Wie vult na een decennium aan succes het gat in het Nederlandse wielrennen? Dit zijn de grootste talenten van Nederland!

Bij de profs laten meerdere jongens inmiddels zien het talent te hebben om ooit om de knikkers mee te gaan doen. In de schaduw van Mathieu van der Poel hebben Marijn van den Berg (1999) en Tim en Mick van Dijke (2000) laten zien hun mannetje te staan in finales van de grote voorjaarskoersen, terwijl eerder al Thymen Arensman (1999) doorbrak als klassementsrenner.

Wellicht dat Frank van den Broek (2000) daar ooit bij zal komen. De renner van Team dsm-firmenich PostNL won onlangs de Ronde van Turkije. Niet het hoogste niveau, maar de Warmonder is ook pas aan zijn eerste seizoen als prof bezig. In de sprints is Olav Kooij (2001) al wereldtop, terwijl Casper van Uden (2001) ook de potentie heeft om mee te gaan doen op het hoogste niveau.

Afgelopen winter was sowieso een goede transferperiode voor het Nederlandse wielrennen, want met Lars Boven (2001), Jardi van der Lee (2001), Pepijn Reinderink (2002), Loe van Belle (2002), Enzo Leijnse (2001) en Roel van Sintmaartensdijk (2001) werden naast Van den Broek liefst zeven Nederlandse beloften door een WorldTour-team vastgelegd.

Minstens 4 nieuw profs

Voor volgend seizoen zijn al vier beloften verzekerd van de stap naar de WorldTour: Menno Huising (2004) en Tijmen Graat (2003) worden prof bij Team Visma | Lease a Bike. Huising is een veelzijdige renner, die onlangs elfde werd in Parijs-Roubaix U23 maar afgelopen weekend ook zijn mannetje stond in de Ronde de l'Isard, waar hij derde werd. Graat is een echte klimmer die dit seizoen onder meer derde werd in de Circuit des Ardennes en zesde in Luik-Bastenaken-Luik U23.

De andere twee renners die prof worden: Huub Artz (2002) en Max van der Meulen (2004). Die eerste maakte afgelopen seizoen de overstap van Metec naar de opleidingsploeg van Intermarché-Wanty. In Belgische dienst rijgt hij de ereplaatsen aaneen. Hij beloonde zijn opmars met winst in Gent-Wevelgem voor beloften. Van der Meulen komt volgend jaar uit voor Bahrain-Victorious en won afgelopen week een rit in de Ronde de l'Isard.

Wie dat ook deed: Darren van Bekkum (2002). De klimmer van de opleidingsploeg van Team Visma | Lease a Bike won het eindklassement van de Franse rittenkoers. Hij is laatstejaars belofte en zal zich normaal gesproken geen zorgen over een profcontract hoeven maken. Voor Wessel Mouris (2002), die onlangs Eschborn-Frankfurt U23 won, is het de vraag of hij de stap van Metec naar de profs kan zetten.

Andere beloften met talent: Jesse Kramer (2003), onlangs op imponerende wijze winnaar van een rit in de Ronde van Bretagne en renner van Team Visma | Lease a Bike. Diens ploegmaten Sjors Lugthart (2005) en Tom Schellekens (2003), Team dsm-firmenich PostNL-jonkies Johan Dorussen (2003), Ryan Gal (2005), Thom van der Werff (2005) en Mees Vlot (2005) en Intermarché-Wanty-renner Wouter Toussaint (2004) hopen ook naar profniveau door te groeien. Dan zijn er nog de crossers die wellicht de stap naar de weg op korte termijn kunnen zetten: Pim Ronhaar (2001) en Tibor del Grosso (2003).

Junioren

Op de website FirstCycling houden ze ook nauwgezet de prestaties van junioren bij. Een circuit waar vroeger minder aandacht voor was, maar waar profteams nu al gretig rondneuzen. De 2006-lichting van Nederland doet het op dit moment vrij goed. Joeri Schaper, Keije Solen, Ko Molenaar, Jurgen Zomermaand, Ruud Junior Nagengast en vooral Senna Remijn zijn de namen om in de gaten te houden. Die laatste is al onder de pannen bij de opleidingsploeg van Alpecin-Deceuninck.

Ook een aantal eerstejaars junioren (2007) van Nederland is veelbelovend. Op de ranglijst van FirstCycling staan Gijs Schoonvelde, Michiel Mouris en Daan Dijkman het hoogste namens Nederland. Die laatste werd afgelopen weekend tweede in Luik-Bastenaken-Luik voor junioren. Achter het Franse toptalent Paul Seixas.