Dylan van Baarle oogst terecht zeer veel lof voor z'n overwinning in Parijs-Roubaix, en dan vooral ook nog eens voor de manier waarop hij dat deed. Uiteraard is ook z'n twee jaar jongere zus Ashlynn heel trots op hem, maar ze heeft ook een eigen verhaal.
Dat tekende De Volkskrant daags na Parijs-Roubaix op. Ashlynn (27) was net als grote broer Dylan wielrenster op behoorlijk hoog niveau - ze werd in de jeugdcategorieën op de baan en weg in totaal acht keer Nederlands kampioen - maar door een auto-immuunziekte functioneerde haar schildklier niet goed. Ze had moeite om op gewicht te blijven en moest uiteindelijk stoppen.
"2015 was mijn laatste goede jaar. Daarna werd ik vanwege een heupblessure geopereerd en moest negen maanden revalideren. Vervolgens bleek ik de ziekte van Hashimoto te hebben: een traag werkende schildklier. Mijn gewicht is mijn grootste issue. Ik heb alles geprobeerd om af te vallen en terug te komen op niveau. Mijn schildklier is inmiddels stabiel, maar voor de rest is het lichamelijk niet je van het."
Het is lastig voor haar. "Ik weet niet hoe vaak ik mijn fiets heb vervloekt. Het is een symbool van mijn oude leven. Vanbinnen ben ik nog steeds sportster, maar als ik in de spiegel kijk, zie ik een heel andere persoon. Dat is een hele confrontatie. "
Zeker omdat ze haar broer steeds beter zag worden. "Ik zag mijn broer een spurt nemen in de sport terwijl ik stil stond. Ik gunde het hem van harte, maar dacht tegelijkertijd: dat was ook mijn doel, ook mijn weg. Ik ben als zus ontzettend trots op Dylan. Hij heeft me altijd heel veel geholpen. Ik kijk bijna al zijn wedstrijden op tv en als mijn werk het toelaat ga ik ernaartoe. Ik geniet ervan als ik hem zie presteren."
De goede wielergenen
Dylan en Ashlynn hebben het wielrennen niet van een vreemde. Beide ouders zaten ook op de racefiets. Thuis draaide alles om het fietsen.
"Wielrennen stond bij ons thuis nummer één. Mijn vader heeft ook gefietst, is als baanwielrenner naar de Spelen geweest. Ik heb hem sinds ik 4 jaar was niet meer gezien. We hebben zijn genen, maar ook die van onze moeder. Zij werd bij de junioren twee keer Nederlands kampioen op de baan."
Qua type renners leken zus en broer niet op elkaar. "Ik ben op de fiets het tegenovergestelde van Dylan. We zeggen altijd dat hij de hardrijgenen heeft en ik de sprintgenen, al heb ik wel één keer solo gewonnen. Het is grappig hoe we van elkaar verschillen."
Dylan en Ashlynn opgevoed door alleen moeder
Beide kinderen zijn veel dank verschuldigd aan hun moeder, die de twee opvoedde nadat vader gevlogen was. "Mijn moeder heeft ons alleen opgevoed. Elke cent draaide ze om. Ze sprak niet met vriendinnen af, dacht niet aan zichzelf, maar deed alles voor ons. Ook dat maakte het lastig. Ik wilde mijn dankbaarheid laten zien met mijn prestaties. Toen dat niet lukte voelde het alsof ik haar teleurstelde, al weet ik dat dat niet zo is."
"Toen ik 4 jaar was, begon ik, net als Dylan met bmx. Nadat hij zijn arm had gebroken ging hij wielrennen. Ik ook, want ik deed alles wat mijn broer deed. Vanaf mijn 8ste was ik met wielrennen bezig. Elk weekend gingen we met mijn moeder, opa en oma naar wedstrijden."
- Cor Vos