André van den Ende

Column | De veldritkalender moet drastisch hervormd worden: de Cross WorldTour

Onze redacteur gooit de knuppel in het hoenderhok. Hij draagt veldrijden een zeer warm hart toe en vindt het hartstikke leuk om naar te kijken, maar het moet helemaal anders met die kalender.

André van den Ende

De afgelopen jaren is mijn liefde voor het veldrijden nog iets verhevigd. Mijn hart ging nóg iets sneller kloppen als ik een fiets om een nek zag hangen. De vlinders in mijn buik tierden nóg iets weliger in het rond bij het zien van een paar balkjes in een weiland waar met afzetlint een wielerachtbaan van was gemaakt.

Mijn pupillen namen nóg iets meer de vorm van hartjes aan als ik een schuine kant zag. Om nog maar te zwijgen van die gezellige reuzeneend die we kennen van de X2O Badkamers Trofee - ik heb er eentje in m'n huiskamer staan, geen grap!

Ik vermoed, nee, weet wel zeker, dat het iets te maken heeft met het feit dat de twee van de beste wegwielrenners ter de wereld actief zijn in het veld - met nog een heel goede derde erbij ook. Want - heel eerlijk - pas als zij in december hun intrede doen in het veld ontbolstert de liefde écht.

Met alle respect voor de korte beentjes van Lars van der Haar en het lange lijf van Michael Vantourenhout, maar ik geloof dat ik in november op een brakke zaterdag de Sterren.nl Top 20 op NPO 1 nog wel eens heb verkozen boven een veldrit op De Belg - voor de vrouwencross lag dat ide afgelopen jaren met de sterke Nederlandse opkomende generatie overigens anders.

Te afhankelijk

Maar de sport is bij de mannen wat mij betreft  nu te afhankelijk van Mathieu van der Poel en Wout van Aert. We hebben enorme mazzel dat deze twee klasbakken 'toevallig' allebei in de winter hun crossfiets er nog steeds bijpakken.

Maar op de lange termijn, in een hopelijk nog verre, verre toekomst waarin het gouden duo niet meer actief is, heeft de cross een probleem zonder deze twee. Alle sauzenploegen en badeenden ten spijt; daarmee win je de oorlog niet.

Cross WorldTour

Die win je wel met renners die je in de zomer ook in de Tour de France ziet. Dat zou wat mij betreft de toekomst van het veldrijden - en wielrennen in het algemeen eigenlijk - moeten zijn. De sport heeft een enorme potentie qua spektakel, maar is gebaat bij grote namen.

Mathieu van der Poel en Wout van Aert bewijzen dat het kan - oké, het zijn wel supertalenten en zeker niet iedereen zal het kunnen invullen zoals zij. Maar met een compact(er) crossseizoen zou je volgens mij in de toekomst veel meer jonge renners kunnen verleiden om in de winter te blijven crossen of zelfs te gáán crossen.

In december en januari zo'n anderhalve maand met alleen maar topcrossen en een topdeelnemersveld met specialisten én renners die je kent van de weg en afsluitend een spetterend WK.

Daarna is de Cross WorldTour (zo noem ik 'm nu maar even) klaar*. Zou dat niet fantastisch zijn? Het adagium less is more gaat dan wat mij betreft echt op. Het nieuwe veldrijden!, om Maarten Ducrot te parafraseren. Kort en krachtig, net als een veldrit zelf.

*De 'echte crossers' rijden voor en na deze Cross WorldTour gewoon nog hun eigen net wat minder prestigieuze badkamerssauzenprestigetrofeeëncrossen. En sorry voor alle Amerikaanse crossliefhebbers, maar dat uitstapje in Amerika in oktober doen we niet meer; kort, compact en in Europa.

Beeld: Cor Vos

Columns
  • Cor Vos