De Haimar Zubeldia-award is een running gag geworden in de wielerwereld. Bij deze 'prijs' draait het om de meest onopvallende klassementsrenner. Dit jaar zou die titel bijvoorbeeld naar Pello Bilbao kunnen gaan, de nummer tien in het klassement. Het is een officieuze award die al meerdere keren gewonnen is door Louis Meintjes. De Zuid-Afrikaan is wellicht het beste voorbeeld van een hele goede renner die er wel is, maar die je maar zelden ziet. En hij is dit jaar niet de enige.
Vrijwel iedere etappe heb je minstens één keer zo’n moment dat je denkt: huh, doet die ook mee? Renners als Miguel Ángel López, Tao Geoghegan Hart en ook Chris Froome presteren onder hun niveau, maar komen in ieder geval nog in beeld als ze worden gelost. Er zijn ook renners die onder hun niveau presteren, maar die niet in beeld komen als ze lossen, niet goed genoeg presteren om in de slotfase een rol te spelen en zelfs niet in een vroege vlucht hebben gezeten. Tot donderdag moest je dan denken aan een Edvald Boasson Hagen, maar de Noor reed zich in de kopgroep en daarmee uit de anonimiteit.
1) Esteban Chaves
Esteban Chaves staat veertiende in het klassement en zijn beste dagresultaat is een elfde plek, maar de Colombiaan is maar mondjesmaat in beeld geweest. De kopman van Team BikeExchange zat nog niet in een geslaagde vlucht en is niet goed genoeg om de beste klassementsrenners te volgen. Dat terwijl hij in de Ronde van Zwitserland juist heel aanvallend koerste.
2) Louis Meintjes
Louis Meintjes zelf kan uiteraard niet ontbreken in deze lijst. De kopman van Intermarché Wanty Gobert staat netjes zestiende in het eindklassement, maar heeft die plek bereikt zonder ook maar een moment in beeld te rijden. Zijn beste daguitslag was een negentiende plek in de rit over de Mont Ventoux.
3) Emanuel Buchmann
In 2019 glorieus vierde in de Tour de France en ook in de Giro d’Italia van dit jaar liet de Duitser zich zien tot hij moest opgeven, maar in de huidige Tour de France kan hij weinig meer dan kopman Wilco Kelderman zo lang mogelijk bijstaan. Werk dat op televisie maar mondjesmaat in beeld komt. Op de Mûr-de-Bretagne werd Buchmann 22ste, zijn beste resultaat tot nu toe.
4) Jesús Herrada
Jesús Herrada werd een week voor de Tour de France tweede op het Spaans kampioenschap en even eerder was hij ook al tweede gefinisht in de Route d’Occitanie. Herrada leek dan ook een veilige keuze in je pooltje. In ieder geval om de overgangsetappes te kleuren, maar om meerdere redenen hebben we hem nog geen enkele keer gezien deze Tour de France. Zijn beste daguitslag was een 49ste plek in de rit over de Mont Ventoux.
5) Michael Valgren
Michael Valgren vertelde Wieler Revue eerder dit jaar helemaal op zijn plek te zijn bij EF Pro Cycling, maar de Deen heeft dat goede gevoel nog niet kunnen omzetten in aansprekende resultaten. Ook deze Tour de France niet, want Valgren is enkel in het nieuws gekomen omdat hij vroeger idool was van Jonas Vingegaard. De winnaar van de Amstel Gold Race is niet verder gekomen dan plek 37 in een etappe.
6) Alex Aranburu
Heel voorzichtig werd in het openingsweekend de naam van Alex Aranburu opgeschreven als outsider. De Spanjaard van Astana eindigde derde op het Spaans kampioenschap en was in de Dauphiné na Sonny Colbrelli de beste sprinter op korte heuveltjes. In de eerste rit werd Aranburu 23ste, maar daar is het ook bij gebleven. Aranburu is verder amper nog in beeld geweest.
7) Michael Gogl
De kopgroep in Strade Bianche met onder anderen Mathieu van der Poel, Wout van Aert en Tadej Pogacar was om duimen en vingers bij af te likken. Vreemde eend tussen hen was Michael Gogl. De Oostenrijker reed de wedstrijd van zijn leven in Toscane. Een renner die je dan ook zou verwachten in bijvoorbeeld de overgangsritten in de Tour de France, maar we hebben Gogl nog niet op de voorposten kunnen spotten.
- Cor Vos