Zaterdag 8 mei begint de Giro in Turijn met een korte tijdrit van 8,6 kilometer en in de drie weken daarna zijn er zoals we gewend zijn van de Giro-parkoersbouwers fraaie etappes uitgetekend door het prachtige Italië. Maar één etappe springt er wat ons betreft uit.
En nee, dat is geen bergetappe met cols die zo steil zijn dat een geit er de hik van krijgt - al zijn die cols er natuurlijk wel degelijk. Het is wél de etappe die woensdag 19 mei op het programma staat.
Na een rustdag (die staan deze Giro op dinsdag gepland in plaats van maandag, houd ook dat in de gaten..) krijgen de renners op die dag namelijk 35 kilometer aan onverharde stroken voor de kiezen, waarvan een belangrijk deel ook nog eens in (flink) stijgende lijn gaat.
De renners gaan over dezelfde soort stroken die we kennen uit de Strade Bianche, alleen rijden ze nu ten zuiden van Siena, waar de Strade zich vooral iets ten noorden van Siena afspeelt. De eerste 92 kilometer krijgt het peloton nog gewoon asfalt voorgeschoteld, maar van de laatste 70 kilometer van de rit is dus de helft onverhard.
Onbekend terrein is het niet voor de Giro, want in 2010 eindigde er ook al een sterrato-rit in Montalcino. Het werd een epische modderrit, waarin Cadel Evans er als oud-mountainbiker met de zege vandoorging (onder het etappeprofiel zie je beelden van die rit).
Als het weer regent, is spektakel gegarandeerd, maar eigenlijk is dat bij mooi weer ook weer zo. Lang verhaal kort:
Het profiel van de etappe
Beelden van de Giro-rit die in 2010 finishte in Montalcino
Meer (alles!) over de Giro weten? Koop onze Giro-special hier online!
- Cor Vos