Opmerkelijk: gemiddelde snelheid in WorldTour is de voorbije jaren fors gestegen

Het peloton reed de voorjaarsklassiekers aan een recordsnelheid die 1.8 km/h hoger ligt dan vorig seizoen.

peloton

Het peloton is momenteel bezig met het snelste seizoen ooit te rijden. De gemiddelde snelheid in de WorldTour bedraagt tot dusver 42.656 km/h. Dat is 0.85 km/h sneller dan vorig seizoen. De gemiddelde snelheid in de klassiekers op WorldTour-niveau ligt zelfs op 44.563 km/h. Dat is maar liefst 1.79 km/h sneller dan in 2023!

Dat de gemiddelde snelheid elk jaar hoger ligt is vrij logisch. Het materiaal wordt altijd beter en er wordt veel professioneler getraind (en geleefd) dan vroeger. Een forse stijging zoals we de voorbije jaren zagen, is echter vrij ongewoon als we vergelijken met de cijfers van de voorbije kwarteeuw.

(Lees verder onder de grafiek)

Gemiddelde snelheid in het peloton sinds 2001

In 2007 nam de gemiddelde snelheid een opvallende duik naar beneden. Een verklaring hiervoor hoeven we niet ver te zoeken. Die daling valt ongeveer samen met het einde van het EPO-tijdperk.

Tussen 2007 en 2020 bleef de snelheid 13 seizoenen lang ongeveer op hetzelfde niveau. De gemiddelde snelheid in 2020 lag zelfs maar 0.68 km/h hoger dan 13 jaar eerder.

In 2021 ging het tempo plots fors de hoogte in. Er werd 1.13 km/h sneller gefietst dan in 2020. Een jaar later werd er een klein beetje trager gekoerst, maar in 2023 en 2024 lag de snelheid weer een pak hoger dan het voorgaande seizoen.

De snelheid steeg sinds 2020, op amper vier jaar tijd, met maar liefst 5.49%, terwijl dat tussen 2007 en 2020, op 13 jaar tijd, slechts 1.71% was!

Mogelijke verklaring

Met andere woorden: de gemiddelde snelheid klimt sinds 2021 veel sneller dan tussen 2007 en 2020. Het is hoogst twijfelachtig of technologische vooruitgang en professionalisering een stijging van 5,49% kunnen verantwoorden. Tussen 2007 en 2020 stond de technologie immers ook niet stil.

Een en ander kan te maken hebben met de koersstijl van de 'nieuwe generatie' renners. Onder impuls van supertalenten als Remco Evenepoel, Tadej Pogacar, Mathieu van der Poel en Wout van Aert is het peloton na de coronacrisis immers een pak agressiever beginnen koersen en dat jaagt het tempo de hoogte in.

De wereldsterren van nu wachten niet meer geduldig af tot diep in de finale om de koers in brand te steken. Ze winnen liever na een epische solo. Mathieu van der Poel deed het zopas nog in de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Remco Evenepoel wint zowat elke klassieker met een solo en Tadej Pogacar won in maart de Strade Bianche na een monstersolo van 81 kilometer.