Bucketlistklim | Cime de la Bonette: de hoogste verharde doorgaande weg van de Alpen

Over de 'truc special' van de Bonette. Hoger kun je niet klimmen in Europa (op een doorgaande weg..) Onze redacteur bedwong 'm en schrijft erover!

Bucketlistklim | Cime de la Bonette: de hoogste verharde weg van de Alpen

Eerst een kort stukje geschiedenis en informatie over de klim. De Col de la Bonette is, met een pashoogte van 2715 meter, de verbinding tussen Jausiers en Saint-Étienne-de-Tinée. Dat is al flink hoog, maar voor de Fransen niet hoog genoeg, dus legden ze een extra en totaal overbodige lus asfalt neer.

Tot 2802 meter klimmen

Sindsdien kun je tot 2802 meter hoogte klimmen. Die klim noemen ze de Cime de la Bonette, want officieel gezien is het geen col. Overigens is dat laatste stukje flink steil en bepaald geen traktatie na dik 22 kilometer klimmen.

In Frankrijk roepen ze heel hard dat het de hoogst verharde weg van Europa is, maar bijvoorbeeld de Rettenbachferner in Oostenrijk is net even wat hoger. Alleen is dat geen doorgaande weg, dus het zij ze vergeven.

Wat vaststaat is dat het een geweldige klim is, die ook meerdere keren in de Tour is opgenomen. De laatste keer in 2008, toen John-Lee Augustyn als eerste boven was, maar in de afdaling ook rechtdoor de weg af schoot. Gelukkig zonder al te veel erg.

Steekvliegen

Ik beklim de Alpenreus vanuit Jausiers (bij Barcelonette) en het is een heerlijke gelijkmatige klim. Lang, maar niet steil. Gemiddeld 6,6% met een paar uitschieters richting de 10%. Niets wat compleet onoverkomelijk lijkt. Voor het doorgaande verkeer is de Bonette niet echt van belang, dus het is een lekker rustige weg.

Al snel volgt een serie haarspeldbochten en omdat de eerste kilometers nog niet zo heel steil zijn, voel ik me een goede klimmer. Dat gevoel begint langzaam te veranderen wanneer ik de kaap van de zeven kilometer passeer. Niet omdat ik me aan het opblazen ben (het is immers nog ver), maar simpelweg omdat het steiler wordt. Het is deze dag, eind juli 2020 zinderend warm en ik heb een complete fanclub aan steekvliegen achter me fietsen.

Ondanks dat ik er van uit mag gaan dat mijn hematocriet niet bijzonder hoog is, zijn deze vervelende beesten continu op zoek naar een prikje bloed. Ik bedenk voor mezelf dat die rotbeesten niet in ijle lucht kunnen vliegen, dus ik motiveer mezelf met de gedachte dat als ik maar hard genoeg fiets, ik vanzelf van ze verlost raak. Ik schakel een tandje bij, ook omdat ik in de verte een groepje fietsers zie.

Egan Bernal

Ik wilde dat ik kon vertellen over de mooie uitzichten, de bomen en dieren die ik onderweg kwam en het goede asfalt. Ik ben echter alleen maar aan het jagen op het groepje fietsers voor me. Trapje voor trapje loop ik op ze in en ik besluit in de wielen te gaan hangen. Even bijkomen. Ik kijk naar de renner voor me. Smalle enkels, een klimmer dus. Hij houdt z'n hoofd een beetje scheef en zijn oren steken net een beetje onder z'n helm vandaan.

Ik kijk nog eens goed en bestudeer zijn tred. Dan weet ik het zeker. Deze renner voor me is niemand minder dan Egan Bernal. Oké, natuurlijk is het niet Bernal, maar een of andere Italiaan die als twee druppels op de Tourwinnaar van 2019 lijkt. Toch motiveert het me wel. Ik ga proberen me niet te laten lossen. Ik heb immers al behoorlijk wat tijd op hem goedgemaakt en de top komt langzaam in zicht. Dan wordt het ook iets minder steil en dan kan ik hem vast wel hebben.

Inmiddels zijn we de boomgrens bereikt, een magisch moment, en de Italiaanse neef van Bernal heeft die krasselende Nederlander in z'n wiel dan eindelijk ontdekt. Mezelf verstoppen was ook niet makkelijk, want m'n ademhaling beheersen gaat steeds moeilijker. De Italiaanse Colombiaan schakelt een tandje bij. Ik kan nog even weerstand bieden, maar na een paar honderd meter breekt de veer. De weg gaat hier met ongeveer 9% omhoog en de Italiaan en z'n maatje (laten we hem voor het gemak Martinez noemen) laten me met kinderlijk gemak achter. Moederziel alleen krassel ik de Alpenreus op. Ik heb me weer eens laten kennen en ben mezelf om totaal overbodige redenen voorbijgefietst.

Laatste loodjes

Ik gun mezelf nu de gelegenheid om een beetje om me heen te kijken. Het is hier schitterend! Maar in de verte zie ik dat één van de Italianen (Martinez zo te zien) het ook lastig krijgt. Hij moet z'n denkbeeldige kopman laten gaan. Dat geeft de burger moed. Ik mag dan gelost zijn door Bernal, zijn knechtje moet ik toch wel kunnen hebben. Langzaam maar zeker maak ik terrein goed en vlak voordat de klim afvlakt heb ik hem te pakken.

We zitten nu op zo'n 3 kilometer van de top en met zo'n 5% is de weg relatief vlak. Ik besluit om bij te schakelen en bij hem weg te springen. Dat lukt! Waarschijnlijk denkt hij nu: 'Wat is die aansteller in vredesnaam aan het doen?'. Ergens geef ik hem natuurlijk wel gelijk. De laatste kilometers tot aan de top van de Col de la Bonette gaan flitsend, maar er is nog dat laatste lusje, van een kilometer aan 9%... Echt, zorg ervoor dat je nog een beetje energie in de benen hebt, want dat is echt een rotstuk.

Bernal z'n kloon staat er zo te zien al een tijdje en we geven elkaar een knikje van verstandhouding. Het moge duidelijk zijn wie de baas is en dat weten we beide. Ik heb mazzel dat het een heldere dag is, want het uitzicht boven op is op z'n minst te betitelen als indrukwekkend.

Een nadeel is wel dat je niet echt lekker een rondje kunt fietsen in deze omgeving. Ik daal dus ook weer af richting Jausiers en moet daarbij wel even aan John-Lee Augustyn denken. Toch is het helemaal geen gevaarlijke afdaling, verre van dat. Heerlijk afdalen en genieten van de prachtige uitzichten is het devies.

Omdat het de hoogst geasfalteerde weg van Frankrijk is, behoeft het geen uitleg dat de Bonette eentje is voor je bucketlist. Het is niet de steilste klim, daarom is hij ondanks zijn lengte en hoogte redelijk goed te doen. Overigens is Barcelonette een perfecte uitvalsbasis wanneer je deze en vele andere Alpenreuzen wil bedwingen, maar daar komen we later op terug!

Beeld: Cor Vos