Interview | Bondscoach Koos Moerenhout: 'Je moet Mathieu zijn vrijheid en intuïtie niet ontnemen'

Het WK op de weg voor mannen komt eraan. Wij spraken bondscoach Koos Moerenhout uitgebreid over komende zondag!

Dutch Road Race Championships 2023

In onze nieuwste Wieler Revue, die vanaf vrijdag in de winkels ligt en online is te bestellen, blikken we uiteraard terug op de Tour en vooruit op de Vuelta, maar er is ook aandacht voor het WK in Glasgow.

Onder andere door middel van een groot interview met bondscoach Koos Moerenhout. Tim Beck sprak hem onder ander over aanstaande zondag. Dat deel van het interview lees je nu al op onze site. 

Groot interview Koos Moerenhout

Overal lachende gezichten. Fabio Jakobsen heeft zich zojuist in München gekroond tot Europees kampioen wielrennen. Na een machtige lead-out van Danny van Poppel is het een koud kunstje voor Jakobsen om het af te maken. Alle renners uit de groep van acht hebben bijgedragen aan de titel van de sprinter. En dat voor een ploeg waar op dat moment niemand in het dagelijkse leven dezelfde werkgever heeft.

Bondscoach Koos Moerenhout heeft in razend tempo een team gemaakt van de acht individuen. Een ruime maand later doet hij hetzelfde in Wollongong. Hoewel het in Australië eindigt in een debacle, kunnen alle renners het zeer goed met elkaar vinden.

Hoe is het om in korte tijd een team te moeten bouwen?

“Een landenploeg heeft een totaal andere dynamiek dan een commerciële ploeg, maar ik vind die uitdaging juist leuk. In korte tijd een team formeren met jongens die normaal gesproken tegen elkaar koersen. Dat is een interessant proces, maar ik moet zeggen dat het ons de laatste jaren altijd is gelukt. Op alle kampioenschappen hadden we een team staan. Dat is ook waar je als bondscoach en omkadering invloed op hebt, terwijl er juist veel variabelen zijn waar je als bondscoach niets aan kunt veranderen.

Hoe anders is het voor jou zelf nu het WK twee weken na de Tour de France wordt georganiseerd?

“Er zit niet veel verschil in, maar programma technisch is het net iets ingewikkelder net na de Tour en ook net voor de Vuelta. Het grote vraagteken is vooral hoe jongens uit de Tour de France komen. Daar kun je van tevoren niets over zeggen, want de Tour is zowel fysiek als mentaal zo zwaar dat je niet weet hoe je drie weken verteert."

"Als bondscoach en wielerliefhebber kijk ik de Tour de France natuurlijk sowieso, maar dit jaar was het meer met mijn fingers crossed. Het is niet dat ik afspraken heb gemaakt met ploegen over de aanpak van Nederlandse renners tijdens de Tour de France. Op zulke momenten zijn ze bij hun ploeg en dan sta ik volledig erbuiten."

"Bovendien weten de renners die ambitieus zijn voor het WK in Glasgow heus hoe ze het moeten aanpakken om op een goede manier uit de Tour de France te komen.”

Hoe pak je het gedurende het seizoen aan om ervoor te zorgen dat er een ploeg staat op het moment zelf?

“Het creëren van een ploeg groeit vooral op het moment dat je op zo’n kampioenschap zelf bent. Het is het eerste moment dat je samen bent, maar uiteraard loopt het als een rode draad door het gehele seizoen heen. Met de kern van de renners heb ik regelmatig contact."

"Of ik vraag aan ploegleiders hoe het met een desbetreffende renner gaat. Zij hebben daar immers een beter beeld van dan ik. Zulke gesprekken zijn waardevol. Het mooiste van het smeden van een ploeg is tenslotte dat je niet enkel afgaat op de resultaten van een renner. Je moet juist renners zoeken die voor elkaar door het vuur willen gaan, en die renners bij elkaar zoeken is een flinke uitdaging.”

Wat zijn jouw criteria in de samenstelling van een team?

“Je gaat met acht man naar het WK en je verwacht niet dat iedereen een finale gaat rijden. Iedereen krijgt zijn eigen rol toebedeeld. Ik moet niet per se de acht beste wielrenners van Nederland selecteren, maar de beste renners die bij een specifieke rol passen."

"Ik stel mezelf voorafgaand veel vragen. Een van de eerste vragen: hebben we een échte kopman? Het scheelt dat we met Mathieu van der Poel veel kanten op kunnen. Om zo’n kopman probeer ik een ploeg te bouwen zodat we elkaars kracht zo goed mogelijk benutten. En daarbij hebben we ook Dylan van Baarle. Iemand als Jan Maas was vorig jaar een verrassing in de selectie, maar speelt een belangrijke rol in de groepsdynamiek en zal zijn rol vol overgave uitvoeren.”

