Eerder in haar loopbaan won de renster van Fenix-Deceuninck al het EK veldrijden, maar winnen in de Tour de France is met niets te vergelijken, vertelt ze tegen Wieler Revue.

“In het dorp waar ik woon leefde het enorm. Toen ik terugkwam, werd ik hartelijk ontvangen door mijn dorpsgenoten. Dat maakte het heel speciaal en daaraan zie je dat een rit winnen in de Tour de France Femmes hoger staat aangeschreven dan het winnen van het EK veldrijden.”

Vorig jaar eindigde Kastelijn dertiende in de Tour, maar het algemeen klassement was dit jaar bijzaak. “Op hoogtestage ben ik samen gaan zitten met Michel Cornelisse en de trainers en hebben we besproken hoe we de Tour voor ons zagen.”

“Ik wilde aanvallend koersen, want dat past ook bij deze ploeg. Plezier maken en niet alleen volgen. Wielrennen wordt zoveel leuker als je jezelf kunt laten zien. Dat hebben we in de Tour de France Femmes en eigenlijk ook in de rest van het jaar gedaan.”

Puck Pieterse

“Wij vallen aan en als ik dan andere teams zie, is dat gewoon anders…”, aldus Kastelijn, die af en toe langsgaat bij andere dames om te vragen naar hun bedoelingen. “Dan zeg ik: ‘Rijden jullie weer op kop voor SD Worx vandaag?’ Dan kijken ze je gek aan, maar ik vind de tactiek van andere ploegen soms speciaal. Het klopt dat het niveauverschil in het vrouwenwielrennen nog té groot is, maar het wordt ook uitvergroot door de tactiek van sommige ploegen.”

Een van de rensters die het SD Worx-blok kan ontwrichten is Puck Pieterse, die afgelopen seizoen vijfde werd in Strade Bianche. Pieterse focust zich voorlopig echter vooral op veldrijden en mountainbiken. “Maar Puck is in elk geval voor niemand bang; ook niet voor Vollering en Kopecky.”