De Belg kijkt in Het Laatste Nieuws terug op de periode dat hij begon met wielrennen. "Ik twijfelde over atletiek. Mijn looptests bij Anderlecht waren goed en als ik op zaterdag niet mocht spelen trok ik op zondag steevast het bos van Gaasbeek in voor een looptraining. Ik had er zeker aanleg voor. Langs de andere kant had ik al genoeg gelopen en wilde ik iets totaal anders doen, zonder goed te weten wat en zonder echte profambities."
Het werd dus wielrennen voor Evenepoel. "Vervolgens is het supersnel gegaan. Dat maakte het ergens niet makkelijk. Ik wilde me gewoon weer amuseren na de ontgoochelingen in het voetbal, maar ik werd in de kranten 'de nieuwe Merckx' genoemd omdat ik met minuten voorsprong won. Er was druk, alles werd heel serieus, wat oorspronkelijk niet de bedoeling was. Anderzijds had ik eindelijk weer een passie."
Van voetbal overstappen naar wielrennen: geen alledaagse actie. "Soms denk ik weleens: verdorie, al die trainingen en opofferingen, had ik maar doorgebeten als voetballer. In de koers kruipen meer pure trainingsuren, maar voetbal is dan weer belastender voor je lichaam."
"Je raakt veel sneller geblesseerd", gaat Evenepoel verder. "Elke wedstrijd krijg je wel een trap tegen je scheenbeen of is er een bot dat pijn doet. Op de fiets word je enkel musculair belast. Het is anders. Eerlijk: na anderhalf tot twee uur voetballen was ik echt wel kapot."
- Cor Vos