Domenico Pozzovivo heeft de zesde rit in de Ronde van Zwitserland aan zijn erelijst toegevoegd. De Italiaan ontsnapte op de slotklim en hield stand in de verregende afdaling. Pozzovivo slaat een dubbelslag, want hij neemt de leiderstrui met één seconde over van landgenoot Damiano Caruso.
Het had wat voeten in aarde, maar na een vrij lang gevecht ontstond er uiteindelijk een kopgroep van tien renners. Die was niet misselijk, want de volgende namen maakten deel uit van de vlucht van de dag: Jan Bakelants, Tomasz Marczynski, Simone Petilli, Antonio Pedrero, Michael Woods, Ondrej Cink, Carlos Verona, Philipp Deignan, Matvey Mamykin en Bart de Clercq. Het tiental kreeg nooit echt een grote voorsprong, waardoor ze maar zo’n anderhalve minuut voorsprong hadden voor de slotklim, de gevreesde Albulapass.
Op die bekende Zwitserse klim was het Woods die zich de beste toonde uit de kopgroep. De Canadees reed gestaag weg van zijn metgezellen. De Tsjechen Cink en Jan Hirt kwamen samen in de achtervolging, maar bleven op vijftig seconden hangen. De groep met favorieten was het tweetal ondertussen genaderd en kwam niet veel later terug tot beiden.
Regen
Vrijwel alle favorieten vielen elkaar wel een keer aan, ook Steven Kruijswijk schudde een keer stevig aan de boom, maar vooral de Nederlander en leider Damiano Caruso hielden elkaar nauwlettend in de gaten. Het grootste slachtoffer onder de kopmannen was Simon Spilak, maar de klassementsman van Katusha hield de schade beperkt en wist in de afdaling nog terug te komen.
Koploper Woods hield dapper stand in de finale, maar moest toch toezien dat Domenico Pozzovivo op de top van de klim terug kon komen tot aan de kop. De kleine Italiaan was de enige die een bres kon slaan in de groep met favorieten. In de kletsnatte afdaling nam de renner van Ag2r-La Mondiale afstand van zijn kompaan. In de achtergrond werd hij nog wel onder druk gezet door Ion Izagirre, Rui Costa en Mathias Frank, maar toch kon Pozzovivo zijn concurrenten nipt voorblijven. Costa en Izagirre strandden op een handvol seconden.
Foto: Cor Vos