📸 In de Ronde van Colombia stond er een klim van 88 (!) kilometer op het programma, naar 4100 meter hoogte

Wielrenners uit Colombia staan op een paar uitzonderingen na allemaal bekend als goede klimmers. Logisch ook, ze zijn vaak lichtgewichten en in het Zuid-Amerikaanse land zijn de nodige cols te vinden. Een understatement eigenlijk, moesten we constateren na een tweet van Mihai Simion over de vierde etappe van de Ronde van Colombia, die gisteravond Nederlandse tijd op het programma stond.

88 kilometer klimmen in Colombia

Die bestond eigenlijk maar uit één klim. Maar duidelijk niet een klim voor de punchers. 88 kilometer klimmen, dat is de Alto del Sífon. Van iets meer dan 300 meter boven zeeniveau gaan de renners (trapsgewijs) naar 4.149 meter hoogte.

Ter vergelijking: de Stelvio en de Galibier zijn respectievelijk 2758 meter hoog en 2642 meter hoog. En op die bergen hebben de analisten en de renners zelf het al over een heel ander gevoel van klimmen vanwege de hoogte - misschien heb je het zelf ook weleens aan den lijve ondervonden. Hoe moet dat wel niet zijn op 4149 meter hoogte?!

En dan is het ook nog geen lekker lopende klim, want hoewel de Alto el Sífon een gemiddeld stijgingspercentage van 4,3 procent heeft, zitten er ook hele stukken van boven de 10 procent in. Het is ook niet even lekker inkomen, want het begint meteen met 13 kilometer van rond de zes procent.

Valt mee, zou je zeggen, maar besef dan dat het daarna nog 75 kilometer klimmen is. Eenmaal boven de 3500 meter hoogte wachten nog een kleine 8 kilometer van iets minder dan zes procent. Het laatste stukje is dan wel weer zo goed als vlak.

In de Ronde van Colombia was de etappe zo uitgetekend (zie profiel onder het profiel van de klim) dat de renners voor ze echt aan de klim begonnen er wel even lekker in konden komen met een paar vlakke kilometers. Hieronder zie je alle info over deze helse klim en helse etappe.

Het profiel van de klim

Het etappeprofiel

Gemiddelde van 28.8

De rit naar meer dan 4000 meter hoogte werd gewonnen door de Colombiaan Wilson Estiben Peña, die in een sprintje zijn landgenoten Cardona, Contreras en Camargo te snel af was. De etappe kende een gemiddelde dat je in het prowielrennen niet meer zo veel tegenkomt. De renners deden iets meer dan vier uur over de 116 kilometer bergop, resulterend in een gemiddelde van 28,8 kilometer per uur.

Dat gold trouwens niet voor Jeffersons Stiven Gomez, want hij kwam een uur na de winnaar over de streep en reed dus gemiddeld zo'n 22 kilometer per uur.