Zondag 20 april 1980. In Luik wordt de 66e editie van Liège-Bastogne-Liège op gang getrokken. Het is ijskoud, slechts één graad boven het vriespunt. Van afgelastingen en een Extreme Weather Protocol was nog geen sprake. Wat volgt is een ware apocalyps. Renners moesten 245 kilometer lang sneeuw en vreselijke kou trotseren.
Slechts 21 strijders bereiken die dag de finish. 153 gesneuvelden gooien verkleumd van de kou de handdoek in de ring. Bernard Hinault niet. Na ruim 7 uur afzien in de ondergesneeuwde Ardennen, wint de Franse wielerlegende La Doyenne voor de tweede keer. Na een epische solo van maar liefst 80 (!) kilometer en met een voorsprong van 9 minuten en 24 seconden op de nummer twee, Hennie Kuiper.
Hinault ging de geschiedenisboeken in als winnaar van één van de zwaarste wielerkoersen ooit. Hij wordt er vandaag, op zijn 69e, nog steeds aan den lijve aan herinnerd. In twee van zijn toen bevroren vingers heeft Hinault 44 jaar later immers nog steeds geen gevoel.
(Lees verder onder de beelden)
"Een drietal dagen na die koers waren mijn twee middenvingers nog bevroren", vertelde Le Blaireau in 2020 aan Het Nieuwsblad. "Nu nog altijd blijven ze koud. Zelfs bij warm weer. Ze zijn gevoelloos geworden. Een blijvend litteken."
"Ik koester ook mijn rode bergmuts die ik die dag droeg en die mijn oren beschermde. Ze ligt hier nog altijd bij mij thuis. Ze mag voor geen geld ter wereld weg. Ik houd ze zorgvuldig bij, zoals een oorlogstrofee.”
"Toen ik in het Ramada-hotel aankwam hadden mijn ploegmaten het bad gevuld met warm water. Ik wou er niet in. Ik vroeg hen het met eerder koud water te vullen zodat mijn lichaam langzaam aan opnieuw begon op te warmen."
Langlaufen
Hennie Kuiper eindigt die helse dag op de meest ondankbare plek. "Die dag ken ik nog zo uit mijn hoofd. Het was donker weer. Het waaide, het was koud. De Italianen hadden er helemaal geen zin in. Sciopero (= staking), riepen ze al van kort na de start."
"Ik herinner me nog dat we Houffalize passeerden en ik dacht: het is net Kerstmis. Je zag bij sommige dennenbomen de takken doorzakken van de sneeuw. Er lag wel tien centimeter op. Onderweg zag ik zelfs mensen langlaufen."
- Cor Vos