Precies 108 jaar geleden werd een Giropeloton bestaande uit enkel Italianen midden in de nacht in Milaan op gang geschoten, voor een overwegend vlakke etappe tussen de modestad en Bologna. Het was de allereerste van duizenden Giro-etappes die zouden volgen.
1909, schrijven we. Na het grote succes van de Tour de France, wilde de Italiaanse krant La Gazzetta dello Sport zich natuurlijk ook wagen aan een nationale wielerronde. Met als hoofdkleur geen geel, maar roze en in de figuurlijke schaduw van zijn Franse broer, was het op 13 mei eindelijk zover: de grande partenza van de eerste van tot nu toe honderd Giro d'Italia-edities.
397 lange kilometers moesten de renners afleggen. De eerste rit was daarmee ook meteen de langste. Na de start in Milaan was het de bedoeling dat de renners bij het Gardameer de regio Lombardije verlieten. Enkele klimmetjes in het verderop gelegen natuurpark van de Colli Euganei waren het teken dat Padova niet ver meer was.
Na Padova keerden de renners zuidwestwaarts in de richting van Emilia-Romagna. Pas in dit gedeelte van de koers kwamen de eerste demarrages. Zo probeerde de latere Girowinnaar Luigi Ganna op een vals plat stukje te ontkomen. Enkele kilometers later werd hij alweer gegrepen.
Door het platteland van de Povlakte was het doorrijden geblazen; na al vele kilometers gehad te hebben, werd het bij het passeren van de Po alweer donker. Langs waar nu de A13 is gelegen, werden de laatste avondlijke kilometers voor de finish in Bologna betwist.
In die laatste kilometers, bleek Dario Beni van de Bianchiploeg de sterkste. In een massasprintje versloeg hij Mario Pesce en Carlo Galetti. Beni pakte ook de leiding in het klassement, dat toen nog op punten werd bijgehouden. Ook won de frêle Italiaan de laatste etappe, maar het eindklassement was voor Luigi Ganna.
Bekijk hieronder een documentairefragment van de RAI over de Giro 1909: