Jasper Philipsen won afgelopen seizoen liefst negen koersen en bevestigde daarmee zijn status als toptalent. De renner van Alpecin-Fenix won onder meer drie ritten in de Vuelta a España, de Scheldeprijs en Eschborn-Frankfurt. Toch was een loopbaan in de wielersport helemaal niet zo vanzelfsprekend. In zijn jeugd blonk Philipsen uit als voetballer.
Het Nieuwsblad keerde terug met Philipsen naar het stadion van KVC Westerlo, de profclub waarvoor Philipsen twee jaar in de jeugd speelde. "Mijn keuze voor het voetbal lag voor de hand", vertelt de Belg. "Mijn familie had geen binding met de wielersport. Om te voetballen had je niet veel nodig: schoenen, kousen, een broekje en een shirt. Ik deed het graag. Eerst bij Gerhees, daarna bij Geel en tenslotte twee jaar Westerlo."
Philipsen behoorde in zijn jeugd vooral fysiek tot de betere spelers. "Maar voetbal is meer dan fysiek: spelinzicht, techniek... Bij mij was het meer de fysiek die me tot bij Westerlo bracht. Mijn positie? Eerst nog op de negen, diepe spits dus. Daarna meer naar de positie twee, die van rechtsback. Het lijntje doen, dat was mijn ding. Ik viel op door mijn snelheid, toen al."
Bij Westerlo deelde Philipsen de kleedkamer met twee spelers die nu prof zijn in Nederland: Jens Teunckens (RKC Waalwijk) en Siebe Horemans (Excelsior). "Je zag op die leeftijd al snel wie talent had en wie iets minder. Iedereen zal uiteindelijk op zijn plaats terechtgekomen zijn, denk ik. Het klopt dat ik ook bij het eerste ging kijken. Ik was in die tijd ook stiekem fan van Anderlecht, die match wilde ik niet missen."
- Cor Vos