Het gebeurde in een vlaag van opportunisme. Ik trad buiten mezelf, vinkte op de site van Mantel het vakje bij het plaatje van de Knog Oi aan en twee dagen later had ik opeens een bel aan mijn fiets hangen.
Knog Oi
Normaal heb ik dat soort vlagen van opportunisme altijd als ik al surfend over het wereldwijde web weer een veel te duur wielershirtje tegenkom waar ik me al als een blitse knaap mee over de Nederlandse wegen en fietspaden zie flitsen. Maar ditmaal dus met een verstandige aankoop.
Want zo kun je de aankoop van mijn Knog Oi - dat is de naam van mijn bel, een naam die de zinnen enorm prikkelt; is dat bijvoorbeeld het geluid dat de bel maakt als je eraan klingelt? (spoiler: nee) - toch wel noemen denk ik.
Ik zat altijd in 'team-pardon-mag-ik-passeren-dankuwel! Maar die aanpak was toch niet echt goed voor mijn gemoed. Niet zelden (lees: best wel vaak) kreeg ik namelijk na dat vriendelijke verzoek en het al even vriendelijke bedankje toch nog een soort cynische verwensing van de elektrisch aangedreven medemensen die ik passeerde: 'Heb je geen bel ofzo?!'
Een bevrijding
Nee, die had ik dus niet. Een pardon vond ik - en vind ik eigenlijk nog steeds wel - vriendelijker dan een klinisch belletje. Maar goed, de breed over het fietspad uitwaaierende echtparen op hun brommer met trappers hebben dat dus liever dan wat menselijk contact.
Nou, dan kunnen ze het krijgen ook!, was steeds meer de tendens van mijn denken als ik na zo'n opmerking weer eens zat te schuimbekken omdat ik het in m'n hoofd had gehaald vriendelijk te zijn. Aldus de verklaring van mijn vlaag van oppurtunisme - die ineens dus wat minder opportunistisch blijkt te zijn.
Een bel dus. Ik heb er op moment van schrijven drie keer mee gefietst en ik moet zeggen: het voelt als een bevrijding. Ik heb opeens een apparaatje op mijn fiets waarmee ik met een kleine vingerbeweging iemand anders in beweging kan zetten. Het geeft een gevoel van macht - vrijheid is schijnbaar macht voor mij..
Ping-ping (want zo doet-ie dus in plaats van Knog-oi..) en daar maakt het mannelijke deel van het duo (dat deel fietst altijd aan de buitenkant) al ruim baan voor me.
Bel époque
Niks meer vriendelijk doen. Gewoon van je tringelingeling en erlangs razen! Hup, nog een keer aan dat ding hengsten als ze 'm niet horen. Het maakt het fietsleven zoveel makkelijker. Zoals een baasje z'n hond commandeert, of een jochie z'n bestuurbare auto, zo bedien ik nu op afstand een fietser voor me. Geen gedoe meer, alleen maar ping-ping.
Soms doe ik het zelfs als er niemand voor me fietst, zo goed voelt het. Even de benen stilhouden, dan van je ping-ping, daarna een diepe teug frisse lentelucht inademen, en weer door. Dat ik ooit zonder mijn Knog Oi kon voelt na drie ritjes al heel onwerkelijk.
De periode voor de Eerste Wereldoorlog staat in de Europese geschiedenis wel bekend als het Belle époque - het mooie tijdperk. Ik zou mijn fietsleven op die manier ook willen opdelen in periodes. De zwarte periode voor de Knog Oi en de schitterende periode erna: het Bel époque.