Vergeten renner | Wim Van Huffel: voor even Belgisch hoop in bange wielerdagen

Je zou het met Remco Evenepoel en andere Belgische rondetalenten bijna vergeten, maar nog niet zolang geleden was er weinig Belgisch rondetalent. Wim Van Huffel was de hoop in bange dagen...

Vergeten renner Wim Vanhuffel: voor even Belgisch hoop in bange wielerdagen

Klassementsrenners. Sinds Remco Evenepoel de Vuelta twee jaar geleden won mag België weer even rustig ademhalen. Onze zuiderburen hebben, ondanks hun gigantische wielertraditie, decennia moeten wachten op een nieuwe winnaar van een grote ronde. Er was zelfs een tijd dat ene Wim Vanhuffel, een bescheiden coureur, de Belgische wielerhoop was in zeer bange dagen.

De vreugde was in 2005 groot, toen Wim Van Huffel zich ineens manifesteerde als klassementsman. Van Huffel, op 25 mei geboren in Oudenaarde, het Mekka van de Vlaamse wielersport. Daar waar lange Alpencols verder weg lijken dan ooit, waar wegen geplaveid zijn met kasseien, waar het vooral boren op het kantje en rammen door het slijk is.

Het kon in 2005 niet op voor wielerminnend Vlaanderen, met de grote doorbraak van Tom Boonen in het voorjaar. In de Giro van dat jaar ging het feest vrolijk door. Van Huffel werd elfde en manifesteerde zichzelf vooral in de bergetappes. Voor velen wellicht een verrassing, maar voor Van Huffel zelf niet.

“Het jaar daarvoor reed ik met de beste klimmers al mee naar boven in de Ronde van Oostenrijk”, vertelde hij in 2006 aan Wieler Revue. “Daar is echter weinig per aanwezig en ook de echte toppers waren er niet. Dus kraaide er geen haan naar in België, al hield ik er zelf een goed gevoel aan over. Maar als je in de Giro met de toppers mee omhoog gaat heeft iedereen het gezien en dat spreekt aan.”

Vanhuffel tijdens de Dauphiné van 2005.

Van Huffel werd in 2002 prof bij Vlaanderen-T Interim. Hij won in 2003 de Hel van het Mergelland en kreeg in 2005 een contract bij Davitamon-Lotto aangeboden. Hij reed in zijn eerste grote ronde vooral in de slotweek met de besten mee bergop. In Sestriere werd hij vijfde en in de koninginnenrit legde hij zelfs beslag op de vierde plek.

Vlaanderen begon te hopen en te dromen. Was Snuffel dan die ronderenner waar zo lang op werd gewacht? Wat overigens meehielp in de hype was dat Sporza en Eurosport de Giro dat jaar live uitzonden. Nu is het ondenkbaar dat de ronde niet live uitgezonden wordt, maar 15 jaar geleden was het bijzonder.

Wim Van Huffel kon zijn elfde plaats uit 2005 echter nooit bevestigen, ondanks dat hij in 2005 nog derde werd op de Ventoux, tijdens de Dauphiné. Hij werd een jaar later zeventiende in de Giro. Dat is natuurlijk helemaal niet slecht, maar voor iemand waarvan zoveel werd verwacht was het ook niet goed.

Daarbij kwam dat Van Huffels salaris flink op de begroting drukte en er was ook de nodige kritiek. Van Huffel zou niet genoeg voor de sport leven en teveel frieten en pinten consumeren.

“Ja, ik drink inderdaad graag een pintje”, zei Van Huffel daarover. “En één keer in de twee weken eet ik frietjes. Maar of ik daarom minder voor mijn sport leef? Ik leef graag, dus ik vind dat af en toe een frietje en een biertje moet kunnen. Wat is trouwens de perfecte voeding? Dertig jaar geleden aten de renners voor de koers een biefstuk. Nu is dat een doodzonde, maar reden die mannen dan zoveel slechter?”

Leffe drinken met Peter van Petegem

Een zoektocht op internet levert het beeld op van iemand die van fietsen houdt, maar gezelligheid niet minder apprecieert. Na training een Leffe drinken met Van Petegem en co, tijdens de Giro ’s avonds een wandeling maken in plaats van rusten op de hotelkamer, een Bourgondiër. “Ik weet wanneer ik me het beste voel en dat is als ik af en toe eens mag leven.”

Het interview uit 2006 geeft een mooi beeld van de tijdsgeest toen. Van Huffel trainde dat jaar voor het eerst met een hartslag- en vermogensmeter. Anno 2020 is dat zelfs onder (fanatieke) amateurs gemeengoed geworden. Iets waar Van Huffel geen liefhebber van was.

Overigens ergerde hij zich ook aan het feit dat ze in de Giro over de Finestre en Kronplatz moesten. Hij vond het niets. “Je zou eigenlijk met z’n allen in staking moeten gaan, al lijkt me dat heel moeilijk. In de Tour kon je tot vorig jaar bij Armstrong terecht om een probleem aan te kaarten en een eventuele staking te bespreken. Maar sinds Lance is gestopt zie ik geen echte leider meer in het peloton.”