De Nederlander maakte deel uit van een kopgroep met onder anderen Tom Pidcock, Tiesj Benoot, Victor Campenaerts en Stefan Küng. "De laatste tien kilometer waren moeilijk te controleren. Het was een grote inspanning om in de slotfase het gat op Benoot, Pidcock en Campenaerts te dichten."
"Met reserve rijden is overdreven, want ook in de kopgroep voelde ik me niet de sterkste. Vooral Pidcock, Benoot en ook Campenaerts hebben indruk op me gemaakt."
Met Alpecin-Fenix schudde Van der Poel op negentig kilometer al aan de boom. "Wellicht hebben we het iets te vroeg opengebroken, want we waren snel renners kwijt."
In de levendige slotfase leek Van der Poel even de aansluiting te missen, maar in de slotkilometer kwam hij toch op kop te zitten met Benoot. Van der Poel flirtte in de laatste bocht nog met een val, maar uiteindelijk kon hij het makkelijk afmaken in de sprint. "Ik was eigenlijk niet van plan om van zo ver aan te gaan, maar ik kwam uit de bocht en zag dat ik een gaatje had."
"Ik ben vervolgens aangegaan, maar ik zag hem nog tot mijn wiel komen en dacht even dat hij er met een lange sprint nog over zou komen. De benen liepen namelijk vol, maar uiteindelijk was het goed getimed."
Wat leert het hem voor de Ronde van Vlaanderen? "Dat wordt toch een hele andere wedstrijd met vooral de afstand. Vandaag was ik goed, maar zeker niet super. Nu is het goed uitrusten, want dat zal nodig zijn om zondag met de besten mee te kunnen."
"Ik heb Pogacar niet gezien, want we waren weg na Berg ten Houte. De samenwerking met de groep was goed en we waren allemaal sterk. Het was vrijwel onmogelijk om ons nog te pakken."
- Cor Vos