De onstuitbare machtspositie van de ASO

Naast Chris Froome is de ASO de grote winnaar van de Tour de France. Het Franse familiebedrijf bouwt een indrukwekkend (financiële) machtspositie op in het wielrennen, maar wielerploegen zien hier nauwelijks iets van terug. Hoe lang pikken teambazen, renners en mecaniciens de dominante positie van de ASO nog?

De ASO heeft de touwtjes in handen gekregen van Parijs-Roubaix, de Dauphiné Libéré, de Ronde van Qatar en zelfs de Vuelta. De nieuwste koers in het ASO-pakket lijkt de Ronde van Californië te worden. Maar meer dan 50 procent van de inkomsten komt uit één evenement: de Tour de France.

De Ronde van Frankrijk is een mega-industrie geworden. De omzet is opgelopen naar 100 miljoen euro en per jaar zou de ASO rond de twintig miljoen euro winst maken. Des te opmerkelijker dat van die bedragen een relatief klein deel richting de renners en hun ploegen gaat. De winnaar van de Tour de France 2015 krijgt slechts 450.000 euro; in totaal is er een prijzenpot van iets meer dan twee miljoen euro.

Oleg Tinkov (Tinkoff-Saxo) en Jonathan Vaughters (Cannondale-Garmin) voelen zich gebruikt. "Op deze manier kunnen wielerploegen niet bestaan. De ASO is een soort vriendelijke dictator: je mag doen wat je wil, maar uiteindelijk zijn zij de baas. Daar moet de UCI tegenop treden..."

Lees het complete verhaal over de (zorgwekkende) opmars van de ASO in de nieuwe Wieler Revue. In dit nummer ook een uitgebreide terugblik op de Tour de France 2015, een interview met Giro Rosa-winnares Anna van der Breggen en test Bobbie Treksel de fiets van Lotto Soudal (Ridley Fenix SL). Bestel hier het nieuwe nummer van Wieler Revue in onze webshop!