José De Cauwer beschouwt 2022 na: 'Je moet eerlijk zijn, als Wout van Aert uit Kazachstan komt, zeggen we allemaal 'dat kan niet''

Als er iemand de koers goed kan analyseren dan is het José De Cauwer wel. Dat weten ze bij de Vlaamse krant Het Nieuwsblad ook en daarom was hij de 'wielerafgevaardigde' in een driepersoonspanel dat het sportjaar 2022 nabeschouwde voor de krant.

Samen met oud-judoka en huidig politicus Jean Marie Dedecker en journalist Frank Raes zat hij lang aan tafel om met een goed glas wijnover de sport van het afgelopen jaar te praten - en uiteraard wijdden ze ook flink uit over de jaren daarvoor. De Cauwer kraakte daarbij op wielergebied enkele interessante noten. We nemen ze met je door.

Bart Swings voor Evenepoel

Uiteraard komt het trio te spreken over wie de Belgische sportman van het jaar was. Dedecker verkiest schaatser Bart Swings, die goud won op de olympische mass start. Verrassend genoeg kan De Cauwer daar wel mee leven.

"Ik ga akkoord. Swings Sportman van het Jaar, vóór Remco Evenepoel. Ik vraag me af: schaatsen, hoe begin je daarmee? Koers – of voetbal in het geval Evenepoel – ligt in Vlaanderen binnen de logica… Maar schaatsen?"

Vervolgens steekt De Cauwer wel uitgebreid de loftrompet over Evenepoel, met name over zijn solo's. Hij pikt daarbij die in Luik-Bastenaken-Luik eruit.

"We wachten in Luik-Bastenaken-Luik al tien jaar op iemand die à la Bartoli-Vandenbroucke aanvalt op La Redoute. Evenepoel doet dat. Normaal gezien rijdt hij weg, nu was het echt demarreren."

"Op de Roche-aux-Faucons komt het peloton terug tot op twaalf seconden en Michaels Woods en co hadden daar nog hun knechten bij. Maar op die lastige uitloper moeten ze allemaal plooien. Je kijkt ernaar en denkt: Allez, kan er nu niemand rapper? Maar dat gáát gewoon niet. Evenepoel rijdt zestig per uur op het vlakke. Dat wil je toch niet weten?"

Raes werpt op dat hij Evenepoel ook graag in de Ronde van Vlaanderen zou zien. De Cauwer riposteert. "Gaan we dat óók nog van hem vragen? Als Vingegaard zijn hele jaar op de Tour mag afstemmen, dan mag Evenepoel de Ronde van Vlaanderen toch overslaan?"

Uiteraard werd de vergelijking met Eddy Merckx ook gemaakt. Volgens De Cauwer een onzinnige. "We koersen in 2022 en straks in 2023. Tegenwoordig rijden de mannen van zestig kilo tegen de andere mannen van zestig kilo. En die van zeventig kilo tegen de andere van zeventig kilo."

Pogacar de strafste van allemaal

Daarom stelt Raes dat Tadej Pogacar wel degelijk de Ronde van Vlaanderen rijdt en meedoet voor de zege. De Cauwer is duidelijk, maar stelt ook dat Evenepoel eigenlijk iets vergelijkbaars doet. "Pogacar is waarschijnlijk de strafste van allemaal. Hij gaat volgend jaar als lichtgewicht proberen om de Ronde te winnen. Zoals Evenepoel probeert om met zijn zestig kilo wereldkampioen tijdrijden te worden."

Overigens snapt De Cauwer wel dat Evenepoel de Tour nog een jaartje links laat liggen en voor de Giro kiest. "Zijn ploeg is daar niet klaar voor. En voor hemzelf zou ik het ook nog niet doen. De tegenstand is minder in de Giro. Je hebt niet het verhaal Pogacar-Vingegaard. Dat zijn andere kalibers dan Enric Mas. Om de Tour te winnen, heb je een ploeg nodig. Zonder Van Aert had Vingegaard de Tour niet gewonnen."

De Cauwer denkt dat het dit jaar in de Tour anders zal verlopen en we een sterkere Pogacar kunnen verwachten. "ik voorspel: in 2023 komt Pogacar terug met een andere ingesteldheid. Nu was het wat minder, maar wat wil je, als je op je drieëntwintigste al twee keer de Tour hebt gewonnen? In de volgwagen van UAE zijn ook fouten gemaakt. Denk je dat Pogacar met Allan Peiper achter het stuur ook naar elke aanval van Roglic springt op de Galibier?"

Van Aert de Kazach

De naam viel al even: Wout van Aert. De Cauwer was diep onder de indruk van zijn Tour. Dat zegt hij als Belg over een Belg. Als de prikkelende analist voegt De Cauwer er ook wel iets aan toe. "Niet normaal. Niet nor-maal. Je moet eerlijk zijn: als Wout van Aert uit Kazachstan komt, zeggen we allemaal: dat kan niet. Maar Wout kennen we, denken we toch."

Tenslotte komt hij nog met verhalen uit de Tour van andere renners. "Ik heb renners gesproken die de Tour reden. Die dachten elke dag: vandaag zal hij wel kalm zijn, zeker? En dan: baf, vlag omhoog en weg. Vijftig gemiddeld het eerste uur. Om vijftig gemiddeld te halen moet je vijfenvijftig rijden. En dan heeft Van Aert de hele tijd aan kop gereden en is hij overal naartoe gesprongen."