5 Handige tips voor beginnende mountainbikers

Wie het mountainbiken wil ontdekken zal gegarandeerd veel plezier beleven, maar moet er rekening mee houden dat het een gevaarlijke en fysiek heel uitdagende wielerdiscipline is. Dat bewees bijvoorbeeld Mathieu van der Poel door op de olympische spelen in Tokyo te struikelen over een plankje. Er moeten immers super steile en lange beklimmingen, technische en gevaarlijke afdalingen, ruw terrein en allerlei obstakels overwonnen worden.

Deze 5 tips zullen je alvast helpen om zoveel mogelijk plezier uit deze prachtige sport te halen.

1) Fiets

Laten we beginnen met de keuze van een geschikte tweewieler. Net zoals bij een racefiets het geval is, hoef je zeker geen bedrag met vier nullen neer te tellen om over een degelijke mountainbike te beschikken. Een 'goedkoper' model van pakweg 1700 euro is kwalitatief meer dan geschikt en je zal er net zoveel plezier aan beleven als bij een duurder model.

Toch mag je bij de keuze van een mountainbike net iets strenger zijn dan bij het kiezen van een wegfiets. Een mountainbike ziet offroad namelijk veel harder af dan een racefiets die enkel over mooi geasfalteerde wegen heen gestuurd wordt.

Tip: kies een model met luchtvering en kies minimaal voor een Shimano Deore of SRAM SX Eagle groepset. Een full suspension (voor- en achtervering) mountainbike is in Nederland en Vlaanderen overbodige luxe. Een hardtail (enkel vering in de voorvork) volstaat.

2) Bandendruk

Een fout die heel veel beginnelingen maken is te veel lucht in de banden pompen. Hoe harder de banden, hoe sneller je fietst toch? Fout! Enerzijds zorgt te veel bandendruk voor meer rolweerstand, waardoor je net trager gaat rijden. Op ruig terrein, zoals boomwortels, stenen en rotsen, verlies je met te harde banden nog veel meer snelheid. Bovendien voelt het heel onaangenaam aan. Banden hebben immers, net als vering, een dempende werking.

In Nederland en Vlaanderen hoef je, afhankelijk van je gewicht en de ondergrond, daarom zeker niet meer dan 2 bar te pompen. Ter info: tienvoudig wereldkampioen Nino Shurter kiest tijdens wereldbekermanches doorgaans voor 1.2/1.3 bar!

3) Vering

Vering is het voornaamste kenmerk dat een mountainbike van een gewone wegfiets onderscheidt. Met die vering worden de schokken veroorzaakt door boomwortels, stenen en putten namelijk opgevangen. Zoals hierboven reeds beschreven, is de dempende werking van luchtvering een pak beter dan coilvering (veer in de voorvork) en volstaat een hardtail mountainbike (enkel vering in voorvork) voor wie geen ambitie heeft om buiten Nederland en Vlaanderen te rijden. Voor een mountainbike avontuur hoog in de bergen kan een full suspension mountainbike dan wel weer handig zijn.

Vergeet ook niet om je vering in te schakelen (bij de meeste modellen kan dat via het stuur) wanneer je offroad gaat en schakel je vering uit wanneer je terug op de weg komt.

4) Skills

In tegenstelling tot het fietsen op de weg, heb je als mountainbiker heel wat technische skills nodig om uit de voeten te kunnen op technisch uitdagend terrein. Denk maar aan steile, gevaarlijke afdalingen vol boomwortels en stenen of de verticale drop in Tokyo waar Van der poel tegen de grond ging. Die vaardigheden leer je maar heel langzaam en je moet er vooral veel op oefenen.

RELAX

Om te beginnen moet je ontspannen op de mountainbike zitten. Dan ben je veel wendbaarder, ben je baas over je fiets en maak je veel minder foutjes dan wanneer je gespannen op de fiets zit. Als je over boomwortels of keien rijdt, haal dan altijd je zitvlak van het zadel en zet je gewicht op de pedalen. Net als bij vering, demp je op die manier de schokken.

KLIMMEN

Een ander cruciaal aspect is je positie op de mountainbike tijdens het klimmen en dalen. De essentie van het 'mountain' biken is immers dat je voortdurend bergen op en af gaat.

Klim je naar boven, verplaats dan je gewicht naar voor om te vermijden dat je voorwiel van de grond komt. Leun ook niet te veel naar voor, want dan kan je achterwiel weer doorslippen. De beste positie is met je zitvlak op het puntje van je zadel zitten, terwijl je de ellebogen naar omlaag duwt. Mathieu van der Poel en Tom Pidcock tonen in onderstaande foto voor hoe het moet!

Vergeet ook niet te schakelen voor je aan de klim begint. Eénmaal je keihard bergop trapt is het heel moeilijk om nog naar een andere versnelling te gaan.

DALEN

Nadat je een zware klim overwonnen hebt, volgt een razendsnelle afdaling als beloning. Tijdens het dalen verplaats je je gewicht naar achter. Dit doe je door de armen te strekken/je stuur naar voren te duwen.

Daal je heel steil naar beneden, dan mag je zelfs met het zitvlak achter je zadel hangen. Zo voorkom je dat je over je stuur dondert. Een dropper (waarmee je je zadel kan laten zakken tijdens het fietsen) is een handig snufje om makkelijker je gewicht naar achter te verplaatsen.

Tijdens een drop (wanneer het pad verticaal naar beneden gaat), pas je dezelfde techniek toe.

REMMEN

De remmen van een mountainbike zijn heel krachtig, dus je hoeft zeker niet met beide handen de hele tijd bruusk te remmen. Eén of twee vingers aan de rem houden volstaat. Rem ook zoveel mogelijk met de voorrem, omdat die veel krachtiger is dan de achterrem.

Rem ook altijd voor een bocht, wanneer het pad nog rechtdoor loopt en zeker niet in de bocht. Ga je toch te snel in de bocht, rem dan niet met de voorrem, maar met de achterrem. De voorrem dichtknijpen in een bocht veroorzaakt immers bijna altijd een valpartij omdat je voorwiel dan wegglijdt. Als je achterwiel slipt, heb je minder kans om onderuit te gaan in een bocht.

5) Intensiteit

Tot slot is mountainbike fysiek een zeer belastende sport. Offroad ga je heel gemakkelijk over je anaerobe drempel, zeker op beklimmingen, ruig terrein en in modder. Veel amateurs gaan dan ook te vaak over hun limiet tijdens het mountainbiken. Ga daarom, zeker als beginner, niet te gek doen op lastige stukken en gebruik de stukjes op de weg om wat te recupereren. Een hartslagmeter of vermogensmeter is heel handig om op lastige stukken net onder die anaerobe drempel te blijven.