Vandaag blikken we in 'retro' terug op de spectaculaire rentree van José Rujano in de Giro van 2011.
Sommige fans kennen hem nog wel van de Ronde van Italië van 2005. Het verhaal van de kleine klimkabouter José Rujano die in de voorlaatste rit van de Giro de ronde nog bijna weet te winnen is een fraaie. Op de Finestre en de daaropvolgende klim naar Sestrière rijdt hij alle vedetten uit het wiel. 45 seconden komt hij uiteindelijk tekort op Paolo Savoldelli. Toch is Rujano met een derde plek in het eindklassement en de groene bergtrui een tevreden mens. Je zou voor minder tekenen in je eerste grote ronde.
In de jaren erna lukt het echter niet zo voor de Venezolaan. Hij probeert het bij Quick Step, Caisse d'Epargne en Unibet, maar alle avonturen mislukken. Daarom besluit de 1,62 meter lange Rujano om terug te keren naar zijn geliefde Zuid-Amerika. En met succes.
In 2011 haalt de flamboyante Gianni Savio hem weer terug naar zijn ploeg. De twee kennen elkaar goed en de prestaties van Rujano zijn dusdanig goed dat Savio er wel brood in ziet. In 2011 keert Rujano terug in de door hem zo geliefde Giro.
De ronde wordt overschaduwd door de dood van Wouter Weylandt. Toch worden er ook mooie etappes gereden. Gatto in Tropea? Prachtig. Weening die het roze grijpt in Orvieto? Schitterend. En ook de rit naar de Etna, de tweede bergrit van dat jaar, is er één om in te lijsten.
Op de zwarte flanken van de vulkaan is Rujano de enige die een ontketende Alberto Contador kan volgen. Pas in de voorlaatste kilometer moet hij het hoofd buigen voor de Spanjaard. Die dag wordt hij tweede. Op de Grossglockner is het in de dertiende rit wel raak voor de voormalig koffieplanter uit Santa Cruz de Mora.