Giro d’Italia: voorbeschouwing Maglia Ciclamino

• Giacomo Nizzolo

Een van de mooiste truien in het wielrennen is terug van weggeweest. De trui voor de winnaar van het puntenklassement  zal vanaf dit jaar weer paars kleuren in plaats van rood. Wie zijn de belangrijkste kandidaten om het puntenklassement dit jaar te winnen? Wieler Revue zoekt het uit.

Historie

We zouden het puntenklassement kunnen beschouwen als het oerklassement van de Giro d’Italia. De eerste vijf jaar werd het klassement immers niet opgemaakt op basis van tijd, maar ging het om het aantal behaalde punten. Giovanni Rossignoli zou volgens de reglementen van vandaag de eerste winnaar van de Giro zijn, maar in werkelijkheid werd Luigi Ganna de eindlaureaat.

Het duurt tot 1966 eer het puntenklassement naast de strijd om de roze trui kan bestaan. Campione Gianni Motta wordt de eerste winnaar . Het jaar nadien besluit de organisatie om er ook een trui aan te verbinden. De kleur? Rood. Maar na twee jaar wordt rosso ingeruild voor ciclamino. Vele legendarische wielrenners mogen na afloop van de Giro een paarse puntentrui mee naar huis nemen. Eddy Merckx, Francesco Moser, Giuseppe Saronni zijn er maar een paar van. En hebben we het al over Mario Cipollini gehad?

In het Koninkrijk der Nederlanden moeten we het doen met enkel Johan van der Velde. De Brabander is eigenlijk vooral geschikt voor het algemeen klassement, maar om het puntenklassement in de Giro te winnen moet je meer kunnen dan klimmen. Hoe Van der Velde dan toch drie keer de paare trui weet te winnen? Tijdens de vlakke etappes mengt hij zich tussen de grote sprinters van die tijd en weet zo op die manier de schade te beperken. Vervolgens slaat l'uomo di Gavia toe in de bergetappes.

Genoeg historie voor nu. Voor de renners is het immers bijna tijd om nieuwe geschiedenis te schrijven. Maar wie gaan dat doen?

Reglement

Om een goede voorspelling te kunnen doen moeten we eerst even kijken naar de regelgeving omtrent dit klassement. Want niet in alle etappes vallen evenveel punten te rapen.

Categorie A (rit 3, 7, 12 en 13)

Finish: 50-35-25-18-14-12-10-8-7-6-5-4-3-2-1

Tussensprint: 20-12-8-6-4-3-2-1

Categorie B (rit 1, 2, 5 and 6)

Finish: 50-35-25-18-14-12-10-8-7-6-5-4-3-2-1

Tussensprint: 20- 12-8-6-4-3-2-1

Categorie C (rit 8, 14, 15, 17)

Finish: 25-18-12-8-6-5-4-3-2-1

Tussensprint: 10-6-3-2-1

Categorie D (rit 4, 9, 11, 16, 18, 19, 20)

Finish: 15-12-9-7-6-5-4-3-2-1

Tussensprint: 8- 4- 1

Categorie E (rit 10 en 21)

Geen punten

In het kort betekent deze puntentelling dat je beter een sprinter kunt zijn. Daar hoef je geen groot wiskundige voor te zijn. Ook tijdrijders (rit 10 en 21 zijn de ritten tegen de klok) hebben pech.

Ik hoor u denken: “Wat te doen als er sprake is van gelijkspel?” Laat het me praktisch uitleggen. Stel: Sacha Modolo wint drie ritten en heeft uiteindelijk evenveel punten als tweevoudig ritwinnaar Caleb Ewan.  Allereerst telt het aantal ritzeges mee. In dit voorbeeld zou Modolo dus de Maglia Ciclamino om zijn schouders gehesen krijgen.

Als het aantal ritzeges is wordt er gekeken naar het aantal overwinningen in tussensprints. Als Modolo er vier wint, heeft Ewan er vijf nodig om het klassement te winnen. Mocht er dan nog een gelijke stand op papier staan, dan telt de positie in het algemeen klassement. Maar, wees gerust, zover komt het zeer waarschijnlijk niet.

