Tour de France | Alles wat je moet weten over etappe 6: Le Teil-Mont Aigoual

Drietrapsraket als ontknoping

De parkoersbouwers van de Tour de France moeten gedacht hebben: twee ‘saaie’ sprintdagen achter elkaar; dat moeten we deze editie niet hebben. Nadat de sprinters/punchers een kans kregen in Privas, is het weer aan de klimmers. De koersorganisatie omschrijft de etappe als een heuvelachtige, maar de slotfase is toch echt serieus klimmen. Niet op grote hoogte of op hele steile wegen, maar het is zwaar genoeg om verschillen te maken op weg naar Mont Aigoual.

De start is gelegen in Le Teil, een plaatsje waar de Tour de France nog niet eerder op bezoek is geweest. De golvende wegen die volgen vallen in het niet bij wat de renners in de finale staat te wachten. De laatste 35 kilometer wordt ingeluid met de start van de Col de Mourèzes (6 km à 4,8%).

Bedankt voor je aanmelding! Let op: je ontvangt binnen 10 minuten een mail om jouw e-mailadres te bevestigen.

Inschrijven

Vul een geldig emailadres in. {{ errors . email[0] }}

Vervolgens wacht er een plateau van een aantal kilometer en op 26 kilometer van de meet begint de zwaarste beklimming van de dag. De Col de la Lusette is 11,7 kilometer aan 7,3 procent en vooral het middenstuk is loodzwaar. De zwaarste kilometer loopt tegen de elf procent omhoog. Na een korte afdaling en wederom een plateau is het slotstuk op de Mont Aigoual. Met een lengte van 8,3 kilometer aan vier procent is de slotklim niet heel zwaar.

Kanshebbers

Primož Roglic, Julian Alaphilippe, Adam Yates, Rigoberto Uran, Sergio Higuita, Tadej Pogacar

Feitje

De Renner, het bekende boek van Tim Krabbé, speelt zich af op en rond de Mont Aigoual

De Renner dus..

Tijdens de zesde etappe van de Tour de France zullen de gedachten meer dan eens afdwalen naar De Renner. Het mythische wielerboek van schrijver Tim Krabbé, waarin de auteur zichzelf beschrijft tijdens een vijf uur durende strijd tijdens de Ronde van Mont Aigoual. Maar waarom de Cevennen, het gebied waar de Mont Aigoual ligt? In 1971 ging Krabbé samen met een vriend naar de Cevennen. Tijdens een tussenstop op een bergtop kwam er een wielrenner in zicht.

“Alles wat je hoorde, was het grind onder zijn wieltjes en het enige wat hij achterliet, was de plotselinge, verpletterende zekerheid dat ik ook wielrenner zou worden”, schreef Krabbé in een column. Anderhalf jaar later verhuisde Krabbé naar de Cevennen om die droom na te jagen en zo raakte hij verknocht aan de streek. Het heeft uiteindelijk geresulteerd in het misschien wel bekendste Nederlandse sportboek ooit geschreven.

Historie

De Mont Aigoual werd niet vaak beklommen in de Tour de France. Slechts eenmaal eerder. Dat was niet als finishplaats, maar als doorkomst. De Italiaan Silvano Contini, ex-winnaar van Luik-Bastenaken-Luik, kwam in 1987 als eerste boven. Ook de andere beklimmingen van de zesde rit zijn nog vrijwel onontdekte pareltjes voor de grootste wielerkoers ter wereld. Hoe anders is dat met beklimmingen uit het Centraal Massief als die naar Mende en de Puy de Dôme, waar in het verleden onder andere Joop Zoetemelk twee keer zegevierde.

De Mont Aigoual heeft zijn naam te danken aan de overvloedige regenval. Boven op de top is er een centrum gevestigd dat weersverwachtingen meet. De berg ligt in de Cevennen, een gebied in het Centraal Massief. De Cevennen ligt grotendeels in het departement Lozère, het dunbevolktste gebied op het Franse vasteland. De Cevennen is opgenomen op de UNESCO-werelderfgoedlijst en bekend vanwege het grote aanbod aan grotten en andere geologische bezienswaardigheden.