingebed tussen Tenbosse en de Pottelberg. Ook dit jaar zien de de kasseien waar Fabian Cancellara in 2010 op monsterlijke wijze Tom Boonen uit het wiel reed, weer terug in de Ronde van Vlaanderen.

Voordat we de kapel op de top van de Muur van Geraardsbergen zien opdoemen, hebben de renners al zeven beklimmingen gehad. Eerst de Oude Kwaremont, sinds 2014 de opener van het hellingenfeest in Vlaanderens Mooiste. Vervolgens de Kortekeer, een klim die niet zeer lastig is. De Edelareberg, die na dik veertig jaar zijn rentree maakt, ligt net buiten finishplaats Oudenaarde en is evenmin lastig. De weg is immers goed geasfalteerd, breed en het stijgingspercentage is nergens hoger dan 7%. De Wolvenberg wordt gevolgd door de kasseien van de Holleweg. De daaropvolgende Haaghoek is ook al zo'n pittige secteur pavé. Uitrusten kunnen de renners pas kilometers verderop, als ook het trio Leberg, Berendries en Tenbosse succesvol afgerond is. 

Om bij de gevreesde Muur te komen, moet er een kleine omweg gemaakt worden. En dus krijgen de renners de kans om even bij de komen van de ruim 160 voorgaande kilometers. Na de steile kasseienhellingen op de Oudenberg, waarop de kapel van Geraardsbergen gesitueerd is, is het nog een kleine honderd kilometer naar de finish. Quick Step-Floors, de ploeg van de latere winnaar Philippe Gilbert, brak vorig jaar tot ieders verrassing al op dit punt de koers open. Maar de twintig obstakelloze kilometers die na de Kapelmuur volgen, nodigen niet echt uit om er hier al een snok aan te geven. De lastige Pottelberg is op een kleine tachtig kilometer van de finish de volgende helling. Weliswaar kasseiloos, maar door de lengte toch niet veel soeps. 

Via de Kanarieberg op de heuvelrug van Ronse keren de renners terug bij de Oude Kwaremont. Met nog 55 kilometer te gaan, zou je kunnen zeggen dat hier de finale begint. Zo dacht Philippe Gilbert er vorig jaar ook over: bij de tweede passage op de Kwaremont reed de Waal weg, om nooit meer bijgehaald te worden. 

Na de Kwaremont volgt als vanzelfsprekend de Paterberg. Deze puist met rottige kasseien is een ware kuitenbijter: slechts 350 meter lang, maar met een gemiddeld hellingspercentage van liefst 13%. Het trio wordt afgerond met de zo mogelijk nóg helsere Koppenberg. Zeer smal, geplaveid met kasseien die zelfs in Parijs-Roubaix niet zouden misstaan en bovenal: héél erg steil. De Bult van Melden leidde meermaals tot controverses. In 1987 kwam de Deen Jesper Skibby met geen mogelijkheid vooruit. Hij viel omver, terwijl een volgwagen achter hem Skibby niet zag en gewoon doorreed. Door dit voorval werd de Koppenberg zeventien jaar verbannen uit de Ronde van Vlaanderen, maar Skibby werd een volksheld. 

Ook de Steenbeekdries is een taaie klim, maar dat komt vooral doordat hij wordt voorafgegaan door de kasseien van de Mariaborrestraat. De Taaienberg volgt in rap tempo. Deze berg wordt ook wel Boonenberg genoemd, omdat de Vlaamse wereldkampioen van 2005 ('Tommeke Tommeke Tommeke') de klim als zijn favoriet beschouwde. Vorig jaar, in Boonens laatste Ronde van Vlaanderen, kon hij hem echter wel vervloeken. De Bom van Balen reed in het begin van de klim lek en kon zijn kansen op een goed resultaat op z'n buik schrijven. 

Na de Taaienberg rijdt het peloton weer richting Ronse, waar de combinatie Oude Kruisberg-Hotondberg bedwongen moet worden. Op 23 kilometer van de finish is deze relatief lange klim (2,5 km), met een gemiddeld percentage van vijf procent, een mooie mogelijkheid om weg te rijden uit het peloton. De kasseien houden bij het opdraaien van de N60 op en vervolgens gaat het over een goed geasfalteerde weg glooiend richting het hoogste punt van de koers. Na de zeer snelle afdaling van de Nieuwe Kwaremont, keren de renners bij Berchem om het hellingenfestijn af te sluiten met het koningskoppen Oude Kwaremont-Paterberg. Wie hier nog wegrijdt van de kopgroep, kiest voor een solo van een kleine vijftien kilometer naar de finish op de Minderbroedersstraat in Oudenaarde. 