Favorieten

Voor we een favorietenlijstje kunnen opstellen moeten we ook de route van de Giro nog even aan een analyse onderwerpen. Want om de puntentrui mee naar huis te nemen moet je de Italiaanse drieweekse natuurlijk nog wel eventjes uitrijden. En dat is voor de spurters makkelijker gezegd dan gedaan.

De laatste kans voor de sprinters ligt in de dertiende rit. Dat betekent dat de sprinters die voor dit klassement willen gaan nog acht dagen in de overlevingsstand moeten. Acht dagen lang zorgen dat je op tijd de finish haalt. Acht dagen lang proberen om misschien nog ergens een tussensprint mee te pakken.  De vraag is dus ook: welke sprinter wil zich na de aankomst in Tortona nog een dikke week over de bergen slepen in de hoop Milaan te halen?

Vooraf is het logisch om André Greipel (Lotto - Soudal) als de voornaamste favoriet te bestempelen. Toch reed hij in zijn imposante carrière pas één ronde van Italië uit. De reden daarvan is de Tour de France. Aangezien de gorilla van Rostock ook dit jaar de Tour de France wil betwisten is de kans niet heel groot dat we Greipel op het podium in Milaan.

Ook Fernando Gaviria (Quick-Step Floors ) klinkt als een verstandige keuze voor dit klassement. Maar ondanks dat de Colombiaan inmiddels niet meer weg te denken is uit de massasprints is de Giro van 2017 pas zijn eerste grote ronde. Een ritzege voor Gaviria lijkt haast onvermijdelijk, maar met het oog op de verdere ontwikkeling van de sprintsensatie kan het misschien een wijs besluit zijn om na twee weken de pijp aan Maarten te geven.

En Caleb Ewan dan? Ook bij de renner van Orica - Scott is het afwachten of hij de finish gaat halen. Sprinten kan de 22-jarige Ewan natuurlijk wel, maar gaat ook hij door tot het bittere eind? In zijn twee vorige grote rondes zwaaide hij al voortijdig af. Desondanks mogen we hem natuurlijk niet uitsluiten.

Gelukkig zijn er daarnaast nog twee kanshebbers uit Italië te noemen. Allereerst is daar Giacomo Nizzolo. De Italiaan van Trek - Segafredo heeft nog nooit een rit in de Giro gewonnen, maar heeft al tweemaal de puntentrui mee naar huis mogen nemen. Toch is Nizzolo niet zo goed in vorm als vorig jaar. De oorzaak hiervan is de tendinitis waar Nizzolo mee kampte aan het begin van het seizoen.

Voor Sacha Modolo (UAE Team Emirates ) is dit dus misschien wel de uitgelezen mogelijkheid om eindelijk het puntenklassement op zijn naam te schrijven. Op pure snelheid moet Modolo het vaak afleggen, maar hij kan wel een heuveltje overleven.  Daarbij won hij in de ronde van Kroatië nog twee ritten. Aan de vorm kan het dus niet liggen.

Het is niet erg waarschijnlijk, maar een klassementsrenner zou en passant dit klassement ook kunnen winnen. Maar, daar moeten de Nibali’s en Quintana’s van deze wereld wel ongenadig hard voor uithalen in de ritten die het meest geschikt zijn voor hun kwaliteiten. Bijna iedere bergrit moeten ze hoog in de uitslag eindigen om een kans te maken, om over tussensprints nog maar te zwijgen. Daarbij: wat maakt het de klassementsrenners nog uit als ze een roze trui om hun lendenen dragen?

Tot slot schrijven wij de volgende outsiders op: Nicola Ruffoni (Bardiani - CSF), Sam Bennett (Bora - Hansgrohe), Kristian Sbaragli (Dimension Data).

Onze favorieten

*****

Sacha Modolo

****

Giacomo Nizzolo

***

André Greipel, Caleb Ewan

**

Fernando Gaviria, Nicola Ruffoni, Sam Bennett

*

Kristian Sbaragli, klassementsrenners

Foto's: Cor Vos