Na diverse formaties aangenomen te hebben, werd de kopgroep er uiteindelijk één met een grootte van 21 man. Onder meer Julian Alaphilippe, Emanuel Buchmann, Serge Pauwels en de Nederlanders Daan Olivier en Michel Kreder zaten in de vlucht van de dag. Onder een zon die de omgeving opwarmde tot wel 37 graden reden zij naar een voorsprong van maximaal vijf minuten.
Naarmate de gevreesde Xorret de Catí dichterbij kwam, nam het tempo in het peloton op. Van vier minuten liep de achterstand van de grootste groep terug naar uiteindelijk 2'50'' op de slotklim zelf. Daarbij waren het onder anderen Cannondale en Trek die het peloton dit tempo oplegden.
Geweld in de kopgroep
Vooraan waren het Rafal Majka en Julian Alaphilippe die over de sterkste benen beschikten. Zij bleven met z'n tweeën over aan het front. In de afdaling kon Jan Polanc echter weer knap aanhaken. De sprint werd vervolgens ingezet door Julian Alaphilippe. De Fransman kon onmogelijk nog bijgehaald worden. Polanc werd op twee seconden tweede, Majka derde.
Demarrages bij de favorieten
Van de klassementsmannen was het Alberto Contador die de vuurwerkshow opende. Die poging leverde uiteindelijk weinig op, alhoewel rodetruidrager Christopher Froome moeite had met bijbenen. Met de nodige moeite lukte het de Brit uiteindelijk wel om terug bij zijn Spaanse rivaal te keren. Ook Esteban Chaves en de nog jonge Mike Woods konden bijbenen bij het Brits-Spaanse kemphanenduo.
Waar het eerst leek dat Froome moeite had met het tempo, bleek dit later totaal verkeerd ingeschat. Op een kilometer van de top ging hij er nota bene zelf vandoor en was het Contador die wankelde. Uiteindelijk bereikten ze wel met z'n tweeën de top, om aan hoge snelheid richting het dal te dalen. In de sprint moest Froome nog een gaatje laten, maar dat deed niets af van het succes dat de viervoudig Tourwinnaar boekte. Op zeventien seconden kwamen de rest van de favorieten binnen.
Foto: Cor Vos