Als het moet, loop ik met een zwarte kat in m’n handen onder een ladder door op vrijdag de dertiende. Dus bijgelovig kun je me niet echt noemen. En toch zou ik, als ik in wielerwedstrijden zou starten, het rugnummer 13 altijd omgekeerd op m’n shirt plakken of spelden.
Sterker nog, het zou een reden voor me kunnen zijn om toch eens een licentie aan te vragen. Zó mooi vind ik het wielergebruik. Dat omgekeerde rugnummer 13 is wielrennen in een notendop. Nét even anders dan andere sporten.
Een wielerleek denkt misschien dat wielrennen gewoon op een fietsje van A naar B rijden is, maar wij wielerliefhebbers weten wel beter.
Wielrennen is een sport, maar ook een, soms vrij surrealistische, roman zonder einde. Wielrennen is spotten met de wetten van de logica – zie Mathieu van der Poel en zijn Amstel Gold Race van 2019. Wielrennen is het leven – en helaas soms ook de dood.
En dat wordt wat mij betreft allemaal perfect gesymboliseerd door dat omgekeerde rugnummer 13. Je kunt het allemaal pathetische onzin vinden, maar wat mij betreft steekt iedereen die het rugnummer 13 ‘normaal’ opplakt een dikke middelvinger op naar de wielersport en zijn roemruchte geschiedenis.
Zeges afpakken
Renners die het niet doen, sla ik op mijn eigen interne harde schijf dan ook op in de folder 'BOE!'. Zo weet ik nog dat de door mij toch zeer gewaardeerde Tadej Pogacar, die als kopman natuurlijk meestal rijdt met een rugnummer dat eindigt op 1, het tijdens het WK van 2020 niet deed. Strafpunten voor Tadej!
Sterker nog, als ik de scepter zou zwaaien bij de UCI had ik 'm al z'n zeges afgepakt! Zeven keer de Tour winnen met EPO? Kwalijk, maar dit is veel erger!
(Misschien is het maar goed dat ik niet de scepter zwaai bij de UCI. Aan de andere kant, de mensen die dat wel doen, doen ook de gekste dingen..)
Tekst gaat door onder dit verderfelijke beeld van een niet omgedraaid nummer 13
Tim Krabbé
Renners en renster die hun rugnummer 13 wél met respect behandelen en het keurig omgedraaid opspelden/plakken hebben dan weer een streepje voor bij me.
Tot mij grote blijdschap zag ik dat de nieuwe generatie in dezen goede voorbeeld geeft. Fem van Empel droeg onlangs tijdens de wereldbeker veldrijden in Zonhoven nummer 13 en draaide het keurig om.
Veel hielp het niet, want tijdens de warming-up stootte ze haar knie en in de beruchte Kuil sloeg ze twee keer over de kop in het zand.
Maar daar gaat het ook niet om. Tuurlijk helpt het niet. Hard trainen helpt. Goede voeding helpt - niet per se in zo'n kamikazekuil van Zonhoven trouwens, maar meer in het algemeen.
Dat besef heeft ervoor gezorgd dat wielrennen steeds meer wetenschap is. De getalletjes op de wattagemeter zijn heilig. Om de romantiek van de sport toch nog wat te bewaren, is het minste wat je kunt doen een ander getalletje op je rug even omdraaien.
Het is wat wielrennen onderscheidt van andere sporten, van niet-wielervolk. En sinds Tim Krabbé weten we: niet-wielrenners, de leegheid van die levens...
- Foto Cor Vos ©2007