 

Beklimmingen Ronde van Vlaanderen 2018:

1. Oude Kwaremont (1e)

2. Kortekeer

3. Edelare

4. Wolvenberg

5. Leberg

6. Berendries

7. Tenbosse

8. Muur van Geraardsbergen

9. Pottelberg

10. Kanarieberg

11. Oude Kwaremont (2e)​​​​​​​

12. Paterberg (1e)​​​​​​​

13. Koppenberg

14. Steenbeekdries

15. Taaienberg

16. Kruisberg

17. Oude Kwaremont (3e)​​​​​​​

18. Paterberg (2e)

 

Favorieten

Enkel de groten der aarde kunnen zegevieren in de Ronde van Vlaanderen. De koers is met 263 kilometer, achttien beklimmingen en veertien kasseienstroken een ware afmattingsslag. Peter Sagan heeft met zijn drie wereldtitels op rij en de zege in de Ronde van Vlaanderen 2016 al voldoende bewezen tot de allerbeste van de wereld te behoren. Dit jaar verliep tot vorige week nog niet zo denderend, maar in Gent-Wevelgem kwam de langverwachte tweede zege van het jaar er dan tóch. In de sprint klopte Peter de Grote de Italiaan Elia Viviani, die na de finish in tranen uitbarstte. Vorig jaar gooide een valpartij op de Oude Kwaremont roet in het eten, dus dit jaar zal Sagan ongetwijfeld op revanche willen. En mocht Sagan victorie kraaien, dan zal dat ongetwijfeld op een bijzondere manier gebeuren.

Sagans concurrent Greg Van Avermaet heeft nog weinig in het oog springende resultaten behaald dit jaar. Toch meldde hij enkele dagen geleden, dat hij zich net zo goed voelt als vorig jaar. Als daar niets aan gelogen is, moeten we de Olympisch Kampioen zéker bij de topfavorieten scharen. 

Ook Niki Terpstra heeft dit seizoen al mooie dingen laten zien. In de E3 Harelbeke ging hij als een banaan, om het vervolgens in Gent-Wevelgem wat rustiger aan te doen. De Noord-Hollander zou maar wát blij zijn met een overwinning in Vlaanderens Mooiste. Kan hij de imposante zegereeks van zijn ploeg Quick-Step Floors doorzetten in dé klassieker van Vlaanderen? 



Er zijn echter meer kandidaten voor winst binnen de Quick-Step-formatie. Yves Lampaert toonde zich woensdag nog de sterkste in Dwars Door Vlaanderen. Ook Zdenek Stybar houdt van de keienwegen in Vlaanderen en Noord-Frankrijk. En niet te vergeten: titelverdediger Philippe Gilbert zal ook geen nee zeggen tegen een tweede overwinning in de Ronde van Vlaanderen. Maar Phil gaat dit jaar liever voor Parijs-Roubaix, zo vertelde hij in de winterstop. 

Een andere Belg die in bloedvorm verkeert, is de nog jonge Tiesj Benoot. Hij reed een maand geleden op formidabele wijze naar de winst in de heroïsche Strade Bianche. Vanmorgen berichtte Het Nieuwsblad over een sciencefiction-opstel dat de schoolgaande Tiesj tien jaar geleden schreef: 'Ik win de Ronde van Vlaanderen 2018' De Lotto-renner wil dus koste wat kost als winnaar uit de bus komen. Hij zal dan wel voor de solo moeten gaan, want sprinten is niet zijn sterkste punt. 

Tussen de overvloed aan Belgen in het favorietenbestel, zien we ook enkele bijzondere namen staan. Vincenzo Nibali bijvoorbeeld. Twee weken geleden bewees hij dat Milaan - San Remo niet alleen weggelegd is voor sprinters. Wellicht dat hij alleen naar Antwerpen afreist om te wennen aan de kasseien voor de aankomende Tour de France, maar met die dekselse Nibali weet je het maar nooit. 

Andere kanshebbers op winst in Oudenaarde, zijn Sep VanmarckeMichal Kwiatkowski, Oliver Naesen, Jasper Stuyven, Gianni Moscon, Alexander Kristoff en Wout van Aert. 

Overzichterlijker:

***** Niki Terpstra, Peter Sagan

**** Greg Van Avermaet, Sep Vanmarcke, Tiesj Benoot

*** Michal Kwiatkowski, Jasper Stuyven, Oliver Naesen, Alexander Kristoff, Gianni Moscon, Philippe Gilbert

** Wout van Aert, Yves Lampaert, Zdenek Stybar, Edward Theuns, Sonny Colbrelli, Vincenzo Nibali, Matteo Trentin

* Arnaud Démare, Dylan van Baerle, Sebastiaan Langeveld, Luke Durbridge, Michael Valgren, Jens Debusschere, Christophe Laporte

De koers wordt zoals vertrouwd uitgezonden bij onze zuiderburen. De Belgen zijn er vanaf 09:30 bij op Sporza, met een voorbeschouwing. Vervolgens becommentariëren Michel Wuyts en José De Cauwer de volledige koers. Tussen één en half twee moet je even overzappen op Canvas, omdat dan op één het journaal wordt uitgezonden. Ook de NOS is erbij, vanaf 13:10 op NPO1. Op Eurosport is de koers eveneens integraal te volgen, vanaf 10:15.