Wout Van Aert moest zaterdag en zondag de bloemen aan Mathieu van der Poel laten in de cross. De Belg realiseert zich dat hij zich niet gek moet laten maken door de suprematie van de Nederlander.
Zaterdag was het tijd voor de wereldbekerwedstrijd in het Duitse Zeven. In die cross reed Mathieu van der Poel zijn grootste concurrent Wout Van Aert op 21 tellen achterstand.
"Ik werd opnieuw ingelopen na de kloof die ik geslagen had en toen Mathieu drie bochten op kop zat, wist ik al hoe laat het was", zei Van Aert zaterdag. "Het lijkt wel of hij met andere banden rijdt. Ik kan hem gewoon niet volgen. Mathieu was de sterkste, maar ik moet het positieve meenemen en onthouden dat ik het hem meer dan een halve koers lastig heb kunnen maken."
Een dag later stond de Flandriencross op het menu, meetellend voor de DVV-trofee. Daar was het verschil slechts zes tellen, maar moest Van Aert weer genoegen nemen met plek twee.
"Ik ben blij dat ik zo kortbij eindig en een goeie koers heb kunnen rijden", was de reactie van Van Aert op zondag. "De kloof is kleiner dan zaterdag. Ik heb hier de cross aangepakt zoals ik dat wilde. Zaterdag was ik verplicht om de wedstrijd in handen te nemen, achteraf gezien was dat overmoedig en ik had mijn beste krachten eigenlijk al verschoten in het begin. Zondag zat er meer regelmaat in, ook naar het einde toe ging het nog goed. In mijn achterhoofd weet ik dat ik niet aan mijzelf moet twijfelen."
Foto: Cor Vos