Op de volgende pagina lees je hoe en of Mathieu van der Poel zeggenschap heeft over de selectie en laat Moerenhout zijn licht schijnen over het WK-parkoers. Lees verder! 

In hoeverre heeft Van der Poel zeggenschap in de samenstelling van de selectie?

“Natuurlijk praat ik regelmatig met Mathieu, maar ik heb nog geen enkele keer meegemaakt dat hij per se iemand mee wilde hebben. Het is goed om van elkaar te weten hoe we erin staan en wat we voor ogen hebben om ons doel te bereiken, maar Mathieu is niet iemand die zal zeggen wie wel of niet mee moet naar een kampioenschap. Die gesprekken heb ik overigens ook met Dylan.”

Bij Alpecin-Deceuninck draait veel om Van der Poel. In zekere zin draait bij Team NL ook alles om hem. Hoe houd je de balans op tactisch vlak?

“Mathieu is een koersdier dat veel op gevoel doet. Je moet je groepstactiek hebben, maar tegelijkertijd moet je Mathieu zijn vrijheid en intuïtie niet ontnemen. Je moet hem juist niet vastpinnen op het een of het ander. Alleen heeft hij door de jaren heen zelf ook andere keuzes gemaakt. Hoe goed hij ook is, maar ook zijn energie is eindig.”

Ik kan me voorstellen dat het voor renners van Jumbo-Visma gek is om ineens voor Van der Poel te rijden in plaats van voor Wout van Aert. Zijn er jongens die dat liever niet doen?

“Dat is natuurlijk een ding in de wielersport. Ik spreek met renners en andere betrokkenen over de teambelangen die nu eenmaal ook spelen tijdens zo’n kampioenschap. Ik probeer ervoor te zorgen dat aan de voorkant duidelijk is wat ik van iemand verwacht en waarom ik iemand heb geselecteerd. Dat is het belangrijkste."

"Als ze daarmee akkoord gaan, dan committeer je je ook aan het plan. Maar ik heb tijdens mijn bondscoachschap geen moment gezien dat iemand op twee gedachten hinkte. Van tevoren duidelijk zijn is het belangrijkste dat je moet doen, want dan gaat het over het algemeen altijd goed.”

Over het parkoers in Glasgow wordt gezegd dat het weer iets is voor Mathieu van der Poel. Wat staat de renners te wachten in Schotland?

“Het is slopend. Dat is een beetje een dooddoener, want dat zijn bijna alle WK’s. Plus de afstand zorgt ervoor dat er hoe dan ook ruimte gaat ontstaan om iets te ondernemen in de finale. Het kan zomaar lang gesloten blijven, maar dat moment gaat vroeg of laat komen."

"Al met al zijn het toch zo’n 3600 hoogtemeters. Het zit daarmee tussen het WK in Leuven (2562 hoogtemeters) en Wollongong (3945 hoogtemeters) in. De eerste 120 kilometer gaat van Edinburgh naar Glasgow en zeker het tweede deel daarvan is interessant, want het zou goed kunnen dat het peloton daar al een stuk nerveuzer wordt."

"Eenmaal in Glasgow is het draaien en keren. Op en af ook. Het is geen meter vlak. Het zijn geen lange beklimmingen, maar telkens honderd meter omhoog en dan weer honderd meter naar beneden. Vrijwel de hele dag gaat het zo door. Dat zal de nodige hectiek veroorzaken.”

Zit er een scherprechter in?

“Niet echt, maar op zo’n anderhalve kilometer van de meet ligt een klimmetje van een paar honderd meter met stukken van veertien procent. Het is niet lang, maar dat gaan de renners hoe dan ook voelen na bijna 280 kilometer. Dat klimmetje kan echt het verschil maken."

"Ja, het klopt dat dit iets is voor Mathieu. Hij kan sowieso veel aan, maar dit is echt op zijn lijf geschreven. Een goede Mathieu kan zeker winnen. Het is afmattend, maar tegelijkertijd ook snel. Alleen zijn er meerdere renners die dat goed aankunnen. Een directe concurrent als Wout van Aert bijvoorbeeld.

"Nee, dit gaat niet iets voor de pure sprinters zijn. Het is simpelweg te zwaar. De renners vliegen er tegenwoordig vroeg in tijdens WK’s en dat maakt het heel anders dan vroeger. Die korte helling net voor de finish geeft ze bovendien nog minder kans. Het is anders voor een type Michael Matthews, Jasper Philipsen en wellicht Olav Kooij, die ook in klassiekers uit de voeten kunnen. Die hebben een kans om het wél te overleven.”

Achtergrond
  • Photo: Dion Kerckhoffs/Cor Vos © 2023